Lijkomhulselbesluit

Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken van 25 november 1997, betreffende de aanwijzing van kunststoffen ten behoeve van de vervaardiging van lijkkisten en andere lijkomhulsels (Lijkomhulselbesluit)

25 november 1997

Nr. BW97/U1170

Directoraat-generaal Openbaar Bestuur

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende, dat het wenselijk is ter zake van het gebruik van kunststoffen bij begraven nadere regelen vast te stellen;

Gelet op artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit op de lijkbezorging;

Besluit:

Artikel 1

Bij de vervaardiging van lijkkisten worden voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten:

1. Spaanplaat:

Verlijmde houtspaanders. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg formaldehyde per 100 gram plaatmateriaal (Spaanplaatbesluit/Warenwet).

2. Lijm:

Verwerkt in houtspaanplaat: uneumformaldehyde lijm;

verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde lijm;

verwerkt in perslijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat;

verwerkt in constructielijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat.

3. Lak:

Nitrocelluloselak: een combinatie van alkydharsen, pigmenten en vulstoffen.

4. Handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten:

Handgrepen en ornamenten die bij crematiekisten van buitenaf verwijderd kunnen worden.

5. Hoofdkussen:

Papieren zak gevuld met houtkrullen of voorgevormde steun van karton.

6. Binnenbekleding:

Satijn: 100% rayon of 100% acetaat;

Taft: 100 rayon of 57% viskose en 43% acetaat;

en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt.

7. Bodembedekking:

Celstof-papier.

8. Print en kantenband:

Basispapier op edelcellulose basis met anorganische pigmenten.

Artikel 2

Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:

1. Doorlaatbaarheid:

a. van water:

Gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5∞C en 20∞C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten.

b. van gas:

Bij een biologische proef als omschreven in de bijlage mag na veertien dagen de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide niet minder dan 150 ml per vierkante meter per uur.

2. Mechanische eigenschappen:

a. Treksterkte:

De treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter.

b. Vouwbestendigheid:

Als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, dan mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen.

3. Vorm:

Gedurende twee jaar opslag bij 20∞C mag de krimp in de lengte- en breedterichting niet meer dan 10% bedragen.

4. Chemische samenstelling:

Het materiaal mag niet meer dan 0,1 gewichtsprocent chloor bevatten.

Artikel 3

Het Lijkomhulselbesluit wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin ze wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Lijkomhulselbesluit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal.

Bijlage

Bij de in artikel 2, onderdeel 1.b, bedoelde proef gaat het om een proef met varkensvlees, omdat het doel van de proef daarmee het best is gediend. Stukjes vers vlees worden verpakt in zakjes van het te toetsen materiaal. De naden van deze zakjes moeten gasdicht zijn en het oppervlak van de folie moet bekend zijn. De zakjes worden ieder op een laagje glasparels of een ander inert materiaal gelegd in een afgesloten vat, dat geschikt is voor de uitvoering van een zogenaamd ’headspace’ gasanalyse. De vaten worden gevuld met vochtige lucht. Het kooldioxidegehalte in de lucht wordt bepaald direct na het vullen van het vat en na de gekozen incubatietijd. Na de bepaling wordt verse lucht in het vat gebracht. Ter vergelijking worden even grote stukjes onverpakt vlees en in polytheen verpakt vlees getoetst. De proef wordt bij 15∞ C uitgevoerd. De toetsduur bedraagt tenminste 28 dagen. De gewenste gasdoorlatendheid van tenminste 150 ml per vierkante meter per uur dient ten laatste na 14 dagen te zijn bereikt.

Toelichting

Deze regeling strekt tot vervanging van de regeling van de minister van Binnenlandse Zaken, betreffende de aanwijzing van kunststoffen ten behoeve van de vervaardiging van lijkkisten en andere lijkomhulsels (Stcrt. 6 juni 1991, 113). Het ontwerp van die regeling werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van Europese Gemeen- schappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van de normen en technische voorschriften (PbEG L 109). Om alsnog aan de verplichting tot notificatie te voldoen is deze regeling in ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeen- schappen genotificeerd.

Voor een toelichting op de achtergronden van dit voorstel van deze regeling zij verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke regeling (Stcrt. 6 juni 1991, 113).

De ontwerp-regeling is op 12 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid van de eerder genoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. Zij is op 24 september 1997 tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1997 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).

Een aankondiging van de ontwerpregeling is gepubliceerd in de Staatscou- rant van 4 november 1997, 212.

Deze notitificaties zijn noodzakelijk, aangezien de ontwerpregeling vermoedelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 83/189 EEG.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal.

Naar boven