Timmerfabrieken in Nederland

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE LANDELIJKE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TIMMERFABRIEKEN IN NEDERLAND

AI Nr. 8888

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Hout- en Bouwbond CNV mede namens de Bouw- en Houtbond FNV als partijen te anderer zijde en mede namens de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten als partij te ener zijde bij de landelijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 12 december 1996 (Stcrt. 1996, nr. 242) voorzover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindend verklaren van artikel 34 van de landelijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 april 1999 artikel 34 van de landelijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, zoals deze door partijen is gewijzigd en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:

Artikel 34 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 34 Uitkering vakantierechten en rechtwaarden

  • 1. De ten aanzien van een werknemer verschuldigde bijdragen aan het Vacantiefonds Timmerfabrieken betreffen voorzieningen voor de bestrijding van loonderving over de in deze CAO aangegeven vakantie-, snipper- en feestdagen en voor vakantietoeslag.

    • a. Voor zover de voor de werknemer gestorte bijdragen dit toelaten, wordt in het rechtjaar 1996/1997 uit het Vacantiefonds Bouw vergoed de loonderving over het aantal verlof- en feestdagen opgenomen in artikel 39 alsmede een vakantietoeslag van 8%, met inachtneming van hetgeen onder b, c en d is bepaald.

    • b. De zeven extra verlofdagen voor werknemers vanaf 55 jaar respectievelijk 10 extra verlofdagen voor werknemers vanaf 60 jaar, als bedoeld in artikel 39 lid 1 zullen door de werkgever worden betaald.

    • De werkgever zal aan de werknemer het individueel overeengekomen loon betalen. De werkgever is eveneens verplicht te voldoen aan de bijdrage- en premieverplichting, zoals bedoeld in artikel 32 en 33 jegens de werknemer.

    • c. De loonkosten, verbonden aan de opneming van de extra verlofdagen als genoemd in lid 1 b worden aan de werkgever vergoed door het Vacantiefonds voor de Bouw. Daartoe dient een declaratieformulier van het Vacantiefonds te worden ondertekend, zowel door de werkgever als door de betrokken werknemer.

    • d. Een extra verlofdag als genoemd in lid 1 b kan worden opgenomen indien daarvoor voldoende rechten zijn opgebouwd. Slechts indien een extra verlofdag daadwerkelijk wordt opgenomen zal het Vacantiefonds tot uitbetaling overgaan.

  • 2. Per betalingsperiode zal de opbouw van deze loonderving tijdens vakantie-, feest- en snipperdagen en deze vakantietoeslag van de werknemer geschieden door middel van een uniform door partijen1 vast te stellen percentage op het individueel overeengekomen loon.

  • 3. Voor de loopduur van deze CAO komt de volledige korting bij aankoop van VIP-rechten ten goede aan de werkgevers, waarbij de bestaande aanvullingsregelingen van kracht blijven.

  • Voor de door partijen vastgestelde uniforme percentages wordt verwezen naar het VIP-premiewaardenoverzicht, dat is opgenomen in bijlage B en dat als zodanig ook onderdeel uitmaakt van deze CAO.

  • In het VIP-premiewaardenoverzicht zijn tevens opgenomen de bijdragen en premies verschuldigd aan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid, de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken, het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds alsmede bijdragen in de kosten van de CAO voor de Timmerfabrieken inzake voorziening bij ongeval en collectieve financiering bedrijfsgezondheidszorg.

  • 4. Bij bedrijfssluiting als gevolg van vakantie heeft de jeugdige werknemer met een leer-/arbeidsovereenkomst die na het verlaten van een school niet kan beschikken over voldoende vacantiewaarde, recht op loondoorbetaling tot een maximum van 15 dagen indien de werknemer tenminste 5 weken heeft gewerkt direct voorafgaande aan de bedrijfssluiting.

  • De werkgever kan de hieruit voortvloeiende loonkosten declareren bij het vacantiefonds".

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 25 november 1997

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Bedoeld worden partijen te ener zijde en partij te anderer zijde bij deze CAO.

Naar boven