Aanwijzing tot buitengewoon opsporingsambtenaar

Korps militaire controleurs gevaarlijke stoffen

24 oktober 1997

Nr. 659663/ 597/IV

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtshandhaving en Rechtpleging

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van de Commandant Koninklijke marechaussee van 4 augustus 1997,

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten juncto artikel 44, eerste lid, onderdeel b, Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993 en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, als bedoeld in artikel 2;

KMCGS: het Korps militaire controleurs gevaarlijke stoffen van de Koninklijke marechaussee.

Artikel 2

De personen werkzaam als commandant en als controleurs van het Korps militaire controleurs gevaarlijke stoffen bij de Koninklijke marechaussee zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,

b. andere wetten, indien en voor zover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie wordt belast, voor de duur van dat onderzoek.

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

Artikel 4

1. De procureur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem is bevoegd tot beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. Op grond van dit besluit kunnen 25 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigd worden.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofd-officier van Justitie bij het Arrondissementsparket te Arnhem.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Commandant van de Koninklijke marechaussee.

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 2 is bevoegd gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 7

De Commandant van de Koninklijke marechaussee brengt jaarlijks, voor 1 april over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij het KMCGS;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aan-gemeld voor het door de minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 8

De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt tot 1 november 1998 ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar KMCGS 1997.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.


Den Haag, 24 oktober 1997.
De Minister van Justitie,
namens de Minister,
de directeur Strafrechtelijke Handhaving,
A. Rook.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan de belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Naar boven