Carrosseriebedrijf

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET CARROSSERIEBEDRIJF

AI Nr. 8828

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad voor de Metaalnijverheid namens de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Carrosseriebedrijf (FOCWA) als partij te ener zijde mede namens de Industriebond FNV, de CNV Industrie- en Voedingsbond en de Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Carrosseriebedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 1999 artikel 74a van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Carrosseriebedrijf alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Werkgelegenheidsfonds Metaalnijverheid, waarvan overige bepalingen algemeen verbindend zijn verklaard bij besluit van 4 juli 1997 (Stcrt. 1997, nr. 127), zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 74a wordt toegevoegd en luidt als volgt:

„Artikel 74a

  • 1. Er is een stichting „Stichting Werkgelegenheidsfonds Metaalnijverheid".

  • 2. Deze stichting heeft ten doel, op de voet en onder de voorwaarden als in het reglement nader is bepaald, het innen en beheren van gelden ter financiering en/of subsidiëring van aktiviteiten en/of projekten die zijn gericht op:

    • het voorzien in 1 dag extra scholingsverlof (salariskosten en cursuskosten) voor iedere individuele werknemer die in de periode van 1 januari 1997 tot en met 28 februari 1999 ten minste de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt;

    • de reïntegratie in het arbeidsproces van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers;

    • overige werkgelegenheid stimulerende projekten in en ten behoeve van de bedrijfstakken zoals genoemd in artikel 3.

  • 3. De statuten en het reglement van de in lid 1 bedoelde stichting maken een integrerend deel uit van deze CAO.

  • 4. De werkgever in de bedrijfstak is aan de in lid 1 bedoelde stichting in de maand november 1997 alsmede in 1998 een bijdrage verschuldigd van telkenmale 0,25% van de loonsom als bedoeld in het reglement van de stichting."

Bijlage 12 wordt gelezen als volgt:

„REGLEMENT VAN DE STICHTING WERKGELEGENHEIDSFONDS METAALNIJVERHEID

Artikel 1 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

werkgever:

de werkgever in de bedrijfstak bedoeld in artikel 77 van de CAO voor

het carrosseriebedrijf of

het elektrotechnisch bedrijf of

de goud- en zilvernijverheid of

het isolatiebedrijf of

het loodgieters-, fitters-, centrale verwarmingsbedrijf en koeltechnisch installatiebedrijf of

het metaalbewerkingsbedrijf of

het motorvoertuigenbedrijf en het tweewielerbedrijf

werknemer:

  • a. degene die in dienst van de werkgever tegen salaris arbeid verricht;

Niet als werknemer worden beschouwd:

  • 1. personen, die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienstverband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige normale dagtaak meebrengt;

  • 2. stagiairs;

  • 3. werknemers in nettenbouwbedrijven die voor grondwerk per karwei en/of voor beperkte duur in dat karwei of een reeks van karweien met een maximum van drie maanden zijn aangenomen.

jaarsalaris:

  • a. bij salarisbetaling per maand 12,96 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de maand januari van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft;

  • b. bij salarisbetaling per vier-weken-periode 14,09 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de tweede vier-weken-periode van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft;

  • c. bij salarisbetaling per week 56,36 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde loon over de tweede volle loonweek van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft.

Indien het dienstverband in de loop van een jaar wordt beëindigd dan wel wordt aangevangen, wordt het jaarsalaris berekend met inachtneming van de duur van de periode van het dienstverband in dat jaar.

Indien het inkomen mede is gebaseerd op provisie, wordt bij de bepaling van het jaarsalaris bovendien meegerekend de op jaarbasis herleide provisie welke in het voorafgaande kalenderjaar bij dezelfde werkgever is verdiend, onafhankelijk van de datum van uitbetaling van deze provisie. Bovendien worden, voor zover van toepassing, bij de bepaling van het jaarsalaris mede in aanmerking genomen de navolgende elementen: loon in natura voor zover gekwantificeerd aangegeven in de loonstaten van de werkgever, toeslagen op grond van een overheidsbesluit, verdiensten op grond van een, in de onderneming geldend, beloningssysteem (tarief, merit-rating e.d.) en ploegentoeslag, alsmede een, naar de periode waarover het loon werd genoten, evenredig gedeelte van elke met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering onder welke benaming ook, zoals dertiende maand, vaste eindejaarsuitkering, gegarandeerd tantième e.d. Vergoedingen terzake van overwerk, reisuren, onkosten, alsmede gratificaties, winstdelingsregelingen en soortgelijke emolumenten blijven buiten beschouwing, terwijl de vakantietoeslag in de factoren 12,96, 14,09 en 56,36 geacht wordt te zijn verwerkt. Tot het jaarsalaris behoort niet de overhevelingstoeslag.

loonsom:

het totaal van de jaarsalarissen van de bij de werkgever in dienst zijnde werknemers bedoeld in dit artikel.

halve loonsom:

de helft van de loonsom.

bedrijfspensioenfonds:

de stichting „Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalnijverheid", gevestigd te 's-Gravenhage.

Artikel 2 Werkgeversbijdrage

De werkgeversbijdrage genoemd in artikel 12 van de statuten beloopt het percentage van de loonsom als vermeld in artikel 74a van de CAO voor

het carrosseriebedrijf of

het elektrotechnisch bedrijf of

de goud en zilvernijverheid of

het isolatiebedrijf of

het loodgieters-, fitters-, centrale verwarmingsbedrijf en koeltechnisch installatiebedrijf of

het metaalbewerkingsbedrijf of

het motorvoertuigenbedrijf en het tweewielerbedrijf.

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 wordt deze bijdrage, per werknemer, berekend over maximaal het maximum-jaarsalaris zoals vastgesteld op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 2 sub b van het pensioenreglement van het bedrijfspensioenfonds.

Artikel 3 Betaling

  • 1. De administrateur van de SWMn stelt de werkgever telkenmale op de hoogte van de verschuldigde bijdrage door het toezenden van een nota met begeleidend schrijven onder vermelding van het bedrag dat hij aan de SWMn is verschuldigd.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde nota's hebben de vorm van een premienota met specificatie vermeldende ten minste naam en adres van de werkgever en de werknemer(s) met bijbehorende salarisgegevens, het tijdvak waarover de bijdrage is verschuldigd alsmede de hoogte van het te betalen bedrag.

  • 3. De werkgever dient de nota's aan de SWMn te voldoen binnen de daartoe door het bestuur blijkens mededeling op het acceptgiroformulier gestelde termijn.

  • 4. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in gebreke.

  • De stichting is dan bevoegd te vorderen:

    • rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn en

    • vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten, vast te stellen op 15% van de vordering met een minimum van f 50,00, onverminderd de overige kosten van de vervolging, verschuldigd volgens de Wet.

    • De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente, bedoeld in de artikelen 6:119 en 6:120 van het BW, dat geldt voor de periode waarover de rente door de stichting wordt gevorderd.

Artikel 4 Loonsomopgave

  • 1. De werkgever is gehouden jaarlijks aan de administrateur van de SWMn opgave te doen van de namen, adressen, woonplaatsen, geboortedata en jaarsalarissen van de bij hem in dienst zijnde werknemers.

  • Voorts is de werkgever gehouden elke in- en uitdiensttreding van een werknemer binnen een maand schriftelijk aan de administrateur van de SWMn te melden.

  • 2. Ingeval de werkgever niet aan het gestelde in de vorige alinea voldoet, zal het bestuur bij besluit bepalen welke loonsom aangehouden moet worden ter berekening van de bijdrage van de werkgever.

  • 3. De gegevens die de werkgever krachtens dit artikel verstrekt, dienen uitsluitend ter bepaling van de door de werkgever verschuldigde bijdrage.

Artikel 5 Administratie

Het bestuur is bevoegd de administratie en de inning van de in dit reglement bedoelde bijdragen op te dragen aan derden. Het bestuur behoudt echter in alle gevallen de eindverantwoordelijkheid.

De werkgever is verplicht alle gegevens en inlichtingen te verschaffen, alsmede iedere medewerking te verlenen, die noodzakelijk of gewenst worden geacht door personen of instellingen die, door of namens de SWMn, zijn belast met de inning van de bijdrage en de controle op de naleving van het gestelde in de statuten en dit reglement.

Artikel 6 Bestemming bijdrage

  • 1. De in artikel 2 bedoelde bijdrage is bestemd voor:

    • het bruto-salaris van één dag extra scholingsverlof, alsmede voor de daaraan verbonden cursuskosten, voor iedere individuele werknemer die in de periode van 1 januari 1997 tot en met 28 februari 1999 ten minste de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt;

    • reïntegratie in het arbeidsproces van geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;

    • overige werkgelegenheid stimulerende projekten in en ten behoeve van de bedrijfstakken zoals genoemd in artikel 1 van de statuten van de Stichting Werkgelegenheidsfonds Metaalnijverheid.

  • 2. In overleg tussen de werkgeversorganisatie(s) en werknemersorganisaties die betrokken zijn bij één van de in artikel 2 bedoelde CAO's wordt de aanwending van de in lid 1 genoemde bijdrage overeengekomen met inachtneming van het hiervoor in lid 1 bepaalde.

  • 3. Tot besteding kan eerst worden overgegaan uitsluitend na goedkeuring van het bestuur van de stichting.

Artikel 7 Duur van het reglement

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 juli 1997 en blijft van kracht tenzij uit een nader reglement anders blijkt."

Bijlage 13 wordt gelezen als volgt:

„STATUTEN VAN DE STICHTING WERKGELEGENHEIDSFONDS METAALNIJVERHEID

Artikel 1 Begrippen

In deze statuten wordt verstaan onder:

CAO:

de collectieve arbeidsovereenkomsten voor:

  • het Carrosseriebedrijf

  • het Elektrotechnisch bedrijf

  • de Goud- en Zilvernijverheid

  • het Isolatiebedrijf

  • het Loodgieters-, Fitters-, Centrale Verwarmingsbedrijf en Koeltechnisch Installatiebedrijf

  • het Metaalbewerkingsbedrijf

  • het Motorvoertuigenbedrijf en het Tweewielerbedrijf

Metaalnijverheid:

de takken van bedrijf omschreven in de artikelen 77 van de collectieve arbeidsovereenkomsten voor:

  • het Carrosseriebedrijf

  • het Elektrotechnisch bedrijf

  • de Goud- en Zilvernijverheid

  • het Isolatiebedrijf

  • het Loodgieters-, Fitters-, Centrale Verwarmingsbedrijf en Koeltechnisch Installatiebedrijf

  • het Metaalbewerkingsbedrijf

  • het Motorvoertuigenbedrijf en het Tweewielerbedrijf

Federatie:

de Federatie van Werkgeversorganisaties in de Metaalnijverheid, statutair gevestigd te 's-Gravenhage;

werkgevers- respectievelijk werknemersorganisaties:

de respectieve partijen bij de vorengenoemde collectieve arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2 Naam, zetel en duur

  • 1. De stichting is genaamd:

  • „Stichting Werkgelegenheidsfonds Metaalnijverheid", hierna te noemen SWMn. Zij is gevestigd te Rijswijk.

  • 2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

Artikel 3 Doel

De stichting is opgericht om uitvoering te geven aan de in het kader van de algemene arbeidsvoorwaarden CAO's van 1 januari 1997 tot en met 28 februari 1999 gemaakte afspraken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties inzake de werkgelegenheidsbevordering in de Metaalnijverheid.

Zij heeft daartoe als doel, op de voet en onder de voorwaarden als in het reglement nader is bepaald, het innen en beheren van gelden ter financiering en/of subsidiëring van aktiviteiten en/of projekten die zijn gericht op:

  • het voorzien in 1 dag extra scholingsverlof (salariskosten en cursuskosten) voor iedere individuele werknemer die in de periode van 1 januari 1997 tot en met 28 februari 1999 ten minste de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt;

  • de reïntegratie in het arbeidsproces van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers;

  • overige werkgelegenheid stimulerende projekten in en ten behoeve van de bedrijfstakken zoals genoemd in artikel 1.

Artikel 4 Bestuur

  • 1. Het bestuur van de SWMn bestaat uit tien leden, te weten vijf werkgeversleden en vijf werknemersleden.

  • 2. De werkgeversleden worden benoemd door de Federatie. De werknemersleden worden benoemd door de werknemersorganisaties.

  • De bestuursleden worden benoemd voor een periode van twee jaar, zij zijn terstond herbenoembaar.

  • In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 3. Het orgaan dat casu quo de organisatie die een bestuurslid benoemde kan die benoeming te allen tijde intrekken, en in plaats daarvan een ander bestuurslid benoemen.

  • 4. De werkgeversleden casu quo de werknemersleden benoemen beurtelings voor één jaar uit hun midden de voorzitter.

  • In het jaar dat een werkgeverslid voorzitter is, is een door de werknemersleden te benoemen werknemerslid plaatsvervangend voorzitter.

  • In het jaar dat een werknemerslid voorzitter is, is een door de werkgeversleden te benoemen werkgeverslid plaatsvervangend voorzitter.

  • De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens verhindering of afwezigheid.

  • 5. Voor het jaar dat een werkgeverslid voorzitter is benoemen de werknemersleden uit hun midden een secretaris en benoemen de werkgeversleden uit hun midden een penningmeester.

  • Voor het jaar dat een werknemerslid voorzitter is benoemen de werkgeversleden uit hun midden een secretaris en benoemen de werknemersleden uit hun midden een penningmeester.

  • 6. De Federatie en de werknemersorganisaties kunnen één of meer plaatsvervangende leden in het bestuur benoemen. De plaatsvervangende leden hebben het recht de bestuursvergadering te allen tijde bij te wonen, doch hebben slechts een adviserende en geen beslissende stem.

  • Het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel is op de plaatsvervangende leden eveneens van toepassing.

  • 7. Indien door de Minister belast met sociale zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg met het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten.

  • Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.

Artikel 5 Bestuursbevoegdheden en vertegenwoordiging

  • 1. Het bestuur is belast met het besturen van de zaken van de SWMn, het beheer van haar vermogen, het innen van gelden en het verstrekken van subsidies c.q. het doen van uitkeringen; het bestuur is bevoegd, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde, tot alle rechtshandelingen, gene uitgezonderd, met name ook tot het sluiten van die overeenkomsten, waarvoor het regelend recht een beperking kent.

  • 2. Het bestuur beslist in alle zaken waarin de beslissing niet is opgedragen of gedelegeerd aan andere organen van de stichting.

  • 3. De SWMn wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris gezamenlijk.

Artikel 6 Bureau

  • 1. Het bestuur kan de uitvoering van de werkzaamheden, verbonden aan het secretariaat en het penningmeesterschap, zomede andere door het bestuur te bepalen taken, opdragen aan een directeur. De directeur handelt in dezen in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van het bestuur.

  • 2. De directeur wordt benoemd en ontslagen door het bestuur; het overige personeel van de SWMn wordt benoemd en ontslagen door het bestuur, op voorstel van de directeur.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1. De gezamenlijke werkgeversleden brengen, evenals de gezamenlijke werknemersleden in het bestuur in het totaal zestig stemmen uit, met dien verstande dat ieder bestuurslid afzonderlijk een aantal stemmen uitbrengt dat gelijk is aan het quotiënt dat gevormd wordt door het getal zestig te delen door het aantal aanwezige of bij volmacht vertegenwoordigde leden van zijn groep.

  • 2. Besluiten kunnen slechts rechtsgeldig worden genomen, indien zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde ten minste drie bestuursleden aanwezig of bij volmacht vertegenwoordigd zijn en bij de stemming zich aan elke zijde ten minste zesendertig stemmen voor aanvaarding van het besluit verklaren.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan een besluit tot vaststelling, wijziging of aanvulling van de statuten of reglementen, een besluit als bedoeld in artikel 12, lid 2, en een besluit tot ontbinding van de SWMn slechts rechtsgeldig worden genomen, indien zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde ten minste vier bestuursleden aanwezig of bij volmacht vertegenwoordigd zijn en bij de stemming zich aan elke zijde ten minste zesendertig stemmen vóór aanvaarding van het besluit verklaren.

  • 4. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen schriftelijk gestemd. Schriftelijke stemming geschiedt met behulp van stembriefjes, welke een naar de groep van bestuursleden onderscheiden waarmerk dragen.

  • 5. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een daartoe schriftelijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur te doen vertegenwoordigen.

  • 6. Voorts kunnen buiten vergadering rechtsgeldige besluiten worden genomen, mits schriftelijk en met eenparigheid van stemmen van alle bestuursleden. Een dergelijk besluit staat gelijk met een besluit genomen in een vergadering.

Artikel 8 Geldmiddelen

  • 1. De geldmiddelen van de SWMn bestaan uit:

    • a. het door de oprichter afgezonderd bedrag van in totaal tweehonderd gulden (f 200,–);

    • b. bijdragen van werkgevers welke zijn vastgesteld bij of krachtens een (algemeen verbindend verklaarde) bepaling van de CAO;

    • c. hetgeen door erfstelling, legaat of schenking wordt verkregen;

    • d. de inkomsten uit het vermogen van de SWMn;

    • e. andere inkomsten en toevallige baten.

  • 2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 9 Begroting

  • 1. Uiterlijk in de maand september worden de begrotingen van inkomsten en van uitgaven voor het eerstvolgende boekjaar vastgesteld.

  • 2. De begroting van inkomsten vermeldt in elk geval de geraamde opbrengst van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 lid 1 sub b.

  • 3. De begroting van uitgaven vermeldt in elk geval ramingen ter zake van:

    • a. de kosten van de SWMn;

    • b. de kosten van de inning van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 lid 1 sub b, indien de inning van deze bijdragen aan derden is opgedragen;

    • c. het bedrag bestemd voor financiering van het doen van uitkeringen c.q. verstrekken van subsidies, als bedoeld in artikel 3.

Artikel 10 Jaarverslag, rekening en verantwoording

  • 1. Uiterlijk in de maand juni brengt de secretaris aan het bestuur verslag uit van de werkzaamheden der SWMn in het voorafgaande kalenderjaar, en legt de penningmeester rekening en verantwoording af over het door hem in de genoemde periode gevoerde beheer. De rekening en verantwoording vindt plaats onder overlegging van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccountant.

  • 2. Het bestuur van de SWMn stelt jaarlijks een verslag op, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de SWMn en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar; in dit verslag wordt door het bestuur rekenschap van het gevoerde beleid afgelegd.

  • 3. Het in lid 2 bedoelde verslag moet zijn gecontroleerd door een externe registeraccountant.

  • 4. Het verslag wordt ter inzage van de bij de SWMn betrokken werkgevers en werknemers neergelegd:

    • a. ten kantore van de SWMn;

    • b. op een of meer door de Minister belast met sociale zaken aan te wijzen plaatsen.

  • 5. Het verslag wordt op aanvraag van de bij de SWMn betrokken werkgevers en de werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

Artikel 11 Goedkeuring van de jaarstukken

De jaarstukken bedoeld in de artikelen 9 en 10 worden door het bestuur niet goedgekeurd en vastgesteld dan nadat één maand is verstreken sinds het bestuur de bedoelde stukken heeft toegezonden aan de Federatie en de werknemersorganisaties.

Artikel 12 Werkgeversbijdragen

  • 1. De methode van de berekening van de bijdrage, genoemd in artikel 8 lid 1 sub b, alsmede de wijze van incassering daarvan, worden bij reglement als bedoeld in artikel 14 vastgesteld.

  • 2. De hoogte alsmede de wijze van inning van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt door het bestuur van de SWMn vastgesteld.

  • 3. Het bestuur verstrekt aan de werkgeversorganisaties alle gewenste, met de inning verband houdende, inlichtingen.

Artikel 13 Besteding van de geldmiddelen

  • 1. De geldmiddelen als bedoeld in artikel 8 lid 1 worden aangewend:

    • a. ter financiering en/of subsidiëring van aktiviteiten en/of projekten als bedoeld in artikel 3;

    • b. tot betaling van casu quo reservering voor kosten verband houdende met de uitvoering van de werkzaamheden van de SWMn.

  • 2. Voor zover gelden van de SWMn voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.

  • 3. Gerede gelden, effecten en/of andere geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken.

  • 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening vaststellen.

Artikel 14 Reglementen

  • 1. Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak een of meer reglementen vaststellen.

  • 2. Een besluit tot vaststelling van een reglement wordt niet genomen dan nadat drie weken zijn verstreken sinds de dag waarop het in lid 1 bedoelde voorstel door het bestuur is toegezonden aan de Federatie en de werknemersorganisaties.

  • 3. In geval van wijziging van een reglement zijn de voorgaande leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De in lid 1 bedoelde reglementen mogen geen bepalingen bevatten welke in strijd zijn met deze statuten.

Artikel 15 Statutenwijziging

  • 1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten.

  • Artikel 14 lid 2 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de aldaar genoemde termijn van drie weken gelezen dient te worden: één maand.

  • 2. De wijziging van de statuten moet bij notariële akte tot stand komen.

  • 3. De reglementen alsmede de in deze statuten en in de reglementen aangebrachte wijzigingen treden niet in werking alvorens een volledig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur ondertekend voor een ieder ter inzage is neergelegd ter Griffie van het Kantongerecht binnen welks ressort de SWMn is gevestigd.

Artikel 16 Ontbinding

  • 1. Het bestuur is bevoegd de SWMn te ontbinden. Het bepaalde in artikel 15 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De SWMn wordt bovendien ontbonden indien het doel van de SWMn is bereikt of niet meer bereikt kan worden; voorts door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, zomede door rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

Artikel 17 Vereffening

  • 1. De vereffening geschiedt door het bestuur.

  • 2. De SWMn blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.

  • 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.

  • 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, liggende in de Metaalnijverheid en door de werkgevers- en werknemersorganisaties nader aan te geven, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de SWMn zal worden gegeven."

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 augustus 1997

C. J. Meerhof.

Naar boven