Metaal- en Elektrotechnische Industrie

Vervroegd Uittreden 1997

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN EEN GEWIJZIGDE BEPALING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN DE METAAL- EN ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIE INZAKE VERVROEGD UITTREDEN

AI Nr. 8825

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Stichting Centraal Secretariaat Metaal- en Elektrotechnische Industrie namens de FME, vereniging van ondernemingen in de metaal- en elektronika- en elektrotechnische industrie en aanverwante sectoren als partij te ener zijde mede namens de Industriebond FNV, de CNV Industrie- en Voedingsbond en de Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening en de VHP Metalektro als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Metaal- en Elektrotechnische Industrie inzake Vervroegd Uittreden, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van een gewijzigde bepaling van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 19 februari 1997 (Stcrt. 1997, nr. 38), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Metaal- en Elektrotechnische Industrie inzake Vervroegd Uittreden, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1997 artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Metaal- en Elektrotechnische Industrie inzake Vervroegd Uittreden zoals dit door partijen is gewijzigd en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV, V en VI is bepaald:

Artikel 4 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 4 Heffing1

  • 1. De door de werkgever aan de SUM te betalen bijdrage bedraagt over de periode 2 december 19961 tot en met 30 september 1997 7,9% van de loonsom in de periode 2 december 1996 tot en met 30 september 1997 en vanaf 1 oktober 1997 8% van de voor zijn onderneming in de periode 1 oktober 1997 tot en met 31 december 1997 geldende Loonsom Coördinatiewet Sociale Verzekering, vermeerderd met de niet tot deze loonsom behorende inkomsten uit hoofde van een (arbeids)overeenkomst met een onderneming van werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 1 van deze CAO, die niet zijn verzekerd ingevolge de Sociale Verzekeringswetten, via een daartoe strekkende opgave, met dien verstande dat de bijdrage over het gehele jaar 19971 niet groter zal zijn dan 7,925% van de voor zijn onderneming in het gehele jaar 19972 geldende Loonsom Coördinatiewet Sociale Verzekering, vermeerderd met de niet tot deze loonsom behorende inkomsten uit hoofde van een (arbeids)overeenkomst met een onderneming van werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 1 van deze CAO, die niet zijn verzekerd ingevolge de Sociale Verzekeringswetten, via een daartoe strekkende opgave.

  • Bij het ontbreken van een dergelijke opgave zal het bestuur in voorkomende gevallen bepalen welke inkomsten dienen te worden betrokken bij de vaststelling van de bijdrage.

  • 2.1 De heffing van de bijdrage zal in twee gelijke termijnen plaatsvinden. De eerste termijn vervalt op 15 februari, de tweede termijn vervalt op 15 augustus. De beide halfjaarlijkse bijdragen hebben een voorlopig karakter. Tegelijk met de heffing van de tweede termijn zal de definitieve afrekening over het vorige jaar plaatsvinden. De definitieve afrekening over het jaar 1996 resp. 1997 zal plaatsvinden in augustus 1997 resp. augustus 1998.

  • 3. Bij niet tijdige betaling van een of meer van de verschuldigde bijdragen is rente verschuldigd. Deze rente wordt in rekening gebracht vanaf de dag dat de verschuldigde bijdrage dient te zijn voldaan.

  • Hierbij geldt het op dat moment vastgelegde percentage wettelijke rente.

  • 4. De werkgever is gerechtigd in te houden als bijdrage in de kosten van de in het reglement beschreven regeling over de periode:

    • 2 december 19961 tot en met 30 september 1997 3,3% van het bruto inkomen van de werknemer.

    • 1 oktober 1997 t/m 31 december 1997 3,4% van het bruto inkomen van de werknemer."

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 14 augustus 1997

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Ingeval deze overeenkomst na 31 december 1997 niet wordt voortgezet, zullen de aanspraken en rechten uit hoofde van deze overeenkomst geldend blijven en zullen de daarvoor benodigde premies worden vastgesteld en geheven met inachtneming c.q. analoge toepassing van de bepalingen van dit artikel.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht en geen nawerking.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

Naar boven