Regeling identiteitsbewijs geprivilegieerden

7 augustus 1997

nr. 902/97

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op het op 18 april 1961 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, met twee protocollen (Trb. 1962, 159);

Gelet op het op 24 april 1963 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen (Trb. 1981, 143);

Gelet op de zetelovereenkomsten met in Nederland gevestigde internationale organisaties opgesomd in bijlage 1;

Gelet op overige in Nederland gevestigde internationale organisaties zonder zetelovereenkomst opgesomd in bijlage 1;

Besluit:

Artikel 1

1. De Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt identiteitsbewijzen aan geprivilegieerden, welke groep omvat de personeels- en gezinsleden van het Corps Diplomatique, het Corps Consulaire en de Internationale Organisaties.

2. In de bijlage bij dit besluit is opgenomen een lijst van internationale organisaties, aan de familieleden en het personeel waarvan een identiteitsbewijs geprivilegieerden kan worden verstrekt.

3. Het vóór de inwerkingtreding van deze regeling uitgegeven identiteitsbewijs tezamen geldig met het geldig nationaal paspoort van de geprivilegieerden, wordt vervangen door een nieuw document: het identiteitsbewijs geprivilegieerden.

4. Het identiteitsbewijs geprivilegieerden kan tevens gebruikt worden als legitimatiebewijs in die gevallen dat geprivilegieerden zich dienen te legitimeren.

Artikel 2

Het identiteitsbewijs geprivilegieerden blijft na uitgifte eigendom van de Staat der Nederlanden.

Artikel 3

1. Het identiteitsbewijs geprivilegieerden voldoet aan specifieke kenmerken, zoals vermeld in bijlage 2 van deze regeling. Deze bijlage bevat eveneens het model van dit bewijs.

2. Het model van het identiteitsbewijs geprivilegieerden is tevens opgenomen in de Vreemdelingencirculaire.

Artikel 4

Het legitimatiebewijs dat voor de inwerkingtreding van deze regeling door de Minister van Buitenlandse Zaken is uitgegeven verliest zijn geldigheid op 1 januari 1999.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking op 11 augustus 1997.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling identiteitsbewijs geprivilegieerden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, a.i.
G. Zalm.

Toelichting

Inleiding

Diplomaten en personeel van internationale organisaties, hierna met geprivilegieerden aangeduid, hebben een bijzondere status in Nederland. Deze status houdt onder meer in dat zij vrijgesteld zijn van registratie bij de vreemdelingendienst en van registratie in het normale bevolkingsregister van de gemeente waar zij (zullen) resideren. Verder genieten geprivilegieerden in Nederland bepaalde voordelen en immuniteit ten aanzien van de Nederlandse rechtsmacht.

Uiteraard moeten geprivilegieerden zich kunnen legitimeren (aantonen functie en status) en identificeren (aantonen als persoon). Tot heden werd aan geprivilegieerden op basis van hoofdstuk B 20 van de Vreemdelingen-circulaire vanwege het Ministerie van Buitenlandse Zaken een legitimatiebewijs afgegeven of bedienden zij zich van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gewaarmerkte identiteitskaart van de betreffende internationale organisatie. De modellen van deze thans nog bestaande legitimatiebewijzen en identiteitskaarten zijn opgenomen in hoofdstuk D6 van de Vreemdelingencirculaire.

De bestaande legitimatiebewijzen en identiteitskaarten voor geprivilegieerden voldoen niet meer. Uit het oogpunt van kenbaarheid, gebruiksgemak en fraudebestrijding bestaat de noodzaak een nieuw document voor geprivilegieerden in te voeren. Deze regeling roept een dergelijk document in het leven, waarmee leden van ambassades, consulaire posten en internationale organisaties, alsmede hun familieleden en personeel zich voortaan zullen kunnen legitimeren en identificeren.

Het nieuwe identiteitsbewijs is verwant aan het vernieuwde vreemdelingendocument en asielzoekersdocument van het Ministerie van Justitie. Het deelt met die documenten bepaalde kenmerken, voorwaarden voor een goede controle door bevoegde instanties. Het heeft voor het overige een van het Justitiedocument verschillend(e) uiterlijk en uitstraling conform het doel van het geprivilegieerdendocument.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Lid 1. Het identiteitsbewijs voor geprivilegieerden zal bij een apart besluit van de Minister van Justitie op grond van art. 1 lid 2 van die wet erkend worden als identiteitsbewijs in de zin van de Wet op de Identificatieplicht.

Volgens de WID moet iedereen, ook vreemdelingen, vanaf de leeftijd van 12 jaar zich kunnen identificeren. Identificatie is verplicht bij het verrichten van bepaalde handelingen, zoals bijvoorbeeld bij financiële transacties bij een bank, bij de notaris of bij een bezoek aan een voetbalwedstrijd. Vreemdelingen moeten zich kunnen identificeren bij controle vanwege binnenlands vreemdelingentoezicht. Aan de bestaande ID-bewijzen wordt het bij dit besluit in het leven geroepen nieuwe geprivilegieerdenbewijs toegevoegd.

Lid 2. De lijst van internationale organisaties in bijlage 1 geeft de mogelijkheid te controleren of familie en personeel van een internationale organisatie in aanmerking komt voor een identiteitsbewijs voor geprivilegieerden in de zin van dit besluit. Deze lijst kan naar behoefte worden uitgebreid.

Lid 4. Een belangrijk voordeel van het identiteitsbewijs geprivilegieerden is dat het tegelijkertijd kan dienen als identificatie- en als legitimatiebewijs. Door deze combinatie van functies is het identiteitsbewijs gebruiksvriendelijker dan de legitimatiebewijzen oude stijl.

Artikel 2

Houders van een identiteitsbewijs geprivilegieerden, dan wel hun familie of nabestaanden, dienen hun identiteitsbewijs bij het vervallen van hun geprivilegieerdenstatus, bij definitief vertrek uit Nederland of bij het vervallen van de geldigheidsdatum in te leveren bij de afgevende instantie, tevens eigenaar van het identiteitsbewijs, te weten het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 3

Lid 1. Het model van het identiteitsbewijs geprivilegieerden is in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen, alsmede in de Vreemdelingencirculaire. Daardoor is controle mogelijk door instanties, bedrijven en derden van in de praktijk gehanteerde geprivilegieerdendocumenten. Bij twijfel inzake de echtheid van een geprivilegieerdendocument kan men zich verstaan met de Directie kabinet en Protocol, afdeling Buitenlandse Missies. Voorrechten en Immuniteiten (DKP/BV) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, alwaar gegevens geverifieerd kunnen worden en waar informatie kan worden opgevraagd.

Artikel 4

Het ligt in de bedoeling het nieuwe geprivilegieerdendocument gefaseerd in te voeren. De geldigheid van de thans bestaande legitimatiebewijzen vervalt per 1 januari 1999.

Bijlage 1 Regeling identiteitsbewijzen geprivilegieerden

I. Internationale organisaties met zetelovereenkomsten

Statuut van het International Gerechtshof, San Francisco, 26 juni 1945. In werking getreden op 24-10-1945.

Staatsblad. F 321 (Ne, En); Trb. 1951, 90; 1952, 9; 1953, 57; 1956, 45; 1956, 119; 1957, 235; 1959, 38; 1965, 171; 1971, 55 (En.Fr.); 1979, 36; 1987, 114 (herziene Ned. vert.).

Statuut van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht,

’s-Gravenhage, 31 oktober 1951.

In werking getreden op 15-7-1955.

Trb. 1953, 80 (Fr, vert. Ne); 1955, 150; 1959, 181; 1960, 31, 170; 1963, 22; 1965, 169; 1967, 32; 1968, 117, 1969, 94; 1973, 66, 1978, 2; 1984, 141; 1994, 87.

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Amerikaanse Regering, houdende een overeenkomst betreffende de oprichting van een Technisch Studie-centrum voor de luchtverdediging,

’s-Gravenhage, 14 december 1954. In werking getreden op 14 december 1954.

Trb. 1955, 1; 1955, 36; 1956, 42; 1959, 210.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Algemeen Hoofdkwartier van de geallieerde Mogendheden in Europa inzake de bijzondere voorwaarden, die toepasselijk zijn op de vestiging en het functioneren van internationale militaire hoofdkwartieren binnen het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, (Technisch Centrum van Shape),

Parijs, 25 mei 1964. In werking getreden op 13-4-1965.

Trb. 1964, 131 (Ne, En, Fr); 1965, 63; 1969, 60; 1969, 165.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) betreffende de vestiging te Petten van een inrichting van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op het gebied van de kernenergie,

Brussel, 25 juli 1961. In werking getreden op 25-7-1961.

Zie Trb. 1961, 142 en Trb. 1961, 143.

Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, met Bijlage (te weten de Eenvormige Beneluxwet op de warenmerken),

Brussel, 19 maart 1962. In werking getreden (verdrag) op 1-7-1969; in werking getreden (bijlage) op 1-1-1971.

Trb. 1962, 58 (Ne, Fr); 1969, 116; 1970, 205; 1974, 216, 1978, 176; 1989, 89.

Benelux-Verdrag inzake Tekeningen of Modellen,

Brussel, 25 oktober 1966. In werking getreden op 1-1-1974.

Trb. 1966, 292 (Ne, Fr), 1974, 66; 1974, 217; 1986, 177; 1989, 90.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese organisatie voor ruimteonderzoek inzake de oprichtingen het functioneren van het Europese Centrum voor

ruimtevaarttechniek, ’s-Gravenhage, 2 februari 1967.

In werking getreden op 31-7-1967.

Trb. 1967, 9 (Ne, En, Fr); 1967, 105; 1976, 59.

Briefwisseling tussen de Nederlandse Regering en het Algemeen Hoofd-kwartier van de Geallieerde Mogend-heden in Europa (SHAPE) betreffende het functioneren in Nederland van het Hoofdkwartier van de Geallieerde strijdkrachten in Centraal-Europa (AFCENT),

Casteau/Brussel, 26 mei 1969/17 juni 1969

In werking getreden op 7-6-1971 met terugwerkende kracht vanaf 15-3-1967.

Trb. 1969, 166 (En, vert. Ne); 1970, 44; 1971, 119.

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Raad van Bestuur ingesteld bij het Statuut van de Europese School, betreffende het functioneren van de Europese School in Nederland,

’s-Gravenhage, 29 april 1970.

In werking getreden op 14-10-1970.

Trb. 1970, 95 (Ne); 1970, 177.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooiorganisatie betreffende het onderdeel van het Europees Octrooibureau in ’s-Gravenhage,

München, 19 oktober 1977.

In werking getreden op 19-10-1977.

Trb. 1978, 16 (Ne, En, Fr.).

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart ’EUROCONTROL’ inzake de vestiging van ’EUROCONTROL’ te Beek (Limburg),

’s-Gravenhage/Brussel, 10 oktober 1975/31 oktober 1975. In werking getreden op 25-6-1976 met terugwerkende kracht tot 1-1-1974 voor wat betreft het gestelde onder 1, 2 en 3.

Trb. 1975, 161 (Ne); 1976, 93.

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur houdende een overeenkomst betreffende het ITC-UNESCO-Centrum voor geïntegreerde kartering,

Parijs, 5 september 1977/1 juni 1978.

In werking getreden op 1-7-1979.

Trb. 1978, 144 (En, vert. Ne); 1979, 88.

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie houdende een overeenkomst inzake het functioneren in Nederland van het NATO Airborne Early Warning and Control Programme Management Agency (NAPMA),

Brussel/’s-Gravenhage, 31 augustus 1979/11 september 1979. In werking getreden op 11-9-1979 met terugwerkende kracht vanaf 1-7-1979.

Trb. 1979, 159 (En); 1982, 62.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Thee Promotie Associatie (ITPA) betreffende de zetel van de Organisatie,

’s-Gravenhage, 30 januari 1980. In werking getreden op 30-1-1980.

Overeenkomst opgeschort van 30-9-1987 tot en met 30-6-1989.

Trb. 1980, 49 (En); 1987, 173.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Dienst voor nationaal landbouwkundig onderzoek (ISNAR) betreffende de zetel van de Organisatie,

’s-Gravenhage, 2 juni 1980. In werking getreden op 2-6-1980.

Trb. 1980, 110 (En).

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling,

’s-Gravenhage, 7 augustus 1984.

In werking getreden op 7-8-1984.

Trb. 1984, 99 (En.).

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Financieringsmaatchappij (IFC) inzake het African Training and Management Services (ATMS) Project van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties,

Amsterdam, 13 april 1989. In werking getreden op 13-5-1989.

Trb. 1989, 61 (En).

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Secretaris-Generaal van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht inzake de verlening van belastingvrijstelling,

’s-Gravenhage, 8 mei 1989/10 mei 1989. In werking getreden op 10-5-1989.

Trb. 1989, 73 (Fr).

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Universiteit van de Verenigde Naties inzake het Instituut voor nieuwe technologieën van de Universiteit van de Verenigde Naties,

’s-Gravenhage, 11 mei 1989. In werking getreden op 17-12-1989.

Trb. 1989, 74 (En); 1990, 9.

Memorandum van Overeenstemming tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Universiteit van de Verenigde Naties,

’s-Gravenhage, 11 mei 1989. In werking getreden op 17-12-1989.

Trb. 1989, 75 (En); 1989, 106 (vert.Ne); 1990, 8.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Organisatie voor Migratie inzake de uitvoerende activiteiten van de Organisatie in Nederland

’s-Gravenhage, 1 mei 1990. In werking getreden op 18-4-1991.

Trb. 1990, 80 (En); 1990, 110 (vert.Ne); 1991, 72.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Organisatie voor Migratie betreffende de juridische status, de voorrechten en immuniteiten van de Organisatie in Nederland,

’s-Gravenhage, 1 mei 1990. In werking getreden op 1-5-1990.

Trb. 1990, 81.

Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake voorrechten en immuniteiten van de Nederlandse Taalunie,

’s-Gravenhage, 13 juli 1990. In werking getreden op 17-1-1994.

Trb. 1990, 124 (Ne).

Zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Nikkel Studie Groep,

’s-Gravenhage, 28 mei 1991. In werking getreden op 11-7-1991.

Trb. 1991, 96 (En); 1991, 130.

Zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen,

’s-Gravenhage, 19 december 1991.

In werking getreden op 19-2-1992.

Trb. 1992, 8 (En); 1992, 27; 1993, 169.

Besluit in onderlinge overeenstemming genomen door de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, op het niveau van de Staatshoofden en de Regeringsleiders bijeen, inzake de vaststelling van de zetels van bepaalde organisaties en diensten van de Europese Gemeenschappen en Europol,

Brussel, 29 oktober 1993. In werking getreden op 29-10-1993.

Trb.1994, 266 (rubr.J:Ne).

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens betreffende de zetel van de Commissie,

’s-Gravenhage, 8 december 1993. In werking getreden op 23-2-1994.

Trb. 1994, 22 (Ne, En, Fr); 1994, 67.

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de zetel van het International Tribunaal voor de vervolging van personen verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht op

het grondgebied van het voormalig Joegoslavië sedert 1991,

New York, 29 juli 1994. In werking getreden op 17-11-1994.

Trb. 1994, 189 (En).

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Wereldgezond-heidsorganisatie inzake de Eenheid

in Bilthoven van het Regionaal Bureau voor Europa van de Wereldgezond-heidsorganisatie,

Kopenhagen, 12 september 1994. In werking getreden op 22-12-1994.

Trb. 1994, 219 (En).

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties houdende een verdrag inzake de toepassing van het tussen Partijen gesloten Verdrag betreffende de zetel van het Internationaal Tribunaal voor het voormalig Joegoslavië, op de werkzaamheden en handelingen van het Internationaal Tribunaal voor Ruanda,

New York, 22/24 april 1996. In werking getreden op 1-6-1996.

Trb. 1996, 143 (En.).

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OVCW) betreffende de zetel van de OVCW, met Afzonderlijke Regeling,

’s-Gravenhage, 22 mei 1997. In werking getreden op 7-6-1997.

Trb.1997, 144 (Ne).

II Internationale organisaties zonder zetelovereenkomst

Het Bureau van de Hoge Commisssaris van de VN voor vluchtelingen, UNHCR, opgericht bij resolutie 428 (V) van de Algemene Vergadering van de Ver-enigde Naties van 14 december 1950.

Het Permanent Hof van Arbitrage, zie art. 43 van het Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen, ’s-Gravenhage 18 oktober 1907, Stb. 1910, 73.

Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (verdrag in ontwerpfase).

Iran-United States Claims Tribunal, ingesteld bij art. 11 van de Verklaring van de Regering van de Demokratische Volksrepubliek Algerije van 19 januari 1981, Trb. 1981, 155, p. 11 e.v.

Bijlage 2 Regeling identiteitsbewijs geprivilegieerden

1. Beschrijving van kenmerken

De bewijzen komen in afmeting overeen met ISO 7810 (formaat ID 1, 54 x 85,6 mm), voor de dikte wordt het bovenste gebied in de tolerantie aangehouden.

Materiaal:

1- De kaarten zijn opgebouwd uit 4 lagen wit pvc die in een lamineerproces worden verbonden.

- Het witte pvc materiaal is fluorescerend overeenkomstig de specimen exemplaren.

- De afzonderlijke lagen zijn ruim 200 um dik om de juiste dikte in de bovenste helft van de tolerantie in dikte te krijgen.

- De bovenste laag en de onderste laag zijn voorzien van een bedrukking overeenkomstig het grafische security-ontwerp.

- Over de bedrukking is een laag aangebracht van een pvc-lak, die de fluorescentie van het pvc in geringe mate afschermt.

- De laklaag is bedoeld voor het evenwichtig functioneren van het personali-seringsproces.

Bedrukking:

Beide zijde krijgen een bedrukking in vijf kleuren offset als volgt:

- Groen PMS 347

- Blauw PMS 2995

- Cool grey 8

- Iris PMS 116 / PMS 178, het hart van de iris overgang op 30 mm van de rechter zijde

- Groen PMS 3298 voor de tekst

- Aan de achterzijde als extra een bedrukking in zeeefdruk, (een leeuw links beneden en een tekst links boven), met de in de kleuren groen en blauw

variërende OV-inkt 9 Z 5050 A.

- De laklaag aan beide zijde is in zeefdruk aangebracht.

Aan beide zijde wordt de informatie afgeschermd door een transparante kinegrafische overlay. In de overlay is een speciaal gevormde ruimte uitgespaard aan de linkerzijde.

Op de kaart worden de volgende gegevens aangebracht:

naam

geboortedatum

nationaliteit

functie

Het bewijs zal worden voorzien van een elektronisch overgebrachte handtekening en kleurenfoto van de houder. Het geheel zal aan beide zijden worden voorzien van een kinegrafisch folie dat de volgende kenmerken bezit:

2. Coderingen

Ter onderscheiding van de status van de houder wordt een van de volgende coderingen op het bewijs aangebracht:

Voor personeel van Ambassades:

AD Diplomatiek Personeel

BD Administratief en Technisch Personeel

ED Bedienend Personeel in dienst van de Ambassade

PD Bedienend Personeel in dienst van Personeel van de Ambassade

TD Lid van de huishouding van Personeel van de Ambassade

Voor personeel van Consulaten:

AC Consulair Personeel

BC Administratief en Technisch Personeel

EC Bedienend Personeel in dienst van het Consulaat

PC Bedienend Personeel in dienst van Personeel van het Consulaat

TC Lid van de huishouding van Personeel van het Consulaat

Voor personeel van Internationale Organisaties:

AO Personeel van Internationale Organisaties gelijkgesteld met Diplomatiek Personeel

BO Administratief en Technisch Personeel

EO Bedienend Personeel in dienst van de Internationale Organisatie

PO Bedienend Personeel in dienst van Personeel van de Internationale Organisatie

TO Lid van de huishouding van Personeel van de Internationale Organisatie

Nederlanders in dienst van genoemde instellingen worden onderscheiden door achter de bovengenoemde codering de aanduiding /NL te plaatsen, duurzaam in Nederland verblijvende vreemdelingen krijgen als toevoeging /DV. Experts op Bijzondere Missie, in dienst van bepaalde internationale organisaties, krijgen de toevoeging /EM.

3. Het model van het identiteitsbewijs geprivilegieerden.

Het model van het identiteitsbewijs geprivilegieerden ziet er als volgt uit:

Voorzijde

Achterzijde

Naar boven