Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2 mei 1997, kenmerk 621365/597/IV gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op artikel 40, derde en vierde lid, van de Politiewet 1993;
Hebben goedgevonden en verstaan
Enig artikel
Met ingang van 1 april 1997:
a. te herbenoemen tot voorzitter, tevens lid, van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten:
de heer drs. R.J. de Wit, oud-Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland;
b. te herbenoemen tot 1 juli 1997 en met ingang van voornoemde datum eervol ontslag te verlenen aan het lid van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten uit de leden van het Openbaar Ministerie:
de heer mr. R.A. Gonsalves, procureur-generaal te ’s-Hertogenbosch;
c. met ingang van 1 juli 1997 te benoemen tot lid van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten uit de leden van het Openbaar Ministerie:
de heer mr. D.W. Steenhuis, procureur-generaal te Leeuwarden;
d. te herbenoemen tot adviserende leden van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten:
1. uit de korpschefs van de regionale politiekorpsen:
de heer P. van Brakel, korpschef van het regionaal politiekorps Friesland;
2. uit de kring van de Koninklijke marechaussee:
de heer D.G.J. Fabius, commandant van het wapen der Koninklijke marechaussee.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat terugwerkt tot en met 1 april 1997. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.