Bekendmaking inzake Dienstplicht

Ingevolge het koninklijk besluit van 14 april 1997 (Stb. 163) is de Kaderwet dienstplicht, gepubliceerd in Stb. 1997, 139, met ingang van 1 mei 1997 in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze wet, die onder meer de Dienstplichtwet vervangt, is thans ook formeel de opkomstplicht opgeschort. Dit betekent dat de voor de dienstplicht ingeschrevenen thans niet meer worden opgeroepen om in werkelijke dienst te komen.

Mocht b.v. de toekomstige internationale veiligheidssituatie daartoe aanleiding geven dan biedt de wet de mogelijkheid tot beNindiging van de eerdergenoemde opschorting, de zgn. reactivering van het dienstplichtstelsel. Dit kan slechts plaatsvinden bij koninklijk besluit waartegen bovendien van de zijde van de beide Kamers der Staten-Generaal geen overwegende bezwaren bestaan.

Om deze reactivering mogelijk te maken, zal de inschrijving voor de dienstplicht worden voortgezet. Als hoofdregel geldt dat voor de dienstplicht wordt ingeschreven de mannelijke Nederlander die in het jaar waarin hij 17 jaar wordt, als ingezetene is opgenomen in een basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente. In de praktijk zal de ingeschrevene hiervan weinig merken. Alleen bij reactivering van het dienstplichtstelsel kan hij voor een keuring worden opgeroepen. Bij gebleken geschiktheid voor het vervullen van de werkelijke dienst, wordt hij op dat moment aangemerkt als dienstplichtige.

De inwerkingtreding van de Kaderwet dienstplicht heeft op grond van het overgangsrecht een aantal gevolgen voor degenen die onder de werking van de Dienstplichtwet vielen. De belangrijkste daarvan, waaronder een aantal positiewijzigingen van rechtswege, zijn de volgende.

- Zij die vóór 1 mei 1997 als ingeschrevenen waren aangemerkt, blijven dat onder de nieuwe wet. Zonder reactivering is er geen sprake van keuring en geschiktverklaring en bestaat er voor hen geen opkomstverplichting voor opleiding en oefening of andere werkelijke dienst.

- Zij die vóór 1 mei 1997 zijn goedgekeurd en/of ingelijfd (in persoon, of buiten tegenwoordigheid b.v. wegens studie-uitstel) als gewoon dienstplichtigen maar (nu dus) niet meer voor eerste oefening worden opgeroepen, worden voortaan aangemerkt als ingeschrevenen voor de dienstplicht.

- Zij die voorgoed ongeschikt zijn verklaard onder de Dienstplichtwet blijven dat ook onder de nieuwe wet.

- Zij die op grond van de Dienstplichtwet zijn uitgesloten van de dienst behouden die positie.

- De opschorting is ook van toepassing op degenen die eerder tot buitengewoon dienstplichtigen werden verklaard (b.v. wegens vrijstelling). Op basis van de nieuwe wet worden zij aangemerkt als dienstplichtigen. Zij zullen overigens bij reactivering nog slechts kunnen worden opgeroepen voor het vervullen van werkelijke dienst in geval van buitengewone omstandigheden, zoals ook onder de Dienstplichtwet.

- Zolang er nog onvoldoende uit voormalig beroepspersoneel afkomstige reservisten beschikbaar zijn, blijven de gewoon dienstplichtigen aan wie na de vervulling van de eerste oefening groot verlof is verleend opkomstplichtig. Zij worden in de nieuwe wet eveneens als dienstplichtigen aangemerkt. In beginsel kunnen zij, ook zonder reactivering, nog worden opgeroepen voor herhalingsoefeningen en in geval van buitengewone omstandigheden. Dit geldt voor soldaten tot uiterlijk 1 oktober van het jaar waarin zij 35 jaar worden. Voor korporaals en onderofficieren is dit 40 jaar en voor officieren 45 jaar.

Voor nadere informatie kunt U zich op werkdagen, tussen 09:00 en 11:00 uur, wenden tot de Afdeling Dienstplichtzaken, tel: 045 - 5469300 of 5469600, dan wel, voor degenen die de eerste oefening hebben volbracht, tot de CDPO/Info, tel: 070 - 3166969.

Deze publicatie bevat een samenvatting van de meest belangrijke overgangsrechtelijke bepalingen. Er kunnen daarom geen rechten aan worden ontleend.

Naar boven