Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling emolumenten
burgerlijk rijkspersoneel
«Circulaire aan de Ministers»
17 juni 1997
Nr. AD97/U517
Directie Personeelsmanagement Rijksdienst
Onderwerp: Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling
emolumenten burgerlijk rijkspersoneel v.w.b.
A. het maximum verrekeningsbedrag voor inwoning
B. de maximumverrekeningsbedragen voor verwarming, elektriciteit
e.d.
Doelstelling: informatie
Juridische grondslag: geen
Relatie met andere circulaires: AD96/U499, dd. 21 juni 1996 en AD96/U1085,
dd. 17 december 1996
I. Inleiding/managementinformatie
In deze circulaire worden de verrekeningsbedragen betreffende inwoning,
verwarming, energie en water bekendgemaakt, zoals deze per 1 juli 1997 gaan
gelden. Voor de ambtenaar voor wie reeds inhoudingen op grond van het Besluit
betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel via het IPA-salarissysteem
plaatsvinden, zullen de onderhavige wijzigingen voor zover van toepassing
automatisch worden aangepast.
II. Aanpassing verrekeningsbedragen inwoning per 1 juli
1997
In verband met de aanpassing van huren per 1 juli 1997 wordt het maximale
verrekeningsbedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van inwoning, bedoeld
in artikel 2, eerste lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk
rijkspersoneel met 3,6% verhoogd. Hierdoor wordt het betreffende verrekeningsbedrag
voor inwoning per 1 juli 1997 vastgesteld op f 367,00 (was f 355,00).
De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang
zijn ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten
burgerlijk rijkspersoneel, dienen naar van de zijde van de Belastingdienst
is vernomen per 1 juli 1997 eveneens met 3,6% te worden verhoogd.
Woningen welke op of na 1 juli 1996 gereed zijn gekomen vallen buiten
deze verhoging.
In afwijking van het vorenstaande dient een extra huurverhoging in aanmerking
te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning,
behalve door de algemene verhoging van 3,6%, mede door andere factoren
is beïnvloed, bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de inhoudings-plichtige
aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.
III. Maximumverrekeningsbedragen verwarming, elektriciteit
e.d.
De maximumverrekeningsbedragen voor het van rijkswege verstrekte genot
van verwarming, elektrische energie e.d. genoemd in artikel 3, eerste lid,
onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel
worden, overeenkomstig de gebruikelijke systematiek, aangepast aan de hand
van de prijsontwikkeling in de periode van april 1996 tot april 1997.
Dit leidt ertoe dat bedoelde bedragen per 1 juli 1997 als volgt wijzigen:

De bedragen met betrekking tot elektrische energie anders dan voor verwarming
van de woning en voor kookdoeleinden alsmede voor leidingwater blijven ongewijzigd
(f 31,00 respectievelijk f 27,00).
Met het in afschrift bijgevoegde besluit, zijn de hiervoor genoemde bedragen
alsook bedragen die niet per 1 juli 1997 worden aangepast maar voorkomen in
mijn besluit van 17 december 1996, AD96/U1085 (Stcrt. 248), opgenomen.
Ik verzoek u met bovengenoemde wijzigingen rekening te houden.
De Minister van Binnenlandse Zaken,voor deze,
de
directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
A. H. C. Annink.
17 juni 1997/Nr. AD97/U517
Directie Personeelsmanagement Rijksdienst
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Gelet op het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt onder Besluit verstaan het Besluit betaling emolumenten
burgerlijk rijkspersoneel.
Artikel 2
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van kost, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld
op f 341,00 per maand.
Artikel 3
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt
gesteld op f 367,00 per maand.
Artikel 4
Het verschuldigde bedrag voor kost voor de belanghebbende, bedoeld in
artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 249,00 per maand.
Artikel 5
Het verschuldigde bedrag voor inwoning voor de belanghebbende, bedoeld
in artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 241,00 per maand.
Artikel 6
Bij geoorloofde afwezigheid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 2, derde
lid, van het Besluit gesteld op f 8,00 per dag.
Artikel 7
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van verwarming van de woning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub
b, van het Besluit, wordt gesteld op f 99,00.
Artikel 8
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van energie voor kookdoeleinden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub
c, van het Besluit wordt gesteld op f 37,00.
Artikel 9
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van elektrische energie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub d, van
het Besluit, wordt gesteld op f 31,00.
Artikel 10
Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte
genot van leidingwater, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub e, van het Besluit,
wordt gesteld op
f 27,00.
Artikel 11
Het verschuldigde bedrag voor het privé-gebruik van een dienstauto
bedoeld in artikel 3a, eerste lid, bedraagt 36 cent per afgelegde kilometer.
Artikel 12
De regeling van 17 december 1996, nr. AD96/U1080 (Stcrt. 248), wordt ingetrokken.
Artikel 13
Deze regeling, die zal worden gepubliceerd in de Staatscourant, treedt
in werking met ingang van 1 juli 1997.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
A. H. C. Annink.