Besluit beleggingsbeleid

Het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie;

Besluit:

Artikel 1 Doelstelling

Het tegen de laagst mogelijke kosten financieren van betalingsverplichtingen en tegen het hoogst haalbare rendement beleggen van surplus gelden.

Artikel 2 Beleggingsbeleid

1. De Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie heeft tot taak het op elkaar afstemmen van de inkomende en uitgaande geldstromen. De voor de belegging bestemde middelen worden aangewend voor het aanvullen c.q. aanpassen van de wettelijk vereiste reserve. De surplus liquide middelen worden zo rendabel mogelijk belegd op de geldmarkt.

2. De Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie belegt uitsluitend conform de Regeling beleggingsvoorschriften van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het toetsingskader van het CTSV als gepubliceerd in de Staatscourant nr. 19 van 26 januari 1996.

3. In artikel 2 van de Regeling staat beschreven waaraan het beleggingsbeleid van de fondsbeheerder moet voldoen.

’Een fondsbeheerder draagt met betrekking tot de door hem beheerde fondsen de zorg voor de belegging van de middelen met inachtneming van in redelijkheid vast te stellen eisen van liquiditeit en solvabiliteit en, binnen dat kader, van rentabiliteit.

4. Door de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie wordt gebruik gemaakt van de volgende beleggingsinstrumenten:

callgeld, deposito, kasgeldlening, commercial paper, certificate of deposits, Dutch treasury certificates, Nederlandse bank certificaten, obligaties, onderhandse leningen en medium term notes.

Risico afdekking vindt plaats door middel van Future Rate Agreements en valutaswaps.

5. Voor de looptijden van de beleggingen wordt paragraaf 3 van het toetsingskader van het CTSV gehanteerd, hetgeen voor het toegestane deel van de middelen neerkomt op een gemiddelde looptijd van ten hoogste 5,5 jaar (totale looptijd maximaal 10 jaar).

6. Wat de debiteuren betreft zal de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie zich houden aan de in paragraaf 2 van het toetsingskader genoemde partijen.

7. De spreiding van risico’s in relatie tot het eigen vermogen van de debiteur geschiedt binnen het kader van paragraaf 4 van het toetsingskader.

8. In overleg met de (overige) uitvoeringsinstelling(en) en het CTSV wordt gezocht naar een werkbaar performance model. Naar verwachting zal dat in het tweede halfjaar 1996 gestalte krijgen.

Artikel 3 Administratieve organisatie

De Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie is conform paragraaf 1 van het Toetsingskader de formele fondsbeheerder van de wachtgeldfondsen en ziekengeldkassen. De Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie heeft aan GAK Nederland BV opgedragen de fondsen te beheren conform bovenstaande doelstelling en beleggingsbeleid; de feitelijke uitvoering geschiedt door GAK Treasury, onderdeel van GAK Nederland BV, met inachtneming van het gestelde in Bijlage 2 van het Toetsingskader, zijnde de Gedragsregels inzake fondsbeheer, bedoeld in paragraaf 9 van het toetsingskader fondsbeheer.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop dit besluit is goedgekeurd door het College van toezicht sociale verzekeringen.

Artikel 5

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit beleggingsbeleid Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie.

Aldus door het bestuur vastgesteld op 10 april 1996.

Toelichting

Het College van toezicht sociale verzekeringen (Ctsv) heeft te kennen gegeven dat het Besluit ’Aanhouden gelden sociale verzekeringsfondsen’ is komen te vervallen. In Staatscourant nr. 19 van 26 januari 1996 is de nieuwe Regeling beleggingsvoorschriften sociale verzekeringsfondsen 1996 gepubliceerd.

Voor het in werking treden van de hiervoor vermelde nieuwe Regeling beleggingsvoorschriften had het bestuur het doen van beleggingen gemandateerd aan het GAK voor wat betreft de ziekengeld- en wachtgeldverzekering.

Het Ctsv heeft in een en ander aanleiding gezien besluiten inzake het beleggingsbeleid van fondsbeheerders onder de werking van de Regeling voorlegging besluiten uitvoeringsinstanties te brengen. Dit betekent dat dergelijke besluiten de goedkeuring vooraf van het Ctsv behoeven.

De besturen van de bedrijfsverenigingen (de formele fondsbeheerders) dienen binnen dit kader een beleggingsbeleid vast te stellen en aan het Ctsv ter goedkeuring voor te leggen.

In afwijking van de oude regelgeving is volgens de nieuwe regelgeving nu het volgende toegestaan:

Elke onderneming komt in principe in aanmerking als tegenpartij, mits kredietwaardig en van voldoende omvang. Dit geldt voor Nederlandse- en verzekeringsconcerns, grote beursgenoteerde ondernemingen, overheden en nutsbedrijven.

Transacties met debiteuren in vreemde valuta; hiervoor geldt dat het valuta-risico altijd moeten worden afgedekt door middel van een valutaswap.

Beleggingstransacties met future rate agreements (FRA) zijn nu toegestaan.

Er zal met de nodige prudentie gebruik gemaakt worden van deze opties.

Ter beoordeling van de kredietwaardigheid van de Nederlandse ondernemingen wordt gebruik gemaakt van GIM-ratings, voor buitenlandse debiteuren wordt Moody’s en Standard Poor’s gehanteerd.

In het licht van de onzekere ontwikkelingen in de sociale sector zal voor de lange vastrentende portefeuille (wettelijke reserve) gestreefd worden naar een betere verhandelhaarheid, zo mogelijk met verbetering van het rendement. Voor de korte beleggingen wordt gewerkt aan verfijning van de prognoses.

Afhankelijk van bewegingen op de geld- en kapitaalmarkt wordt gekozen voor de meest gunstige looptijd c.q. beleggingsinstrument.

Dit besluit is op 29 maart 1996 goedgekeurd door het College van Toezicht Sociale Verzekeringen (Ctsv).

Naar boven