Regeling afgifte zevendaagse kentekenbewijzen

«Wegenverkeerswet 1994»

18 maart 1996

Nr. RV 215133

Hoofddirectie van de Waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 50, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. zevendaags kentekenbewijs: kentekenbewijs, bevattende de enkele letter Z en twee groepen van twee cijfers;

b. erkend bedrijf: natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een erkenning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de wet is verleend.

Artikel 2 Aanvraag door een ander dan een erkend bedrijf

1. De aanvraag van een zevendaags kentekenbewijs door een ander dan een erkend bedrijf dient te worden ingediend bij een daartoe aangewezen vestiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer.

2. Bij de in het eerste lid bedoelde aanvraag dient het voertuig waarvoor het zevendaags kentekenbewijs wordt aangevraagd te worden getoond en dient de aanvrager de volgende documenten te overleggen:

a. één van de legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 9 van de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen, en

b. de originele aankoopnota met daarop vermeld het identificatienummer van het voertuig.

Artikel 3 Aanvraag door erkend bedrijf voor het buiten Nederland brengen van een voertuig

1. Bij de aanvraag van een zevendaags kentekenbewijs door een erkend bedrijf voor het buiten Nederland brengen van een voertuig dient het erkende bedrijf het volgende document te overleggen:

a. indien de aanvraag wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig:

een verklaring met daarop vermeld het identificatienummer van het voertuig waaruit blijkt dat de aanvrager het voertuig heeft gefabriceerd, en

b. indien de aanvraag wordt ingediend door een ander dan de fabrikant van het voertuig: de aankoopnota met daarop vermeld het identificatienummer van het voertuig.

2. Het erkende bedrijf dient het voertuig voor een periode van ten hoogste 36 uur na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde aanvraag door de Rijksdienst voor het Wegverkeer op de in overleg met het erkende bedrijf door de Rijksdienst voor het Wegverkeer vastgestelde plaats beschikbaar te houden.

3. Indien het voertuig door een ander dan het erkende bedrijf buiten Nederland wordt gebracht, kan het erkende bedrijf de in het eerste lid bedoelde aanvraag indienen voor die ander. Onverminderd het eerste en tweede lid, dient het erkende bedrijf in dat geval bij de aanvraag een kopie van één van de legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 9 van de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen van die ander te overleggen.

4. Het erkende bedrijf dient het origineel van het in het eerste lid bedoelde document en een kopie van de in het derde lid bedoelde legitimatiebewijs te bewaren.

5. Het in de artikelen 62 tot en met 66 van de wet en het in artikel 11 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad ten aanzien van erkenningen bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het in dit artikel bepaalde.

Artikel 4 Aanvraag door erkend bedrijf voor het binnen Nederland brengen van een voertuig

1. Bij de aanvraag van een zevendaags kentekenbewijs door een erkend bedrijf voor het binnen Nederland brengen van een voertuig dient het erkende bedrijf de aankoopnota met daarop vermeld het identificatienummer van het voertuig te overleggen.

2. Het erkende bedrijf dient uiterlijk één dag na het verstrijken van de geldigheidsduur van het zevendaagse kentekenbewijs aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer te melden dat het voertuig kan worden gecontroleerd. Het erkende bedrijf dient het voertuig voor een periode van ten hoogste 36 uur na ontvangst van deze melding door de Rijksdienst voor het Wegverkeer op de in overleg met het erkende bedrijf door de Rijksdienst voor het Wegverkeer vastgestelde plaats beschikbaar te houden.

3. Het erkende bedrijf dient het origineel van de in het eerste lid bedoelde aankoopnota te bewaren.

4. Het in de artikelen 62 tot en met 66 van de wet en het in artikel 11 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad ten aanzien van erkenningen bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het in dit artikel bepaalde.

Artikel 5 Aanvraag slechts voor niet in Nederland geregistreerde voertuigen

Een zevendaags kentekenbewijs kan niet worden aangevraagd voor een voertuig waarvoor blijkens het kentekenregister reeds eerder in Nederland een kentekenbewijs is afgegeven.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot het stellen van regels voor de aanvraag van zogenaamde zevendaagse kentekenbewijzen. De momenteel in de praktijk gehanteerde procedure wordt aangepast waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de aanvraag door een ’particulier’ enerzijds en de aanvraag door een houder van een erkenning bedrijfsvoorraad anderzijds.

Indien de aanvraag wordt ingediend door een ander dan een erkend bedrijf moeten het voertuig waarvoor het kentekenbewijs is bedoeld, alsmede de aankoopnota en het legitimatiebewijs van de aanvrager voorafgaande aan de afgifte van het kentekenbewijs door de aanvrager worden getoond bij één van de districtskantoren van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De RDW zal beoordelen of de opgegeven voertuig- en persoonsgegevens juist zijn en of het voertuig al eerder in Nederland geregistreerd is geweest. Voor de aanvraag gelden overigens dezelfde legitimatie-voorschriften als de voorschriften die gelden voor de aanvraag van een uitvoerverklaring of een uitvoerkenteken-

bewijs.

Indien de aanvraag wordt ingediend door een bedrijf dat beschikt over een erkenning bedrijfsvoorraad dient de aanvraag vergezeld te gaan van de ’fabrikanten-verklaring’ of de aankoopnota van de aanvrager. Het voertuig hoeft niet te worden getoond op een districtskantoor van de RDW maar dient, overeenkomstig de in deze regeling vastgestelde voorschriften, op een door de RDW te bepalen plaats ten behoeve van controle ter beschikking te worden gehouden. Deze controle zal hierbij steekproefgewijs plaatsvinden. Op de voor erkende bedrijven ingevolge deze regeling geldende procedure voor de aanvraag van zevendaagse kentekenbewijzen zijn de algemeen voor de erkenning bedrijfs-

voorraad geldende regels omtrent

toezicht en sancties van toepassing.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven