Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Wet toezicht effectenverkeer 1995

Regeling houdende uitvoering van de artikelen 27, tweede lid, en 40, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Wet toezicht effectenverkeer 1995)

20 december 1996

BGW 96/2900-M

De Minister van Financiën;

Gelet op de richtlijnen 79/279/EEG, 80/390/EEG, 82/121/EEG, 87/345/EEG, 89/298/EEG, 90/211/EEG, de richtlijn kapitaaltoereikendheid en de richtlijn beleggingsdiensten, alsmede op de artikelen 27, tweede lid, en 40, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

b. besluit: het Besluit toezicht effectenverkeer 1995;

c. Stichting: de Stichting Toezicht Effectenverkeer;

d. richtlijn 79/279/EEG: richtlijn nr. 79/279/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979 tot coördinatie van de voorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (PbEG L 66);

e. richtlijn 80/390/EEG: richtlijn nr. 80/390/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (PbEG L 100);

f. richtlijn 82/121/EEG: richtlijn nr. 82/121/EEG van de Raad vande Europese Gemeenschappen van 15 februari 1982 betreffende de periodieke informatieverstrekking door vennootschappen waarvan de aandelen tot de officiële notering aan een effectenbeurs zijn toegelaten (PbEG L 48);

g. richtlijn 87/345/EEG: richtlijn nr. 87/345/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juni 1987 tot wijziging van Richtlijn 80/390/EEG tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (PbEG L 185);

h. richtlijn 89/298/EEG: richtlijn nr. 89/298/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 april 1989 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij een openbare aanbieding van effecten (PbEG L 124);

i. richtlijn 90/211/EEG: richtlijn nr. 90/211/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 april 1990 tot wijziging van Richtlijn 80/390/EEG wat de wederzijdse erkenning van het aanbiedingsprospectus als prospectus voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs betreft (PbEG L 112).

Artikel 2

1. Het Fondsenreglement en het Reglement Bijzondere Noteringsvereisten Nieuwe Markt Amsterdam van Amsterdam Exchanges NV geven, tezamen met deze regeling, uitvoering aan de richtlijnen 79/279/EEG, 80/390/EEG, 82/121/EEG, 87/345/EEG en 90/211/EEG.

2. Ten behoeve van de beoordeling, bedoeld in artikel 27, vierde lid, van de wet legt de Stichting de wijzigingen van het Fondsenreglement en van het Reglement Bijzondere Noteringsvereis-ten Nieuwe Markt Amsterdam van Amsterdam Exchanges NV, waarvan zij op grond van artikel 23 van de wet kennisneemt, alsmede haar bevindingen daarover, voor aan de Minister van Financiën.

Artikel 3

Amsterdam Exchanges NV wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in de richtlijnen 79/279/EEG, 80/390/EEG en 82/121/EEG.

Artikel 4

Amsterdam Exchanges NV neemt alle geoorloofde en dienstige maatregelen om te voorkomen dat de personen die bij haar werkzaam zijn of zijn geweest de vertrouwelijke informatie die zij uit hoofde van hun functie ontvangen of hebben ontvangen aan iemand bekendmaken, tenzij zulks krachtens wettelijk voorschrift geschiedt.

Artikel 5

In de gevallen, bedoeld in de richtlijnen 79/279/EEG, 80/390/EEG en 82/121/EEG, brengt Amsterdam Exchanges NV de dienstige samenwerking tot stand met de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.

Artikel 6

De regels die de Stichting krachtens het besluit heeft gesteld, geven, voor zover zulks nog niet is geschied bij het besluit, uitvoering aan richtlijn 89/298/EEG, de richtlijn kapitaaltoereikendheid en de richtlijn beleggingsdiensten.

Artikel 7

De Stichting wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in richtlijn 89/298/EEG, de richtlijn kapitaaltoereikendheid en de richtlijn beleggingsdiensten, met dien verstande dat ten aanzien van kredietinstellingen waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 6 of artikel 38 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 is verleend en ten aanzien van financiële instellingen waaraan een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 45 van die wet is verleend De Nederland-sche Bank N.V. wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in de richtlijn kapitaaltoereikendheid.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 1995.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bevoegde autoriteiten Wet toezicht effectenverkeer 1995.

De Minister van Financiën,
G. Zalm.

Naar boven