Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigings- bedrijven

Sociaal Fonds 1996/1998

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN VOOR TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN INZAKE HET SOCIAAL FONDS

AI Nr. 8693

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Vaste Commissie voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven namens de Nederlandse Vereniging van Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en de Nederlandse Vereniging van Textielreinigers als partijen te ener zijde mede namens de Industriebond FNV en de CNV Industrie- en Voedingsbond als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven inzake het sociaal fonds, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 juni 1998 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Sociaal Fonds voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • 1. Linnenverhuur- en wasserijbedrijven:

  • Ondernemingen welke al dan niet in hoofdzaak zich bezighouden met het verzorgen van persoonsgebonden was, het verhuren en/of verzorgen van platgoed-textiel, beroeps- en dienstkleding, artikelen voor hand- en toilethygiëne, schoonloopmatten, afdeksystemen voor operatiekamers, medische instrumenten, incontinentiesystemen, poetsdoeken en/of andere voor hergebruik bestemde zaken, met het steriliseren van voor hergebruik bestemd textiel en medisch instrumentarium, alsook ondernemingen die in concernverband met bovenomschreven ondernemingen samenwerken en waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het leveren van ondersteunende diensten aan bovenomschreven ondernemingen.

  • 2. Textielreinigingsbedrijven:

  • Ondernemingen, welke textielgoederen, leder of bont, fabrieksmatig – althans met aanwending van de in deze bedrijfstak gebruikelijke machines – verven (inclusief oververven), chemisch reinigen (zogenaamd stomen), ontvlekken, oppersen, als nieuw opmaken, plisseren of detacheren.

  • 3. Linnenverhuur-, Wasserij- en Textielreinigingsbranche:

  • In Nederland gevestigde ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, zoals omschreven in het eerste en tweede lid.

  • 4. Werkgever:

  • De persoon (natuurlijke of rechtspersoon) die een bedrijf uitoefent in de Linnenverhuur- Wasserij- en Textielreinigingsbranche.

  • 5. Werknemer:

  • Degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7A: 1637a van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten met de werkgever, met uitzondering van de directeur/grootaandeelhouder van een naamloze of besloten vennootschap, echtgeno(o)t(e) en familieleden, die niet (meer) verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.

  • 6. Het Fonds:

  • De Stichting Sociaal Fonds voor de Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

  • 7. Reglement:

  • Reglement Stichting Sociaal Fonds voor de Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

Artikel 2 Financiering

  • 1. Er is een Stichting Sociaal Fonds voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (hierna te noemen: het Fonds), waarvan de statuten als bijlage aan deze overeenkomst zijn gehecht.

  • Het fonds heeft ten doel het geheel of gedeeltelijk financieren van door het bestuur te bepalen activiteiten in het belang van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak ten gunste van werknemers en werkgevers in linnenverhuur- en wasserijbedrijven en textielreinigingsbedrijven, voorzover die activiteiten strekken tot:

    • a. voorlichting, instructie, scholing of vorming gericht op werknemers in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • b. verbetering van arbeidsomstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • c. bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en van andere vormen van overleg zoals bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden;

    • d. het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • e. bevordering van geordende sociaal economische omstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche door de Stichting Controle Orgaan bij de CAO voor linnenverhuur- en wasserijbedrijven en voor textielreinigingsbedrijven.

  • 2. De financiering van de in lid 1 genoemde activiteiten geschiedt door een door het bestuur van het Fonds vast te stellen en door de werkgever verschuldigde bijdrage, binnen de termen van deze overeenkomst, aan het Fonds.

  • De bijdrage zal in elk kalenderjaar of het overeengekomen deel van een kalenderjaar steeds een percentage bedragen van het voor de onderneming van de werkgever in hetzelfde jaar geldende Brutoloon Sociale Verzekeringen.

  • Per 1 juli 19961 bedraagt deze bijdrage per kalenderjaar 0,08%, waarvan maximaal 0,01% bestemd zal zijn voor de financiering van de activiteiten van de Stichting Controle Orgaan bij de CAO voor linnenverhuur- en wasserijbedrijven en voor textielreinigingsbedrijven.

  • 3. Bij de vaststelling van het percentage, bedoeld in lid 2, zal worden uitgegaan van een door het bestuur van Het Fonds jaarlijks vast te stellen begroting op basis van de te verstrekken financiële middelen, alsmede bijkomende kosten van administratie en beheer en de te innen bijdragen.

  • 4. Aan door het bestuur te bepalen instellingen die activiteiten als genoemd in lid 1 verrichten, zullen – op hun schriftelijk verzoek – door Het Fonds financiële middelen worden verstrekt voor de financiering van deze aktiviteiten.

  • 5. De werkgever is verplicht zich bij Het Fonds te melden.

  • 6. Uitvoering:

    • a. De uitvoering geschiedt volgens de bepalingen van het reglement dat aan deze overeenkomst is gehecht en geacht wordt daarvan een integrerend deel uit te maken.

    • b. De uitvoering is opgedragen aan Het Fonds, waarvan de statuten als bijlage aan de overeenkomst zijn gehecht en geacht worden daarvan een integrerend deel uit te maken.

BIJLAGE I

STATUTEN STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN VOOR TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN

Artikel 1 Naam, zetel en duur

  • 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Sociaal Fonds voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven. Zij wordt verder in deze statuten aangeduid als: „Het Fonds".

  • 2. Het Fonds is opgericht voor onbepaalde tijd en gevestigd te Tilburg.

Artikel 2 Doel

  • 1. Het Fonds heeft ten doel het geheel of gedeeltelijk financieren van door het bestuur te bepalen aktiviteiten in het belang van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak ten gunste van werknemers en werkgevers in de linnenverhuur- en wasserijbedrijven en textielreinigingsbedrijven, voorzover die activiteiten strekken tot:

    • a. voorlichting, instructie, scholing of vorming gericht op werknemers in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • b. verbetering van arbeidsomstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • c. bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en van andere vormen van overleg in de onderneming zoals bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden;

    • d. het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche.

    • e. bevordering van geordende sociaal economische omstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche door de Stichting Controle Orgaan bij de CAO voor linnenverhuur- en wasserijbedrijven en voor textielreinigingsbedrijven.

  • 2. Het Fonds tracht deze doelstellingen te bereiken door de bij algemeen verbindend verklaarde CAO daartoe aangewezen gelden te innen bij ondernemingen in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche en deze met andere baten van de Stichting aan te wenden voor de financiering van de kosten zoals deze nader zijn uitgewerkt in het reglement.

Artikel 3 Geldmiddelen

De geldmiddelen van Het Fonds bestaan uit:

  • a. bijdragen ten behoeve van Het Fonds van de bijdrageplichtigen genoemd in de CAO inzake het Sociaal Fonds;

  • b. baten uit andere hoofde.

Artikel 4 Bestuur

  • 1. Het bestuur van Het Fonds bestaat uit vier leden, waarvan worden aangewezen:

    • 1 lid door de Nederlandse Vereniging voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven NVW;

    • 1 lid door de Nederlandse Vereniging van Textielreinigers NETEX;

    • 1 lid door de Industriebond FNV en

    • 1 lid door de CNV Industrie- en Voedingsbond.

  • 2. Genoemde organisaties benoemen voor elk bestuurslid een plaatsvervangend lid, dat zitting heeft in het bestuur bij afwezigheid van het zittend bestuurslid.

  • 3. De leden en plaatsvervangende leden worden voor onbepaalde tijd aangewezen.

  • 4. De in lid 1 genoemde organisaties hebben het recht de door haar aangewezen leden en plaatsvervangende leden te vervangen door anderen.

  • 5. Het (plaatsvervangend) bestuurslidmaatschap van enig lid eindigt:

    • a. door zijn/haar schriftelijk bedanken;

    • b. door zijn/haar vervanging als bedoeld in voorgaand lid;

    • c. door zijn/haar overlijden.

  • 6. Door het bestuur kan aan de leden casu quo plaatsvervangende leden van het bestuur voor het bijwonen van vergaderingen of daarmede gelijk te stellen bijeenkomsten een vergoeding worden toegekend.

Artikel 5 Taak/vergaderingen

  • 1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter aan, alsmede voor ieder van hen een plaatsvervanger.

  • 2. De functie van voorzitter wordt in de even kalenderjaren vervuld door een lid, aangewezen door de werkgeversverenigingen en in de oneven kalenderjaren door een lid, aangewezen door de werknemersverenigingen.

  • Omgekeerd wordt de functie van vice-voorzitter in de even kalenderjaren vervuld door een lid, aangewezen door de werknemersverenigingen, en in de oneven kalenderjaren door een lid, aangewezen door de werkgeversverenigingen.

  • Bij ontstentenis van de voorzitter, respectievelijk de vice-voorzitter, treedt diens vervanger als voorzitter, respectievelijk als vice-voorzitter op.

  • 3. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de statuten en het reglement van Het Fonds.

  • Het is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking binnen de kring van de doelstellingen van Het Fonds.

  • 4. Het bestuur benoemt al dan niet uit zijn midden een secretaris.

  • 5. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur en met inachtneming van een door het bestuur vastgestelde instructie gevoerd door een door het bestuur tot wederopzegging schriftelijk benoemde administrateur.

  • 6. Het bestuur vergadert tenminste eenmaal per jaar en voorts zo dikwijls dit door de voorzitter of tenminste twee bestuursleden nodig wordt geacht.

  • 7. De wijze en termijn van oproeping wordt per bestuursbesluit geregeld.

Artikel 6 Vertegenwoordiging

  • 1. Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting.

  • 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid, in en buiten rechte, komt mede toe aan de voorzitter en de vice-voorzitter gezamenlijk.

  • 3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden om de Stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 7 Werkwijze

Het bestuur van Het Fonds stelt jaarlijks in oktober een begroting van inkomsten en uitgaven van Het Fonds vast.

De begroting omvat:

  • a. inkomsten uit de bijdrage aan Het Fonds bedoeld in de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds;

  • b. financiering van de in artikel 2 van deze statuten genoemde aktiviteiten;

  • c. de kosten van administratie, beheer en bestuurlijke begeleiding van Het Fonds;

  • d. de eventuele andere lasten.

De begroting van inkomsten gaat uit van een schatting van het Brutoloon Sociale Verzekeringen uit te betalen in het komende boekjaar door werkgevers als gedefinieerd in de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor de Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds.

De administrateur adviseert het bestuur omtrent de schatting van inkomsten en uitgaven.

Het Fonds geeft instrukties aan de administrateur omtrent de heffing en omtrent de overmaking van financiële middelen aan organisaties en instellingen die de in artikel 2 genoemde aktiviteiten (doen) verrichten.

De administrateur is verplicht tot geheimhouding van gegevens van individuele ondernemingen.

Telkens na afloop van een kalenderjaar geeft de administrateur aan het Fonds voor 1 april een verwachte realisatie en legt voor 1 oktober rekening en verantwoording af over het door hem gevoerde beheer in het afgelopen jaar.

Deze rekening en de gevoerde administratie worden gekontroleerd door een door het bestuur aan te wijzen externe register-accountant.

Goedkeuring van de rekening en verantwoording strekt tot décharge van de administrateur.

Artikel 8 Besluitvorming

  • 1. Het bestuur kan geen besluiten nemen, indien niet tenminste één van de door de werkgeversverenigingen en één van de door de werknemersverenigingen aangewezen bestuursleden aanwezig zijn.

  • 2. Elk werkgeverslid heeft evenveel stemmen als het aantal aanwezige werknemersleden.

  • Elk werknemerslid heeft evenveel stemmen als het aantal aanwezige werkgeversleden.

  • 3. Besluiten van het bestuur worden genomen met gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen.

  • 4. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 5. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Indien over de aard van het onderwerp twijfel bestaat, beslist de voorzitter.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel kan de besluitvorming door het bestuur ook schriftelijk tot stand komen, mits alle bestuursleden hun stem uitbrengen.

  • Het bepaalde in de leden 3 en 4 is daarbij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij staking van stemmen het voorstel in de eerstkomende vergadering aan de orde wordt gesteld.

Artikel 9 Boekjaar, rekening en verantwoording

  • 1. Het boekjaar van Het Fonds valt samen met het kalenderjaar.

  • 2. Jaarlijks wordt na afloop van het boekjaar door het bestuur schriftelijk verslag uitgebracht aan de in artikel 4 genoemde organisaties, waarbij rekening en verantwoording wordt afgelegd over het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur. Dit verslag wordt vergezeld van een door het bestuur vastgesteld en door een externe register-accountant gecontroleerd financieel jaarverslag.

  • Dit verslag zal ter inzage worden gehouden bij de administrateur tot 1 jaar na datum van het verslag.

Artikel 10 Reglement

  • 1. Het bestuur stelt een reglement vast, waarin onder meer de uitkeringen worden geregeld.

  • 2. De bepalingen mogen niet in strijd zijn met de wet of de statuten.

  • 3. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van het reglement. Op reglementswijzigingen is het bepaalde in artikel 13, eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, tenzij deze wijzigingen direkt voortvloeien uit wijzigingen van de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor de Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds.

Artikel 11 Ministeriële waarnemer

Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur en de minister een waarnemer toegelaten.

De waarnemer is gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangt alle, voor bestuursleden bestemde, stukken.

Artikel 12 Beleggingen

  • 1. De geldmiddelen als bedoeld in artikel 3 worden – voorzover niet direkt bestemd voor de uitgaven bedoeld in artikel 7 onder b, c en d – door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.

  • 2. Gerede gelden worden in rekening-courant gestort bij de administrateur. De titels betreffende geldleningen op onderhandse schuldbekentenis worden bewaard in de kluis van de administrateur.

  • 3. Effecten en andere geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken.

  • 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening van die kosten vaststellen.

Artikel 13 Statutenwijziging en ontbinding

  • 1. Besluiten tot wijziging van de statuten of ontbinding van het Fonds, kunnen slechts worden genomen, met algemene stemmen in een vergadering, waarin tenminste drievierde der bestuursleden aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan een besluit tot wijziging van de statuten schriftelijk door het bestuur worden genomen. Bij schriftelijke besluitvorming dienen alle leden van het bestuur hun stem uit te brengen en dient het besluit met algemene stemmen te worden genomen.

  • Indien door één of meer leden van het bestuur bezwaar wordt gemaakt tegen de schriftelijke voorlegging of tegen het voorgelegde ontwerp-besluit dient het besluit te worden genomen in een vergadering van het bestuur.

  • 3. Het besluit tot ontbinding duidt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo aan, welk zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van Het Fonds is.

Artikel 14 Slotbepaling

In alle gevallen waarin door de statuten niet wordt voorzien, beslist het bestuur.

BIJLAGE II

REGLEMENT STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN VOOR TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN

Artikel 1 Definities

  • 1. Linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche:

  • In Nederland gevestigde ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, zoals omschreven in de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds.

  • 2. Werkgever:

  • De persoon (natuurlijke of rechtspersoon) die een bedrijf uitoefent in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche.

  • 3. Werknemer:

  • Degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7A:1637a van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten met de werkgever, met uitzondering van de directeur/grootaandeelhouder van een naamloze of besloten vennootschap, echtgen(o)t(e) en familieleden, die niet (meer) verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.

  • 4. Het Fonds:

  • De Stichting Sociaal Fonds voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

  • 5. Loon:

  • Het voor de onderneming van de werkgever geldende brutoloon Sociale Verzekeringen.

  • Voor de berekening van het aantal dagen waarover door de werknemer loon is genoten, wordt het gemiddeld aantal dagen per week geacht niet meer dan vijf te bedragen.

  • 6. Administrateur:

  • PVF Nederland NV te Amsterdam.

Artikel 2 De bijdrage

  • 1. De hoogte der bijdrage als bedoeld in artikel 3 van de statuten is een voor elk jaar door het bestuur vast te stellen percentage van het totale loon met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven inzake het Sociaal Fonds.

  • De werkgever is verplicht deze bijdrage aan het Fonds te voldoen.

  • 2. Het Fonds deelt het te betalen bedrag der bijdrage schriftelijk aan de werkgever mede, met mededeling van de termijn waarbinnen betaling dient te geschieden.

    • a. De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door de Stichting bepaald, de gegevens te verstrekken die de Stichting nodig acht om de door de werkgever verschuldigde bijdrage of het door de werkgever verschuldigde voorschot te kunnen vaststellen.

    • Indien de werkgever niet, niet tijdig of onvolledig de benodigde gegevens aan de stichting verstrekt, is de stichting bevoegd de hoogte van de verschuldigde bijdrage of van het verschuldigde voorschot naar beste weten zelf vast te stellen.

    • De kosten van het vergaren en verstrekken van de door de stichting gewenste gegevens komen voor rekening van de werkgever.

    • b. De werkgever is verplicht de voor hem over een kalenderjaar verschuldigde bijdrage te voldoen binnen 14 dagen na de dagtekening van de desbetreffende nota van de Stichting.

    • Het bestuur is bevoegd van de werkgever te vorderen, dat deze op door het bestuur vast te stellen tijdstippen voorschotten op de verschuldigde bijdrage aan de Stichting zal betalen.

    • De werkgever is verplicht het voorschot te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van de desbetreffende nota aan de Stichting.

    • Bij niet tijdige betaling van de voorschottermijn wordt tevens het gehele resterende bedrag van de voorschotnota direct opeisbaar.

    • c. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage of verschuldigde voorschotbijdrage is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim.

    • De Stichting is dan bevoegd te vorderen:

      • rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag had moeten zijn betaald;

      • vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten, onverminderd de overige kosten van vervolging verschuldigd volgens de wet.

    • De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente bedoeld in artikel 6:119 jo 120 van het Burgerlijk Wetboek.

    • De buitenrechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van f 75,–.

Artikel 3 Financiering van de doeleinden

  • 1. De ter beschikking gekomen gelden worden gebruikt voor de financiering, danwel het subsidiëren van activiteiten die strekken tot:

    • a. voorlichting, instructie, scholing of vorming gericht op werknemers in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • b. verbetering van arbeidsomstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreiniginsbranche;

    • c. bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en van andere vormen van overleg in de onderneming zoals bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden;

    • d. waardering van de functies in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • e. verbetering van de positie van vrouwen in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • f. het opzetten en invoeren van ouderenbeleid in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche;

    • g. vereenvoudiging van de tekst van de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven;

    • h. bevordering van geordende sociaal economische omstandigheden in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbranche door de Stichting Controle Orgaan bij de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

  • 2. Na een desbetreffend verzoek van de instellingen, die activiteiten als genoemd in artikel 2 van de statuten verrichten, zal het bestuur van het Fonds op basis van een daartoe opgestelde begroting eenmalig of periodiek, de hoogte van de te verstrekken financiële middelen vaststellen.

  • 3. De in lid 2 bedoelde instellingen zijn gehouden verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen financiële middelen af te leggen, indien het bestuur van het Fonds zulks verzoekt.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In onvoorziene gevallen beslist het bestuur van het Fonds.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit reglement is in werking getreden op 1 juli 1981 en is laatstelijk gewijzigd op 1 juli 1996.

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 23 december 1996

A. van Dijk.


XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht en evenmin nawerking.

Naar boven