Bekendmaking herziening sociale zekerheidsuitkeringen per 1 januari 1997

17 december 1996

nr. SV/WV/96/5161

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Maak gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), artikel 46, tweede lid, van de Werkloosheidswet (WW), artikel 5a, tweede lid, van de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV), art. 9a, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) en artikel 10, zevende lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) het volgende bekend:

Op grond van het eerste lid van de artikelen 15 van de WAO, 46 van de WW, 5a van de WWV en 9a van de CSV en het vijfde lid van artikel 10 van de AAW dienen de daglonen ingevolge de WAO, WW en WWV, het maximumdagloon ingevolge de CSV en de individuele grondslagen ingevolge de AAW te worden herzien met ingang van de dag waarop en de mate waarin het bedrag van het minimumloon per dag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) wordt herzien.

Per 1 januari 1997 is het minimumloon per dag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de WML, vastgesteld op f 102,09. Na toepassing van de wettelijk verplichte afrondingen komt de feitelijke mutatie van het minimumloon neer op 0.77%.

Dit betekent, dat de daglonen ingevolge de WAO, de WW en de WWV, het maximumdagloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid van de CSV, en de individuele grondslagen, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van de AAW, met ingang van 1 januari 1997 eveneens worden verhoogd met 0.77%.

Het maximumdagloon waarnaar de uitkeringen ingevolge de WAO, WW en WWV worden berekend, wordt met ingang van 1 januari 1997 tevens vastgesteld op f 294,42.

Opgemerkt wordt nog dat de verhoging van het maximumdagloon tot f 294,42 ook geldt voor de premieheffing ingevolge de WW en de WAO. Op grond van het vierde lid van artikel 9a van de CSV dient het nieuw vastgestelde bedrag voor de premieheffing evenwel te worden afgerond op hele guldens naar beneden en blijft het bedrag zoals dat wordt vastgesteld per 1 januari van een kalenderjaar gedurende het gehele kalenderjaar van kracht. Dit houdt in, dat voor het jaar 1997 het dagloon waarover maximaal premie kan worden geheven f 294,00 bedraagt.


’s-Gravenhage, 17 december 1996.
De Staatssecretaris voornoemd,
F.H.G. de Grave.

Naar boven