Goedkeuring besluiten

Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenvaart en Visserij

11 december 1996

nr. 965806

Het College van toezicht sociale verzekeringen,

Gelezen het verzoek van de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenvaart en Visserij van 21 augustus 1996;

Gelet op artikel 2 van de Regeling voorlegging besluiten uitvoeringsinstanties;

Besluit:

het hierbij gevoegd Besluit Boeten werknemers en het eveneens bijgevoegd Besluit Maatregelen van de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenvaart en Visserij goed te keuren.


Zoetermeer, 11 december 1996.
College van toezicht sociale verzekeringen,
A. Geurtsen, voorzitter.

Bijlage

Het bestuur van de bedrijfsvereniging voor de Haven- en Aanverwante bedrijven, Binnenscheepvaart en Visserij;

Gelet op de artikelen 27a WW, 45a ZW, 29a WAO, 20a AAW en 14a TW;

Besluit:

Boeten werknemers

Artikel 1

De bedrijfsvereniging legt een boete op met inachtneming van het Boetebesluit Tica van 6 juni 1996, gepubliceerd in de Staatscourant nr.141 van 25 juli 1996.

Artikel 2

1. De afbakening tussen overtredingen ten einde vast te stellen of een boete of een maatregel dient te worden opgelegd, vindt plaats met inachtneming van de circulaire van Tica van 21 februari 1996, C96.02*. Onverlet hetgeen in lid 2 en 3 van dit artikel is bepaald.

2. Voor de uitkeringsgerechtigde in de Rijn- en Binnenvaart die aan boord woont en die ter nakoming van de spontane inlichtingenplicht schriftelijk informatie aan de bedrijfsvereniging verstrekt, geldt een termijn van vier weken ter voldoening aan de spontane inlichtingenplicht in tegenstelling tot de termijnen genoemde in circulaire C96.02.

3. Indien degene, die ter nakoming van de spontane inlichtingenplicht schriftelijk informatie aan de bedrijfsvereniging verstrekt, in het buitenland woont of verblijft, wordt de in lid 1 van dit artikel genoemde circulaire zo uitgelegd dat de datum van verzending van deze informatie bepalend is voor de vraag of de spontane inlichtingenplicht tijdig is nagekomen.

Artikel 3

Het zwijgrecht wordt gehanteerd overeenkomstig de circulaire van Tica van 21 februari 1996, C96.01*.

Artikel 4

De tenuitvoerlegging van boetebesluiten geschiedt conform het Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkering van 6 juni 1996, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 141 van 25 juli 1996.

Artikel 5

Het begrip hardheidsclausule is ingevuld conform de toelichting bij het besluit genoemd in artikel 4.

Toelichting

Artikel 1

Op 1 augustus 1996 is de Wet Boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid in werking getreden. Op grond van deze wet zijn bedrijfsverenigingen verplicht een boete op te leggen bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht door de belanghebbende. Het Tica heeft op grond van het zesde lid van de artikelen 27a WW, 45a ZW, 29a WAO, 20a AAW en 14a TW nadere regels gesteld in het Boetebesluit Tica.

Artikel 2

1. Voor wat betreft de voorbereiding en de vaststelling van de beslissing naar aanleiding van een overtreding maakt het verschil of de bepaling terzake de boete of de maatregelen van toepassing zijn. Het onderscheid in consequenties maakt het noodzakelijk dat een nauwkeurige afbakening wordt vastgesteld tussen de overtredingen die vallen onder de boete- dan wel de maatregelbepalingen. In de circulaire C96.02 adviseert het Tica de bedrijfsverenigingen per wet over deze afbakening, samenloop van overtredingen en invulling van de termijnen waarbinnen voldaan moet zijn aan de spontane inlichtingenplicht. Habivi heeft in het tweede lid van dit artikel een uitzondering geformuleerd op de termijnen.

2. In de Rijn- en Binnenvaart zijn er uitkeringsgerechtigden die tijdens de duur van hun uitkering aan boord (blijven) wonen. Aangezien zij meestal een postadres aan wal hebben en vaak tijdens een reis in de Rijn- en Binnenvaart niet de mogelijkheid hebben om binnen een termijn van één week inlichtingen te verzenden, heeft Habivi besloten voor deze groep een termijn van vier weken te stellen ter voldoening aan hun spontane inlichtingenplicht. Dit in afwijking van de genoemde termijnen in circulaire C96.02 van 21 februari 1996 van Tica.

3. Voor uitkeringsgerechtigden die in het buitenland wonen of verblijven kan die termijn van 1 week een probleem opleveren. Voor deze categorie uitkeringsgerechtigden geldt ook een termijn van één week, maar niet de datum van ontvangst van de melding, maar de datum van verzending is bepalend.

Artikel 3

Een van de waarborgen die bij boeteoplegging geldt, is het zwijgrecht. Als de bedrijfsvereniging voornemens is een boete op te leggen, wordt de belanghebbende gewezen op zijn recht te zwijgen. Dit kan problemen opleveren voor de reguliere controletaak waarbij belanghebbende juist verplicht is inlichtingen te geven. In circulaire C96.01 van 21 februari 1996 adviseert het Tica bedrijfsverenigingen over de hantering van het zwijgrecht.

Artikel 4

De wettelijke bepalingen en het besluit van Tica genoemd in dit artikel bevatten gedetailleerde bepalingen inzake de (wijze van) tenuitvoerlegging van een opgelegde boete.

Artikel 5

In het Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkering van 6 juni 1996 wordt bepaald dat ingeval de toepassing van het besluit leidt tot een kennelijke hardheid de bedrijfsvereniging de bevoegdheid heeft van het gestelde in het besluit af te wijken. De hardheidsclausule kan bijvoorbeeld uitkomst bieden als het in een uitzonderlijke situatie geboden lijkt om gedurende enige tijd prioriteit te geven aan aflossing van schulden aan andere schuldeisers dan de bedrijfsvereniging. Gedacht kan worden aan een dreigende afsluiting van energielevering of ontruiming van de woning.

Het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenscheepvaart en Visserij;

Gelet op de artikelen 27 WW, 45 ZW, 29 WAO, 20 AAW en 14 TW;

Besluit:

Maatregelen

Artikel 1

De bedrijfsvereniging legt een maatregel op met inachtneming van het Maatregelenbesluit Tica van 6 juni 1996, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 141 van 25 juli 1996.

Artikel 2

Onder het begrip ’onverwijld’ zoals genoemd in de diverse verplichtingen van de WW, ZW, WAO, AAW en TW waarvoor bij overtreding een maatregel dient te worden opgelegd, wordt verstaan binnen 7 kalenderdagen na ontstaan van de verplichting. Dit onverlet het bepaalde in artikel 2 lid 2 van het besluit Boeten werknemers van Habivi.

Artikel 3

De beoordeling van verwijtbare werkloosheid vindt plaats overeenkomstig Tica-mededeling 96.87 B van 21 juni 1996*

Toelichting

Artikel 1

Op grond van de artikelen 27 WW, 45 ZW, 25 en 28 WAO, 16 en 19 AAW en 14 TW dienen de bedrijfsverenigingen een maatregel op te leggen als de verzekerde de verplichtingen bedoeld in deze artikelen niet of niet behoorlijk nakomt. De maatregel houdt in een tijdelijke of blijvende, gehele of gedeeltelijke weigering van de uitkering of de toeslag en wordt afgestemd op de ernst van de gedraging en de mate waarin de verzekerde de gedraging kan worden verweten. Alleen in gevallen dat er een dringende reden aanwezig is, kan de bedrijfsvereniging besluiten van het opleggen van een maatregel af te zien. Het Tica heeft ten aanzien van bovengenoemde verplichting nadere regels gesteld in het Maatregelenbesluit Tica.

Artikel 2

Dit sluit aan bij de concretisering van het begrip ’onverwijld’ in het kader van de spontane inlichtingenplicht zoals in de circulaire C96.02 van 21 februari 1995 van het Tica.

Artikel 3

Ten gevolge van de Wet Boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid dient de bedrijfsvereniging in de situatie dat de werknemer verwijtbaar werkloos is geworden de WW-uitkering blijvend geheel te weigeren tenzij het niet nakomen van de verplichting niet in overwegende mate de werknemer kan worden verweten. In dat geval weigert de bedrijfsvereniging de uitkering over een periode van 26 weken gedeeltelijk door het uitkeringspercentage te verlagen van 70 naar 35. In mededeling 96.87 B geeft Tica richtlijnen met betrekking tot de beoordeling of er sprake is van verwijtbare werkloosheid en zo ja welke maatregel vervolgens dient te worden opgelegd.

* Deze Tica-mededelingen en circulaires kunnen worden opgevraagd bij het secretariaat van Habivi, Postbus 8300, 1005 CA Amsterdam

Naar boven