Regeling vrijstelling vervoer gevaarlijke stoffen militaire vaartuigen

«Wet vervoer gevaarlijke stoffen»

13 december 1996

DGV/WJZ/V-626369

Directoraat-Generaal voor het Vervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 9 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet: Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

handelingen: handelingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet;

militaire vaartuigen: oorlogsschepen, marinehulpschepen of andere schepen die in gebruik zijn voor de uitvoering van de militaire taak.

Artikel 2

1. Ten aanzien van de gevaarlijke stoffen waarmee handelingen in de uitvoering van de operationele taak, met inbegrip van in dat kader te houden oefeningen, worden verricht met of ten aanzien van militaire vaartuigen, wordt vrijstelling verleend van het verbod, bedoeld in artikel 5 van de wet, onderscheidenlijk van de regels, gesteld bij of krachtens artikel 3 van de wet, voor zover wordt voldaan aan het tweede lid.

2. Voor het verrichten van de handelingen, bedoeld in het eerste lid, worden de op militaire vaartuigen betrekking hebbende veiligheidsinstructies van de Minister van Defensie in acht genomen met betrekking tot:

a. de aard van het gevaar dat de vervoerde gevaarlijke stoffen opleveren en de maatregelen die genomen moeten worden om dit gevaar het hoofd te bieden;

b. de te nemen maatregelen en de te verlenen hulp in het geval personen met de vervoerde stoffen of met vrijkomende stoffen in aanraking komen;

c. de in geval van brand te nemen maatregelen en de middelen of groepen van middelen die bij de brandbestrijding wel of niet gebruikt mogen worden;

d. de in geval van breuk of beschadi-ging van de verpakking of van de vervoerde gevaarlijke stoffen te nemen maatregelen, in het bijzonder indien de gevaarlijke stoffen zich hebben verspreid.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1997.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vrijstelling vervoer gevaarlijke stoffen militaire vaartuigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Deze regeling strekt ertoe voor oorlogsschepen, marinehulpschepen en andere schepen in gebruik voor de uitoefening van de militaire taak vrijstelling te verlenen van de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS). De met deze vaartuigen uit te oefenen taak richt zich primair tot het leveren van gevechtskracht op zee. Er bevinden zich op de vaartuigen regelmatig gevaarlijke stoffen in de zin van de WVGS, zoals munitie, brandstof en gassen in drukhouders. Omdat deze vaartuigen zijn gebouwd en ingericht voor het uitvoeren van de militaire taak en niet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, kunnen zij niet voldoen aan een groot deel van de voorschriften van de WVGS. Het betreft daarbij met name de voorschriften omtrent inrichting en uitrusting. Een en ander betekent dat indien het meenemen van de gevaarlijke stoffen plaatsvindt in de uitoefening van de operationele taak, waaronder medebegrepen het houden van oefeningen, voor deze categorie vaartuigen vrijstelling wordt verleend van de bij of krachtens de WVGS gestelde verboden en voorschriften. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de veiligheidsinstructies, ten aanzien van die onderwerpen die in de regeling zijn vermeld, in acht worden genomen. Zo gelden op militaire vaartuigen veiligheidsinstructies in het kader van de Arbo- en de Scheepvaartverkeerswetgeving, alsmede veiligheidsinstructies in het kader van de bedrijfsvoering, gegeven door de commandant van het schip. Het handelen in strijd met een dergelijk aan de vrijstelling verbonden voorschrift is strafbaar ingevolge artikel 10 WVGS juncto artikel 1a van de Wet op de economische delicten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven