Regeling indexering kinderbijslag-bedragen januari 1997

10 september 1996

nr. SV/VP/96/4847

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 13, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en artikel IV, zesde lid, en artikel V, vierde lid, van de Wet van 22 december 1994, Stb. 957, tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

Besluit:

Artikel 1

Het basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, wordt verhoogd tot f 427,86 per kind.

Artikel 2

De rangordebedragen, bedoeld in artikel 12, vierde lid, onderdeel b, c respectievelijk d, van de Algemene Kinderbijslagwet, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van de wet van 22 december 1994, Stb. 957, tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, worden verhoogd tot f 562,05, f 701,33 respectievelijk f 812,97.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indexering kinderbijslagbedragen januari 1997.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1997 en heeft betrekking op het recht op kinderbijslag over na deze datum gelegen perioden.

’s-Gravenhage, 10 december 1996.
De Staatssecretaris voornoemd,
F.H.G. de Grave.

Toelichting

In deze ministeriële regeling zijn op grond van artikel 13, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) juncto artikel IV, zesde lid van de wet van 22 december 1994, Stb. 957, het basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de AKW en de rangordebedragen, bedoeld in artikel IV, zesde lid, van de wet van 22 december 1994, Stb. 957 geïndexeerd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober 1996 afwijkt van het prijsindexcijfer van april 1996 (consumentenprijsindexcijfer werknemers laag, afgeleid; bron: CBS). Dit percentage bedraagt 0,97.

Daarnaast is de kinderbijslag voor het eerste kind (dat is gelijk aan de basiskinderbijslag) op grond van artikel V, vierde lid, van de wet van 22 december 1994, Stb. 957, verhoogd met f 4,25 per kwartaal. Laatstgenoemde verhoging vloeit voort uit de wijziging van de AKW per 1 januari 1995, toen onder meer de progressie werd afgeschaft. De hiermee gemoeide opbrengsten werden deels ingezet voor een vanaf 1997 jaarlijks terugkerende bijzondere verhoging van het basiskinderbijslagbedrag voor het eerste kind tot en met het jaar 2012. De bijzondere verhoging voor 1997 is in het genoemde basiskinderbijslagbedrag in deze ministeriële regeling verwerkt.

Hieruit kan worden afgeleid, dat het basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, AKW, over de eerste helft van 1997 f 427,86 per kwartaal zal bedragen.

De rangordebedragen zullen over het eerste halfjaar van 1997 per kwartaal bedragen:

f 427,86 voor het eerste kind (is gelijk aan het basiskinderbijslagbedrag);

f 562,05 voor een tweede en derde kind;

f 701,33 voor een vierde, vijfde, zesde en zevende kind;

f 812,97 voor een achtste en elk volgende kind.

De van het basiskinderbijslagbedrag en de rangordebedragen afgeleide kinderbijslagbedragen per kind worden weergegeven in de tabellen in de bij deze regeling gevoegde bijlage.

De regeling treedt met ingang van 1 januari 1997 in werking.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave.

Bijlage

Tabel I Kinderen geboren voor 2 oktober 1994

stcrt-1996-243-p17-SC7696-1.gif

Tabel II Kinderen geboren na 1 oktober 1994 en voor 1 januari 1995 en kinderen die na 1 oktober 1994 6, 12 of 18 jaar zijn geworden

stcrt-1996-243-p17-SC7696-2.gif

Tabel III Kinderen geboren op of na 1 januari 1995

stcrt-1996-243-p17-SC7696-3.gif
Naar boven