Wijziging Regeling aanwijzing hoog-risico-materiaal

«Destructiewet»

20 november 1996

nr. GZB/VVB 965107

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 9, eerste lid, van Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395) en artikel 10 van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Destructiewet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling aanwijzing hoog-risico-materiaal1 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

De punt aan het slot van onderdeel g wordt vervangen door een puntkomma, waarna twee onderdelen worden toegevoegd, luidende:

h. de hersenen, het ruggenmerg en de ogen afkomstig van schapen en geiten van meer dan één jaar oud die geslacht zijn in Ierland, Frankrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland;

i. de milt afkomstig van schapen en geiten die geslacht zijn in Ierland, Frankrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Erica Terpstra.

1 Stcrt. 1995, 74, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 4 april 1996, Stcrt. 68.

Toelichting

In 1986 is in het Verenigd Koninkrijk voor het eerst bij runderen Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) vastgesteld. Gezien het feit dat deze ziekte een steeds grotere omvang aannam en dat een mogelijk verband met de bij de mens voorkomende ziekte van Creutzfeldt-Jacob niet kon worden uitgesloten, heeft de Europese Unie (EU) vanaf 1989 diverse wettelijke maatregelen getroffen om enerzijds verspreiding van BSE tegen te gaan en anderzijds de volksgezondheid te beschermen. Recente wetenschappelijke experimenten hebben aangetoond dat ook schapen oraal kunnen worden besmet met BSE. Dit heeft het Wetenschappelijk Veterinaire Comité (WVC) van de EU ertoe gebracht te adviseren om in de gehele EU de hersenen, het ruggenmerg en de ogen van schapen en geiten ouder dan één jaar en de milt van schapen en geiten ouder dan zes maanden niet voor menselijke of dierlijke consumptie te bestemmen. Thans is er voor gekozen alleen de genoemde organen uit Ierland, Frankrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland aan te wijzen als zijnde hoog-risico-materiaal. Dit zijn de landen waar volgens het Office International des Epizoöties BSE is vastgesteld bij runderen die in de desbetreffende landen zijn geboren. Ik richt mij derhalve op die risicogebieden waar schapen en geiten zowel scrapie als BSE kunnen hebben. Gezien het feit dat scrapie niet te onderscheiden is van BSE, dienen de organen van deze dieren steeds te worden vernietigd. Daarnaast is, in afwijking van het advies van het WVC, ervoor gekozen de milt van alle schapen en geiten niet voor consumptie te bestemmen. Uit controletechnisch oogpunt is het moeilijk de leeftijdsgrens van zes maanden vast te stellen. Een leeftijdsgrens van één jaar is gemakkelijker te bepalen, omdat op eenjarige leeftijd bij zowel een schaap als een geit de baarmoeder en de melkklieren al hebben gefunctioneerd. In samenhang met het gebit is de leeftijd dan vrij eenvoudig te bepalen.

Vooruitlopend op Europese besluitvorming heb ik derhalve besloten de milt van schapen en geiten afkomstig uit Ierland, Frankrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland alsmede de hersenen, het ruggenmerg en de ogen van schapen en geiten van meer dan één jaar oud afkomstig uit genoemde landen aan te wijzen als zijnde hoog-risico-materiaal. Deze maatregelen zijn gezien het gevaar voor de volksgezondheid niet zwaarder dan strikt noodzakelijk.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Erica Terpstra.

Naar boven