Controlevoorschriften Ziektewet 1996

Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen ’De Samenwerking’

22 oktober 1996

nr. 964846

Het College van toezicht sociale verzekeringen,

Gelezen een verzoek van de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen;

Gelet op artikel 39, tweede lid, van de Ziektewet en artikel 14, tweede lid, van het Reglement van werkzaamheden Ctsv 1996;

Besluit:

Goed te keuren de bijgevoegde op 17 september 1996 door het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen op grond van artikel 39, tweede lid, van de Ziektewet vastgestelde Controlevoorschriften Ziektewet 1996 van de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen ’De Samenwerking’.


Zoetermeer, 22 oktober 1996.
College van toezicht sociale verzekeringen,
J.A. Sureveen, directeur.

Bijlage

Het Bestuur van de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen ’De Samenwerking’;

Gelet op artikel 39, tweede lid, Ziektewet;

Besluit de navolgende controlevoorschriften vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de bedrijfsvereniging: de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen ’ De Samenwerking’, gevestigd te ’s- Gravenhage;

b. de verzekerde: degene die op grond van de Ziektewet verzekerd is;

c. verzekeringsarts: een door de bedrijfsvereniging aangewezen arts;

d. rapporteur: een door de bedrijfsvereniging aangewezen medewerker;

e. ongeschiktheid: de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Ziektewet;

f. eigen verklaring: een door de verzekerde over zijn ongeschiktheid tot werken ingevuld en ondertekend vragenformulier van de bedrijfsvereniging.

Artikel 2 Werkingssfeer

1. De algemene voorschriften, genoemd in hoofdstuk 2, zijn van toepassing op de verzekerde van wie op grond van artikel 38 of 38a van de Ziektewet een aangifte van ziekte of een ziekmelding is ontvangen.

2. Op de verzekerde, die aanspraak maakt op ziekengeld, zijn eveneens van toepassing de voorschriften, genoemd in hoofdstuk 3.

3. De voorschriften zijn van toepassing zolang de ongeschiktheid duurt, behoudens gedurende de periode dat aanspraak op ziekengeld bestaat op grond van artikel 29a, vijfde lid, van de Ziektewet.

4. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de verzekerde die in het buitenland verblijft.

Hoofdstuk 2 Algemene voorschriften

Artikel 3 De verplichting om op het spreekuur te verschijnen

1. De verzekerde geeft gevolg aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de verzekeringsarts of de rapporteur.

2. Indien de verzekerde verhinderd is te voldoen aan een oproep als bedoeld in het eerste lid deelt hij dit binnen 24 uur mee aan de bedrijfsvereniging, onder opgave van de reden van de verhindering.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de verzekerde die aanspraak maakt op ziekengeld

Artikel 4 Eigen verklaring

De verzekerde, die na de ziekmelding van de bedrijfsvereniging het formulier ’eigen verklaring’ ontvangt, beantwoordt de daarin gestelde vragen zo volledig mogelijk en zendt dit op de dag van ontvangst aan de bedrijfsvereniging.

Artikel 5 Verplichting om thuis te blijven

1. De verzekerde blijft thuis tot de eigen verklaring, bedoeld in artikel 4, is teruggestuurd of tot de oproep, bedoeld in artikel 3 dan wel het eerste bezoek van de verzekeringsarts of van de rapporteur heeft plaats gehad.

2. Na het eerste bezoek, de verzending van de eigen verklaring of de oproep, genoemd in het eerste lid, kan de bedrijfsvereniging de verzekerde verplichten thuis te blijven gedurende maximaal twee weken ’s morgens tot 10.00 uur en ’s middags van 12.00 tot 14.30 uur.

3. De verplichting om thuis te blijven geldt niet indien de verzekerde een bezoek brengt aan de behandelend arts, de verzekeringsarts of de rapporteur, dan wel indien hij zijn arbeid hervat of passende arbeid gaat verrichten.

4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die verhinderd is te voldoen aan een oproep als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 6 Controle mogelijk maken

1. De verzekerde is verplicht controle mogelijk te maken door de verzekeringsarts en de rapporteur, die zich met een daartoe strekkende machtiging als zodanig kunnen legitimeren. Daartoe dient hij op zijn woon- of verblijfadres bereikbaar te zijn, of er zorg voor te dragen, dat de verzekeringsarts en de rapporteur kunnen vernemen waar hij bereikbaar is.

2. Indien de verzekerde verhuist, tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert, of na een tijdelijk verblijf elders weer thuis verblijft, meldt hij dit binnen 24 uur aan de bedrijfsvereniging.

Artikel 7 Verblijf in het buitenland

1. De verzekerde vraagt voor een meerdaags verblijf in het buitenland toestemming aan de bedrijfsvereniging.

2. Op verzoek van de bedrijfsvereniging wordt bij ziekmelding of op een door de bedrijfsvereniging te bepalen tijdstip, door of namens de in het buitenland verblijvende verzekerde, een door de behandelend arts afgegeven verklaring over de ziekte overgelegd.

Artikel 8 Hervatten bij herstel

1. De verzekerde hervat zijn arbeid zodra hij zich hiertoe in staat acht.

2. Indien de verzekerde andere arbeid dan zijn arbeid gaat verrichten, meldt hij dit binnen 24 uur aan de bedrijfsvereniging.

Artikel 9 Niet hervatten ondanks hersteldverklaring

1. De verzekerde die op de dag, met ingang waarvan de verzekeringsarts hem geschikt heeft geacht zijn arbeid te verrichten, meent niet tot hervatting in staat te zijn, deelt dit binnen 24 uur mee aan de bedrijfsvereniging en verschijnt op het eerstvolgende spreekuur van de verzekeringsarts.

2. Indien de verzekerde verhinderd is op het spreekuur van de verzekeringsarts te verschijnen, deelt hij dit binnen 24 uur mee aan de bedrijfsvereniging, onder opgave van de reden van de verhindering.

Artikel 5, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking

De Controlevoorschriften Ziektewet 1994 van Bedrijfsvereniging ’De Samenwerking’ worden ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze controlevoorschriften treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin ze worden geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

De voorschriften kunnen worden aangehaald als:

Controlevoorschriften Ziektewet 1996 van de Bedrijfsvereniging voor het Slagers- en Vleeswarenbedrijf, de Groothandel in Vlees en de Pluimveeslachterijen ’De Samenwerking’.

Deze controlevoorschriften zullen met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Zoetermeer, 17 september 1996.

Het bestuur van de Bedrijfsvereniging ’De Samenwerking’.

Toelichting

Algemeen deel

Op grond van artikel 39, tweede lid, van de Ziektewet stelt de bedrijfsvereniging ter uitvoering van de controle op het bestaan van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid controlevoorschriften vast, die voor een of meer bepaalde groepen van bij haar verzekerde werknemers kunnen verschillen.

Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming stelt hiertoe een model vast. Het model is laatstelijk in 1994 gewijzigd als gevolg van de invoering van de Wet terugdringing ziekteverzuim per 1 januari 1994.

De invoering van de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz) is aanleiding om de controlevoorschriften Ziektewet opnieuw vast te stellen.

In de controlevoorschriften staan de verplichtingen waaraan de verzekerde moet voldoen, teneinde de bedrijfsvereniging in staat te stellen controle op het bestaan van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte mogelijk te maken.

Artikelsgewijs

Artikel 2 Werkingssfeer

Dit artikel geeft aan op welke verzekerden de controlevoorschriften van toepassing zijn.

Op grond van artikel 39, eerste lid, van de Ziektewet verricht de bedrijfsvereniging bij verzekerden van wie een aangifte van ziekte of een ziekmelding is ontvangen, controle op het bestaan van ongeschiktheid tot werken. In die situatie zijn de controlevoorschriften van toepassing zolang de ongeschiktheid tot werken duurt.

Voor verzekerden, die onder de loonbetalingsplicht vallen, vangt de controle pas aan na de ziekmelding, dus in beginsel na 13 weken. Voor deze categorie zal de bedrijfsvereniging in eerste instantie afgaan op de vermelding door de werkgever in de ziekmelding en het reïntegratieplan dat er sprake is van ongeschiktheid tot werken. In beginsel vindt controle dus niet via bezoeken, oproepen of eigen onderzoek plaats.

In gevallen waar aanspraak op ziekengeld in verband met bevalling bestaat, is controle op het bestaan van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte niet nodig. Aan het recht op dat ziekengeld kan een periode van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte vooraf gaan, waarvoor wel een ziekmelding heeft plaatsgevonden. In verband daarmee is nadrukkelijk bepaald dat gedurende de periode waarin recht op ziekengeld in verband met bevalling bestaat, de controlevoorschriften niet van toepassing zijn.

Indien de vrouwelijke verzekerde aansluitend na het recht op ziekengeld in verband met bevalling ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid, dan is wel controle nodig. De bedrijfsvereniging dient in die situatie te beoordelen of de ongeschiktheid zijn oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap. Reden hiervoor is, dat op grond van artikel 29a, zevende lid, van de Ziektewet bij die oorzaak een uitkering ter hoogte van het dagloon wordt verstrekt.

In het vierde lid wordt een aantal artikelen van de controlevoorschriften uitgesloten ten aanzien van in het buitenland verblijvende verzekerden. Dit geldt voor verzekerden, die aanspraak maken op ziekengeld. De genoemde artikelen betreffen de verplichting om thuis te blijven en controle aan huis mogelijk te maken. Aangezien de controle op het verblijfadres in het buitenland niet plaats zal vinden, zijn deze verplichtingen niet aan de bedoelde verzekerden opgelegd.

De verplichting om te voldoen aan de oproep om te verschijnen op het spreekuur van de verzekeringsarts of de rapporteur is niet uitgezonderd. In een aantal gevallen blijft de bedrijfsvereniging namelijk bevoegd de in het buitenland verblijvende verzekerde voor het spreekuur in Nederland op te roepen. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie dat verzekerde verblijft in een land waarmee geen verdrag is afgesloten of waarin het afgesloten verdrag deze bevoegdheid uitdrukkelijk aan de bedrijfsvereniging toekent.

Artikel 3 De verplichting om op het spreekuur te verschijnen

Hoewel de verplichting om te voldoen aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de verzekeringsarts of de rapporteur bij wet is geregeld, wordt deze verplichting toch in de controlevoorschriften opgenomen.

Er is wettelijk bepaald dat de bedrijfsvereniging een maatregel oplegt, wanneer zonder deugdelijke grond niet aan de oproep wordt voldaan. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een deugdelijke grond, is het noodzakelijk dat betrokkene de reden van verhindering doorgeeft. Nu de verplichting om de reden van verhindering op te geven niet bij wet is geregeld, is dit expliciet in de controlevoorschriften opgenomen.

Artikel 4 Eigen verklaring

Aangezien in het gros van de gevallen de werknemers, die aanspraak maken op ziekengeld, in eerste instantie een formulier ’eigen verklaring’ van de bedrijfsvereniging krijgen toegestuurd, is een bepaling over de te voeren procedure in de controlevoorschriften opgenomen. Aan de hand van de antwoorden op deze verklaring kan de bedrijfsvereniging het recht op ziekengeld beoordelen dan wel bepalen of verdere controle noodzakelijk is.

Artikel 5 Verplichting om thuis te blijven

In dit artikel is de verplichting opgenomen om op bepaalde tijden thuis te blijven. In principe blijft de verzekerde thuis tot hij bericht van de bedrijfsvereniging heeft ontvangen. Dit kan zijn de ontvangst van een eigen verklaring, een oproep voor het spreekuur of een bezoek van een rapporteur of verzekeringsarts. Hierna kan de bedrijfsvereniging de verzekerde nog een beperkte thuisblijfplicht opleggen gedurende maximaal 2 weken. Tijdens de door de bedrijfsvereniging vastgestelde uren moet de verzekerde in beginsel bereikbaar zijn.

Overigens is de verzekerde wel op grond van de Ziektewet verplicht de aanwijzingen van de behandelend arts op te volgen.

Onder de term behandelend arts kunnen ook meerdere artsen worden begrepen. Te denken valt aan een huisarts alsmede specialisten uit de curatieve sector.

Artikel 6 Controle mogelijk maken

De verzekerde moet er voor zorg dragen dat controle door de verzekeringsarts en de rapporteur mogelijk is. In de situaties dat er iets bijzonders aan de hand is, bijvoorbeeld een defecte bel, of er is niemand thuis die de deur kan opendoen, moet de verzekerde maatregelen treffen, waardoor controle toch mogelijk is. Opgemerkt wordt, dat dit voorschrift alleen geldt gedurende de tijdstippen waarop de verzekerde verplicht is thuis te blijven.

De verzekerde moet er voor zorgen dat de bedrijfsvereniging op de hoogte is van zijn verblijfadres. Bij verhuizingen, verandering van verblijf- of verpleegadres (hierbij kan gedacht worden aan opname/ontslag uit een ziekenhuis, sanatorium of een andere inrichting), dient de verzekerde dit tijdig aan de bedrijfsvereniging mee te delen. Door in de bepalingen er op aan te sturen dat de verzekerde tevoren een wijziging van zijn (verblijf)adres aan de bedrijfsvereniging meedeelt, wordt getracht te voorkomen dat de rapporteur of verzekeringsarts het onjuiste adres bezoekt.

Artikel 7 Verblijf in het buitenland

De toestemming voor een meerdaags verblijf in het buitenland is onder meer noodzakelijk ten einde te kunnen beoordelen of een dergelijk verblijf de genezing van de verzekerde niet belemmert.

Voor de verzekerde die verblijft in een land dat tot de EG behoort of een land waarmee een verdrag is afgesloten, geldt bij ziekmelding een vastgestelde procedure waardoor controle op het bestaan van de ongeschiktheid mogelijk is.

Indien de verzekerde zich ziek meldt vanuit een land dat niet tot de EG behoort en waarmee Nederland geen verdrag heeft afgesloten is controle op het bestaan van de ongeschiktheid vrijwel onmogelijk. Om die reden kan van de verzekerde worden verlangd dat hij het bestaan van ongeschiktheid op andere wijze aannemelijk maakt. Daartoe kan een verklaring van een behandelend arts dienen.

Artikel 8 Hervatten bij herstel

Zodra de verzekerde zich in staat acht zijn arbeid te hervatten, dient hij dit, zonder daartoe een speciale opdracht af te wachten, daadwerkelijk te doen. In alle andere gevallen waarin de verzekerde arbeid gaat verrichten dient hij hiervan mededeling te doen aan de bedrijfsvereniging. De verzekerde behoeft derhalve niet vooraf toestemming van de bedrijfsvereniging te krijgen. Op grond van artikel 30 van de Ziektewet is de verzekerde immers verplicht om zodra hij daartoe in staat is, passende arbeid te gaan verrichten. Gelet op het feit dat de werknemer niet altijd zelf in staat is te beoordelen of er medisch gezien sprake is van passende arbeid is hij verplicht ook hiervan mededeling te doen aan de bedrijfsvereniging. De bedrijfsvereniging zal vervolgens beoordelen of er inderdaad sprake is van passende arbeid.

Artikel 9 Niet hervatten ondanks hersteldverklaring

Dit artikel geeft aan hoe een verzekerde dient te handelen wanneer hij op de dag, met ingang waarvan de verzekeringsarts hem geschikt heeft geacht zijn arbeid te verrichten, meent niet tot hervatting in staat te zijn. Overigens betekent de verplichting om op het spreekuur te verschijnen niet dat er ook recht op ziekengeld bestaat. Is verzekerde verhinderd om op het spreekuur te verschijnen, dan blijft hij thuis tot hij bericht van de bedrijfsvereniging heeft ontvangen (zie ook toelichting op artikel 5). Tot dit bezoek mag de verzekerde zijn woning slechts verlaten voor een bezoek aan een behandelend arts, aan de verzekeringsarts of aan de rapporteur, dan wel om zijn arbeid te hervatten of passende arbeid te verrichten.

Naar boven