Wijziging uitvoeringsregels behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen met betrekking tot de werkzaamheden in het internationaal vervoer

16 augustus 1996

nr. AM/AAB/96/1636

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel I

Paragraaf 15, ’Werkzaamheden in het internationaal vervoer’ van de uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen, behorende bij en bedoeld in artikel 7 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1, vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.


’s-Gravenhage, 16 augustus 1996. De Minister voornoemd,
A. P. W. Melkert.

1 Stcrt. 1995, 168; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 juni 1996 (Stcrt. 1996, 121).

Toelichting

Het in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen vervatte verbod om zonder tewerkstellingsvergunning een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten, is, zo blijkt uit artikel 1, onder b, van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen, niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling ’die zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft en geen arbeidsovereenkomst heeft met een in Nederland gevestigde werkgever en uitsluitend arbeid verricht op buiten Nederland geregistreerde vervoermiddelen in het internationaal vervoer’. In paragraaf 15 van de uitvoeringsregels behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen wordt met betrekking tot de onderhavige vreemdelingen opgemerkt dat de vergunningplicht niet van toepassing is ’ingeval er door de woonplaats van de werknemer, vestigingsplaats van de werkgever of registratie van het voertuig geen band met Nederland bestaat.’ In deze passage is abusievelijk het woord ’of’ in plaats van het woord ’en’ gebruikt, waardoor ten onrechte de indruk zou kunnen ontstaan dat in weerwil van hetgeen in de hiërarchisch hogere regeling, het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen, is bepaald, de vergunningplicht niet van toepassing zou zijn indien aan slechts één van genoemde elementen (woonplaats werknemer, vestigingsplaats werkgever, registratie vervoermiddel) is voldaan.

Gelet hierop, daarbij in aanmerking nemende dat de in paragraaf 15 vervatte nadere toelichting, inhoudende dat voorzover niet voldaan wordt aan artikel 1, onder b, van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen, de vergunningsplicht onverkort van kracht is, reeds onmiskenbaar uit de wet en daarop gebaseerde nadere regels voortvloeit, wordt deze paragraaf geschrapt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert.

Naar boven