Wijziging samenstelling Centrale Landinrichtingcommissie

Besluit van 19 juni 1996, nr. 96.003270 houdende (her)benoeming van de leden en plaatsvervangende leden alsmede van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Centrale Landinrichtingscommissie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 12 juni 1996, J. 964476, Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Landinrichtingswet (Stb. 1985, 299) en de artikelen 3 en 8 van het Besluit houdende nadere regelen betreffende taak, werkwijze en samenstelling van de Centrale Landinrichtingscommissie (Stb. 521);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Te rekenen vanaf 21 oktober 1995 worden benoemd voor een periode van vijf jaar tot leden van de Centrale Landinrichtingscommissie:

a. ir. J. F. de Leeuw, vertegenwoordiger van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, tevens voorzitter;

b. dr. H. J. M. van Zon, vertegenwoordiger van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c. mr. J. A. M. Kroese-Duijsters, vertegenwoordiger van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

d. drs. J. Zanen, vertegenwoordiger van de Minister van Financiën;

e. ir. J. R. Hoogland, vertegenwoordiger van de Minister van Verkeer en Waterstaat;

f. H. J. M. Kemperman, vertegenwoordiger van het Interprovinciaal Overleg;

g. dr. ir. D. H. Keuning, vertegenwoordiger van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

h. drs. F. W. G. Laarakker, vertegenwoordiger van de Unie van Waterschappen;

i. ing. A. Barlagen, vertegenwoordiger van de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties Nederland, tevens plaatsvervangend voorzitter;

j. A. Bos, vertegenwoordiger van de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties Nederland;

k. ir. A. J. Latijnhouwers, vertegenwoordiger van de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties Nederland;

l. P. Nijhoff, vertegenwoordiger van de Stichting Natuur en Milieu;

m. mr. C. N. de Boer, vertegenwoordiger van de Vereniging Natuurmonumenten in Nederland;

n. ir. J. Barkhof, vertegenwoordiger van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, ANWB;

o. ir. A. Baron van Dedem, vertegenwoordiger van de Vereniging van Boseigenaren en het van het Bosschap gezamenlijk.

Artikel 2

Te rekenen vanaf 21 oktober 1995:

a. wordt eervol ontslagen als lid van de Centrale Landinrichtingscommissie mevrouw P. H. M. Jacobs-Aarts;

b. wordt benoemd voor de periode eindigend op 30 september 1998 als lid van de Centrale Landinrichtingcommissie ir. J. C. Boxem.

Artikel 3

Te rekenen vanaf 21 oktober 1995 wordt eervol ontslagen als plaatsvervangend lid van de Centrale Landinrichtingscommissie: mevrouw H. L. Blok.

Te rekenen vanaf 21 oktober 1995 wordt benoemd voor de periode eindigend op 31 december 2000 tot plaatsvervangend lid van de Centrale Landinrichtingscommissie drs. G. L. C. M. de Kok als plaatsvervanger van H. J. M. Kemperman.

Artikel 4

Te rekenen vanaf 21 oktober 1995 worden benoemd voor een periode van vijf jaar tot plaatsvervangende leden van de Centrale Landinrichtingscommissie:

a. T. Kampstra, plaatsvervanger van dr. H. J. M. van Zon;

b. drs. J. P. van der Jagt als plaatsvervanger van mr. J. A. M. Kroese-Duijsters;

c. drs. H. R. Buurman, als plaatsvervanger van drs. J. Zanen;

d. ir. G. Verwolf, als plaatsvervanger van ir. J. R. Hoogland;

e. ir. J. H. van der Vliet, als plaatsvervanger van drs. F. W. G. Laarakker;

f. drs. J. W. Straatsma, als plaatsvervanger van ing. A. Barlagen;

g. G. J. Gerritsen, als plaatsvervanger van A. Bos;

h. C. K. Franzen, als plaatsvervanger van ir. A. J. Latijnhouwers;

i. ir. B. P. G. M. Hermans, als plaatsvervanger van P. Nijhoff;

j. ir. P. A. Schaap, als plaatsvervanger van mr. C. N. de Boer;

k. ir. P. H. R. Langeweg, als plaatsvervanger van ir. J. Barkhof;

l. J. A. M. Vos, als plaatsvervanger van ir. A. Baron van Dedem.

Artikel 5

Te rekenen vanaf 1 april 1996 wordt eervol ontslagen als adviserend lid van de Centrale Landinrichtingscommissie dr. A. N. van der Zande en ir. C. Kruyt.

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan mededeling zal worden gedaan in de Staatscourant.


’s-Gravenhage, 19 juni 1996.
Beatrix. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen.

Naar boven