Mandaatregeling Dienst Wegverkeer

1 juli 1996

De Directie van de Dienst Wegverkeer,

Overwegende dat het wenselijk is voor de uitvoering van de wettelijke taken door de Dienst Wegverkeer de bevoegdheid tot het nemen van beschikkingen op een lager niveau in de organisatie te leggen;

Gelet op artikel 4g van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan:

a. het hoofd van de afdeling Toelating Wegvoertuigen;

b. het hoofd van de afdeling Keuring en Toezicht;

c. het hoofd van de afdeling Informatie en Documenten;

d. hun plaatsvervangers.

Artikel 2

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan:

a. de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de onderafdeling Toelating en Toezicht;

2. het hoofd van de onderafdeling Beproeving en Inspectie;

3. het hoofd van het bureau Technische Zaken;

4. het hoofd van de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport;

5. hun plaatsvervangers.

b. de afdeling Keuring en Toezicht, te weten:

1. de regiomanagers;

2. de hoofden van de districten;

3. het hoofd van het stafbureau;

4. het hoofd van het bedrijfsbureau;

5. het hoofd van de projectorganisatie;

6. hun plaatsvervangers.

c. de afdeling Informatie en Documenten te weten:

1. het hoofd van de onderafdeling Rijbewijzen;

2. het hoofd van de onderafdeling Centrale Registratie;

3. het hoofd van de onderafdeling Kenteken- en Registratiebewijzen;

4. het hoofd van het stafbureau I en D;

5. het hoofd van het projectbureau I en D, en

6. hun plaatsvervangers.

Artikel 3

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan de navolgende functionarissen, die werkzaam zijn bij:

a. de onderafdeling Toelating en Toezicht van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de branchegroep Certificatie en Toezicht;

2. het hoofd van de branchegroep Administratieve Toelatingskeuringen;

3. het hoofd van de branchegroep Centrale Informatie en afhandeling kenteken- en registratiebewijzen.

b. de onderafdeling Beproeving en Inspectie van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de branchegroep Personenauto’s, lichte bedrijfswagens en Motorfietsen;

2. het hoofd van de branchegroep Autobussen, zware Bedrijfswagens en Aanhangwagens;

3. het hoofd van de branchegroep Gevaarlijke Stoffen en Koelvoertuigen;

4. het hoofd van het Testcentrum Lelystad.

c. de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. de ontheffingscoördinator;

2. de ontheffingsspecialist;

3. de behandelingsmedewerker A;

4. de accountmanager.

d. de regio’s van de afdeling Keuring en Toezicht, te weten:

1. de hoofden van de keuringsstations;

2. de hoofden van de regio-administraties;

3. de bedrijfsinspecteurs.

e. de onderafdeling Rijbewijzen, te weten:

1. het hoofd van het bureau Afgifte rijbewijzen, en

2. de plaatsvervanger van het hoofd van bureau Afgifte rijbewijzen.

f. de onderafdeling Kentekenbewijzen en Registratiebewijzen, te weten:

1. het hoofd van het bureau Voertuigdocumenten;

2. het hoofd van het bureau Aansprakelijkheids- en Persoonsregistratie;

3. het hoofd van het bureau Deel III;

4. het hoofd van het bureau Bijzondere Registraties;

5. het hoofd van het bureau Data Invoer;

6. hun plaatsvervangers.

g. de onderafdeling Centrale Registratie, te weten:

1. het hoofd van het bureau Documentenopslag en informatievoorziening;

2. het hoofd van het bureau Handhaving;

3. het hoofd van het bureau Inlichtingen en Correspondentie;

4. het hoofd van het bureau Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen;

5. de registerbeheerder;

6. het hoofd van het bureau Opsporingsbijstand;

7. hun plaatsvervangers.

Artikel 4

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan de navolgende functionarissen, die werkzaam zijn bij:

a. de branchegroep Gevaarlijke Stoffen en Koelvoertuigen, de branchegroep Lichte Motorvoertuigen, de branchegroep Zware Motorvoertuigen en Getrokken Materieel en het Testcentrum Lelystad te weten:

1. de Technisch specialist internationaal;

2. de Technisch inspecteur specialist;

3. de Technisch inspecteur;

4. de Technisch medewerker;

5. de Beleidsmedewerker/Kwaliteitsadviseur.

b. de branchegroep Certificatie en Toezicht en de branchegroep Administratieve typegoedkeuringen, te weten:

1. de Coördinator Toelating;

2. de Hoofdinspecteur Toelating;

3. de Inspecteur Toelating;

4. de Behandelingsmedewerker B;

5. de Behandelingsmedewerker C.

c. de branchegroep Centrale Informatie en Afhandeling Kentekenbewijzen, te weten:

1. de Behandelingscoördinator;

2. de Technisch inspecteur;

3. de Technisch medewerker;

4. de Behandelingsmedewerker C.

d. de keuringsstations, te weten:

1. de technisch medewerkers;

2. de administratief medewerkers.

e. de regiokantoren, te weten:

de financieel medewerkers van de regio-administratie

f. het bureau Voertuigdocumenten te weten:

de sectorhoofden.

g. het bureau Aansprakelijkheid- en Persoonsregistratie, te weten:

1. de medewerker Beheer Decentrale Taken;

2. de medewerker Beheer KvK/GBA-register.

h. het bureau Bijzondere Registraties, te weten:

de Externe Bedrijven Controleur.

i. het bureau Inlichtingen en Corres-pondentie, te weten:

de sectorhoofden.

Artikel 5

1. Aan de Directie blijven voorbehouden:

a. de afdoening en ondertekening van beleidsregels;

b. de afdoening en ondertekening van circulaires die een verzoek, gericht tot een groep van personen of instanties buiten de overheid, om medewerking of inlichtingen bevatten;

c. de afdoening en ondertekening van stukken:

1. gericht aan de Raad van State van het Koninkrijk en de Raad van State;

2. gericht aan de Arrondissementsrechtbanken;

3. gericht aan de Algemene Rekenkamer;

4. gericht aan de Nationale Ombudsman;

5. gericht aan de Raad van Toezicht;

6. gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat;

7. inzake bezwaren tegen beslissingen die door de Directie zijn genomen.

d. het aangaan van (internationale) samenwerkingsverbanden;

e. het sluiten van bestuurlijke overeenkomsten;

f. het voeren van politiek overleg.

2. Het reglement als bedoeld in artikel 4n van de Wegenverkeerswet 1994 is bij het uitoefenen van deze bevoegdheden van toepassing.

Artikel 6

1. De in artikel 1 genoemde functionarissen maken van het hen verleende mandaat uitsluitend gebruik, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein en die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de Directie.

2. De in artikel 2, 3, en 4 genoemde functionarissen maken van het hen verleende mandaat uitsluitend gebruik, voor zover het aangelegenheden betreft die - gelet op het bepaalde in Bijlage 1 bij deze regeling - behoren tot het werkterrein van hun dienstonderdeel, en die - mede gelet op de inhoud van bijlage 2 bij deze regeling - naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren.

3. De in artikel 1 tot en met 3 bedoelde plaatsvervangers maken van het hen verleende mandaat uitsluitend gebruik bij de afwezigheid van de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren.

Artikel 7

De in deze regeling genoemde functionarissen oefenen hun mandaat als het gaat om het intrekken en schorsen van erkenningen slechts uit nadat instemming is verleend door het hoofd van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken.

Artikel 8

De stukken die door de in de artikelen 1 tot en met 4 genoemde functionarissen op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:

De Algemeen Directeur van de RDW

namens deze,

gevolgd door functie-aanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris.

Artikel 9

De Regeling mandaat RDW van 15 november 1993, Stcrt. 1993, nr. 244, wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als: Mandaatregeling Dienst Wegverkeer.

Deze regeling zal worden geplaatst in de Staatscourant en in afschrift gezonden aan de Algemene Rekenkamer en de in deze regeling genoemde functionarissen.


Zoetermeer, 1 juli 1996.
De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,
J. G. Hakkenberg.

Bijlage 1 Taakstelling (onder)afdelingen Dienst Wegverkeer

De Directie van de Dienst Wegverkeer,

Overwegende dat het wenselijk is in het kader van de mandatering van bestuurlijke bevoegdheden de taken van de (onder) afdelingen van de dienst Wegverkeer, die voortvloeien uit wet- en regelgeving nader vast te stellen;

Gelet op artikel 6 van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer (besluit Algemeen Directeur DW d.d. 1 juli 1996);

Besluit:

De taken van de hieronder genoemde (onder)afdelingen van de Dienst Wegverkeer als volgt vast te stellen:

I. De afdeling Toelating Wegvoertuigen heeft tot taak:

- het in het kader van toelating tot het verkeer op de weg verlenen van typegoedkeuringen voor voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers en van individuele goedkeuringen voor voertuigen alsmede het intrekken van typegoedkeuringen en het verrichten van testen in dat kader;

- het houden van toezicht op de overeenstemming van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers met het type waarvoor goedkeuring is verleend;

- het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

a. de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport heeft tot taak:

- het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

b. de onderafdeling Toelating en Toezicht van de afdeling Toelating Wegvoertuigen heeft tot taak:

- het in het kader van toelating tot het verkeer op de weg verlenen van typegoedkeuringen voor voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers en van individuele goedkeuringen voor voertuigen alsmede het intrekken van typegoedkeuringen;

- het houden van toezicht op de overeenstemming van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers met het type waarvoor goedkeuring is verleend.

c. De onderafdeling Beproeving en Inspectie van de afdeling Toelating Wegverkeer heeft tot taak:

- het verrichten van testen en het afgeven van testrapporten in het kader van toelating tot het verkeer op de weg van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers.

II. De afdeling Keuring en Toezicht heeft tot taak:

- het verrichten van keuringen en het houden van toezicht in het kader van de toelating van het verkeer op de weg;

- het keuren van voertuigen in de in de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde gevallen;

- het behandelen van bezwaren en administratieve beroepen als bedoeld in artikel 90 en 91 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen als bedoeld in de artikelen 83 en 100 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan;

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de erkenningen als bedoeld in artikel 83 en 100 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen ten behoeve van de installatie en periodieke controle van tachografen, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan;

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de verleende erkenningen ten behoeve van de installatie en periodieke controle van tachografen.

III. De afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens en het terzake van die opgaven afgeven van kenteken- en registratiebewijzen alsmede het schorsen van de geldigheid van de kentekenbewijzen en het ongeldig verklaren van kenteken- en registratiebewijzen;

- het registreren van gegevens met betrekking tot opgegeven kentekens, afgegeven registratie- en kentekenbewijzen, afgegeven keuringsbewijzen, afgegeven rijbewijzen en afgegeven bromfietscertificaten, alsmede met betrekking tot rechterlijke uitspraken houdende ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen;

- het verstrekken van inlichtingen uit de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of andere wetten bijgehouden registers;

- het afgeven van rijbewijzen in de gevallen, bedoeld in artikel 116, eerst lid, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede het ongeldigverklaren van deze rijbewijzen in de in deze wet bepaalde gevallen;

- het opsporen van het bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar gestelde feiten, voor zover hiermee belast ingevolge artikel 159 van deze wet.

a. De onderafdeling Rijbewijzen van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het afgeven van rijbewijzen in de gevallen, bedoeld in artikel 116, eerst lid, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede het ongeldigverklaren van deze rijbewijzen in de in deze wet bedoelde gevallen.

b. De onderafdeling Centrale Registratie van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het registreren van gegevens met betrekking tot motorrijtuigen en aanhangwagens en vaartuigen, alsmede het verstrekking van inlichtingen uit de hiertoe gehouden registers.

c. De onderafdeling Kenteken- en Registratiebewijzen van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- Het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens en het terzake van die opgaven afgeven van kentekenbewijzen alsmede het schorsen van de geldigheid van de kentekenbewijzen, het vervallen verklaren en het ongeldig verklaren van kenteken- en registratiebewijzen;

- het afgeven van keuringsbewijzen in de gevallen als bedoeld in artikel 53 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan;

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit het verlenen van de erkenning als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994.

Zoetermeer, 1 juli 1996.

De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,

J.G. Hakkenberg.

Bijlage 2 als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer

Nadere specificatie van bevoegdheden voor niet-leidinggevende medewerkers

De machtiging en opdracht om, namens de Directie en onder diens verantwoordelijkheid, de aan de Directie op grond van artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet toekomende bevoegdheid uit te oefenen geldt voor de volgende functionarissen en betreft, naast het voeren van de normale correspondentie van de afdeling, de volgende handelingen:

1. Van de afdeling Normontwikkeling:

a. de medewerkers:

- het optreden in internationaal, EEG, ECE en Benelux overleg.

2. Van de afdeling Toelating Wegvoertuigen:

2.1. van de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport:

a. de Ontheffingscoördinator:

- de verlening en afwijzing van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

b. de Ontheffingsspecialist:

- de verlening en afwijzing van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet.

c. de Behandelingsmedewerker A.

2.2. van de onderafdeling Toelating en Toezicht:

2.2.1. van de branchegroep Certificatie en Toezicht:

a. de Coördinator Toelating:

- toelatingskeuringen en internationale certificaten, alsmede besluiten betreffende procedures met betrekking tot deze goedkeuringen en certificaten, op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet 1994 of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake;

- het afgeven van ATP certificaten op basis van de Wet inzake Grensoverschrijdend Vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen;

- het afgeven van keuringsdocumenten t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

- het afgeven van VLG keuringsdocumenten en certificaten op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen.

b. de Hoofdinspecteur Toelating en de Inspecteur Toelating:

- toelatingskeuringen en internationale certificaten, alsmede besluiten betreffende procedures met betrekking tot deze goedkeuringen en certificaten, op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet 1994 of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake.

2.2.2. van de branchegroep Administratie Toelatingskeuringen:

a. de Behandelingsmedewerker B:

- de afgifte van voorlopige kentekenbewijzen als bedoeld in artikel 17, zesde lid, van het Kentekenreglement en kentekenbewijzen als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van het Kentekenreglement.

2.2.3. van de branchegroep Centrale informatie en afhandeling Kenteken- en Registratiebewijzen:

a. de behandelingscoördinator en de technisch inspecteur:

- de weigering om een aanvraag voor een kenteken- of registratiebewijs in behandeling te nemen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de weigering om zo’n bewijs af te geven als bedoeld in artikel 48 van de Wegenverkeerswet 1994;

- de homologatie van technische gegevens met betrekking tot bepaalde voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken ten behoeve van exportdoeleinden.

b. de medewerker erkenningen, de technisch medewerker en de behandelingsmedewerker B:

- de weigering om een aanvraag voor een kenteken- of registratiebewijs in behandeling te nemen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de weigering om zo’n bewijs af te geven als bedoeld in artikel 48 van de Wegenverkeerswet 1994.

2.3. van de onderafdeling Beproeving en Inspectie:

a. de technisch inspecteur specialist internationaal:

- het opstellen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van de internationale EEG of ECE voorschriften terzake;

- het keuren van bussen en ambulances als bedoeld in hoofdstuk 15 van het Besluit Personenvervoer en artikel 3 van de Wet Ambulancevervoer;

- het beproeven basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen.

b. de technisch inspecteur specialist:

- het opstellen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van de internationale EEG of ECE voorschriften terzake;

- het keuren van bussen en ambulances als bedoeld in hoofdstuk 15 van het Besluit Personenvervoer en artikel 3 van de Wet Ambulancevervoer;

- het beproeven op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen.

c. de technisch inspecteur:

- het uitvoeren van testen in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstuk-ken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake.

d. de beleidsmedewerker/kwaliteitsadviseur (TCL):

- het afdoen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake.

3. Van de afdeling Keuring en Toezicht:

3.1. van de keuringsstations:

de technisch medewerkers:

- het uitvoeren van steekproefsgewijze herkeuringen in het kader van het toezicht op erkende bedrijven op basis van artikel 86, eerste lid, en artikel 102, eerste lid, van de Wegenverkeerswet;

- het verrichten van de volgende keuringen, met daarbij de afgifte of weigering tot afgifte van een keuringsbewijs:

° APK (artikel 73 van de Wegenverkeerswet)

° periodieke autobuskeuringen;

° toelatingskeuringen in verband met invoer, na wijziging van het voertuig of na schade;

° eerste keuringen van taxi’s;

° eerste en periodieke keuringen VLG (Wet gevaarlijke stoffen);

- het schouwen en verrichten van controles op basis van artikel 34 van de Regeling houdende voorschriften met betrekking tot goedkeuring, installatie, onderzoek, reparatie en kwaliteit van tachografen.

3.1.2. van de regio-administratie:

de administratief medewerkers:

- de afgifte van kentekenbewijzen op basis van artikel 28 en volgende van het Kentekenreglement;

- de afgifte van duplicaatkeuringsbewijzen, op basis van artikel 80 van de Wegenverkeerswet;

- de registratie van export, ten behoeve van het kentekenregister, op basis van artikel 33 van het Kentekenreglement.

Zoetermeer, 1 juli 1996.

De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,

J.G. Hakkenberg.

Naar boven