J. ten Hoopen benoemd tot lid van de Tweede Kamer

Besluit van de voorzitter van het centraal stembureau ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats in dat orgaan

De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;

Gezien de bij hem op 8 november 1995 ingekomen brief van de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 7 november 1995 houdende mededeling dat mw. M. H. A. Boers-Wijnberg, wonende te Tilburg, ontslag neemt als lid van dat orgaan, met ingang van 1 december 1995.

Overwegende:

dat blijkens het besluit van het centraal stembureau van 10 mei 1994, mw. M. H. A. Boers-Wijnberg was gekozen op lijstengroep nr. 1 in kieskringnr. 19;

dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden:

L. C. Brinkman te Leiden, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

Y. C. M. T. van Rooy te Tilburg, aangezien zij reeds lid is van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

E. M. H. Hirsch Ballin te Tilburg, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

W. J. Deetman, E. Heerma te Amsterdam, M. H. J. Soutendijk van Appeldoorn te Nuenen, F. L. A. J. Wolters te Venlo-Blerick, J. G. de Hoop Scheffer te ’s-Gravenhage, A. J. W. J. Lan-sink te Nijmegen, A. Doelman-Pel te Hoogezand, P. Bukman te Voorschoten en P. R. H. M. van der Linden te Nuth, aangezien zij reeds lid zijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

M. H. A. Boers-Wijnberg te Tilburg aangezien het haar vacature betreft,

V. A. M. van der Burg te Zeist, M. Beinema te Middelburg, M. J. A. van der Hoeven te Maastricht, J. D. Gabor te Haaksbergen, J. Reitsma te Emmeloord, W. A. Mateman te Aalten, A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven te Vlaardingen, A. Th. B. Bijleveld-Schouten te Enschede, W. G. J. M. van de Camp te ’s-Gravenhage, G. H. Terpstra te Utrecht, A. H. Esselink te Zwolle, J. S. J. Hillen te Hilversum, G. de Jong te Voorburg, L. H. J. M. Dankers te Helmond, F. J. van der Heijden te Rotterdam, M. Smits te ’s-Gravenhage, G. B. M. Leers te Goirle, P. A. L. Mulder-van Dam te Emmen, M. J. M. Verhagen te Voorburg, A. K. Koekkoek te Tilburg, P. J. Biesheuvel te ’s-Gravenhage, J. G. M. Assen te Nijmegen, C. Bremmer te Voorschoten, aangezien zij reeds lid zijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

dat, gelet op artikel W 1 van de Kieswet, thans voor benoeming in aanmerking komt J. ten Hoopen, wonende te Zoetermeer;

Verklaart dientengevolge J. ten Hoopen, wonende te Zoetermeer, benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.


’s-Gravenhave, 4 december 1995.
J. H. Prins, voorzitter.

Naar boven