Instelling Interdepartementale werkgroep voorgenomen regelgeving

16 mei 1995

nr. 95035099 WJA/W

De ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit,

Gelet op artikel 6 van het Instellingsbesluit ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de werkgroep: de interdepartementale werkgroep, genoemd in artikel 2;

b. de vragenlijst: de vragenlijst die als bijlage bij dit besluit is gevoegd;

c. het regelgevingsoverzicht: het overzicht, bedoeld in artikel 3;

d. de ambtelijke commissie: de ambtelijke commissie, genoemd in artikel 2 van het Instellingsbesluit ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit.

Artikel 2

Er is een Interdepartementale werkgroep voorgenomen regelgeving, waarin alle ministeries zijn vertegenwoordigd.

Artikel 3

De werkgroep heeft tot taak:

a. een overzicht samen te stellen van door ministeries voorgenomen regelgeving ten aanzien waarvan door het daarvoor eerstverantwoordelijke ministerie in de bijbehorende toelichting in ieder geval de door de werkgroep in dat overzicht aan te geven vragen moeten worden beantwoord, die zijn ontleend aan de vragenlijst;

b. het onder a genoemde overzicht periodiek te actualiseren.

Artikel 4

1. De voorzitter van de werkgroep wordt door de ambtelijke commissie aangewezen.

2. Door elk van de secretarissen-generaal van de ministeries wordt een lid van de werkgroep aangewezen.

3. Het secretariaat van de werkgroep bestaat uit drie secretarissen, die worden aangewezen door respectievelijk de secretarissen-generaal van de ministeries van Economische Zaken, van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De secretarissen zijn tevens lid van de werkgroep.

4. De voorzitter wordt bij verhindering vervangen door het door de secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken aangewezen lid.

Artikel 5

Indien de werkgroep het in verband met de omvang of de ingewikkeldheid van een bepaald voornemen tot regelgeving gewenst acht dat voor de toetsing daarvan aan de door de werkgroep in het regelgevingsoverzicht aangegeven vragen van de vragenlijst een afzonderlijke werkgroep wordt ingesteld, doet zij daartoe een voorstel aan de ambtelijke commissie.

Artikel 6

De voorzitter van de werkgroep kan besluiten om een voornemen tot regelgeving om dringende redenen niet in het regelgevingsoverzicht op te nemen.

Artikel 7

Het regelgevingsoverzicht wordt door de werkgroep aan de ambtelijke commissie voorgelegd. Vervolgens worden geactualiseerde versies van dat overzicht zo vaak als dat door de werkgroep nodig wordt geoordeeld, aan de ambtelijke commissie voorgelegd.

Artikel 8

De werkgroep stelt in ieder geval in de eerste maand van het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een rapport op, waarin haar functioneren zowel procedureel als inhoudelijk wordt geëvalueerd en legt dat aan de ambtelijke commissie voor. Zonodig laat de werkgroep haar rapport vergezeld gaan van wijzigingsvoorstellen ten aanzien van haar functioneren.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Interdepartementale werkgroep voorgenomen regelgeving.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 16 mei 1995.
De ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit,
voor deze:
De voorzitter,
L.A. Geelhoed.
De secretarissen,
W.A. Oskam,
D.P. van den Bosch.

Toelichting

I. Algemeen

Als onderdeel van het project ’marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit’ (Kamerstukken II 1994/95, 24 036, nr. 1) is een ’Plan van aanpak voorgenomen regelgeving’ (gedateerd op 23 maart 1995, kenmerk 95020115 ES/OMKB) opgesteld, waarmee het kabinet op 31 maart 1995 heeft ingestemd. Dit besluit is een uitvloeisel van dat plan en strekt ertoe het inzicht in de effecten van voorgenomen regelgeving te vergroten. Het gaat daarbij om de effecten van de tot stand te brengen regelgeving voor het bedrijfsleven, de sociaal-economische ontwikkeling en de marktwerking en om de gevolgen daarvan voor het milieu, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. Daartoe is er in dit besluit een Interdepartementale werkgroep voorgenomen regelgeving ingesteld, die tot taak heeft te bevorderen dat die effecten ten aanzien van een selectief aantal regelingen meer systematisch dan voorheen het geval was in kaart worden gebracht. Ten grondslag aan dit besluit ligt artikel 6, eerste lid, van het Instellingsbesluit ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit.

II. Artikelsgewijs

Artikel 3

Door de formulering van artikel 3 wordt bewerkstelligd dat initiatief-wetsvoorstellen van de Tweede Kamer in het regelgevingsoverzicht buiten beschouwing blijven.

Ervan uitgaande dat delegatie van regelgevende bevoegdheid beperkt blijft tot de in de ’Aanwijzingen voor de regelgeving’ aangegeven gevallen, zullen ministeriële regelingen slechts in uitzonderingsgevallen in het regelgevingsoverzicht worden opgenomen.

In het regelgevingsoverzicht kunnen uiteraard ook voornemens tot implementatie van EG-regelgeving worden vermeld. Dit is echter alleen zinvol indien er bij die implementatie enige nationale beleidsruimte bestaat.

Artikel 6

Bij de in dit artikel bedoelde ’dringende redenen’ kan bij voorbeeld worden gedacht aan voorgenomen regelgeving die zeer spoedeisend is of waarvan geheimhouding om strategische redenen gewenst is.

Artikel 7

Ingevolge artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit bespreekt en beoordeelt de ambtelijke commissie het regelgevingsoverzicht en geleidt het vervolgens, vergezeld van haar advies, door naar de ministeriële commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit.

Artikel 8

Indien na de in dit artikel bedoelde evaluatie wordt besloten dat de werkgroep haar werkzaamheden (eventueel in gewijzigde vorm) zal voortzetten, kan in een volgende evaluatie worden bezien of het nuttig is de werkgroep een meer bestendig karakter te geven en de positie van de werkgroep in het totale beleidsvoorbereidingsproces nader te bepalen.

De ambtelijke commissie voor marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit,

voor deze:

De voorzitter,

L.A. Geelhoed.

De secretarissen,

W.A. Oskam,

D.P. van den Bosch.

Bijlage

Vragenlijst

Bedrijfseffecten

1. Voor welke categorieën bedrijven heeft de ontwerp-regelgeving mogelijk bedrijfseffecten?

2. Hoeveel bedrijven worden daadwerkelijk met de ontwerp-regelgeving geconfronteerd?

3. Wat zijn voor de betrokken bedrijven de meest waarschijnlijke aard en omvang van de kosten en baten van de ontwerp-regelgeving?

Besteed in de toelichting aandacht aan:

a) het structurele dan wel eenmalige karakter van de effecten;

b) de onderverdeling tussen financiële en nalevingseffecten;

c) de onderbouwing en onzekerheidsmarges van de kosten en baten;

d) de gelijkmatigheid in de verdeling van de effecten tussen (categorieën) bedrijven;

e) de gevolgen voor de omvang van de administratieve lasten.

4. Hoe verhouden de kosten en baten van de ontwerp-regelgeving zich tot de draagkracht van het betrokken bedrijfsleven?

5. Wat is de stand van zaken t.a.v. de regelgeving op het onderhavige beleidsterrein in die landen die voor het betrokken bedrijfsleven in Nederland als de meest relevante concurrerende landen kunnen worden beschouwd? (Buitenlandtoets)

6. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor de marktwerking?

7. Wat zijn de sociaal-economische effecten van de ontwerp-regelgeving (werkgelegenheid, produktie etc.)?

Milieugevolgen

8. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor het energieverbruik en de mobiliteit?

9. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor het verbruik en voorraden van grondstoffen?

10. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor afvalstromen en emissies naar de lucht, bodem en oppervlaktewater?

11. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor het het

gebruik van de beschikbare fysieke ruimte?

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

12. Welke doelgroep(en) worden met de effecten van de ontwerp-regelgeving geconfronteerd en wat is hun omvang?

13. Wat zijn de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor de handhavingsinzet en de handhavingsbehoefte?

Besteed in de toelichting aandacht aan:

a) de verwachte mate van spontane naleving;

b) aspecten die te maken hebben met de omvang en mogelijkheden van controle;

c) aspecten die te maken hebben met de omvang en mogelijkheden van sancties.

14. Wat zijn de gevolgen voor de belasting van de rechterlijke macht?

Besteed in de toelichting aandacht aan:

a) het structurele dan wel eenmalige karakter van de effecten;

b) het verwachte aantal processen verbaal (strafrecht), voor beroep

vatbare beslissingen, bezwaren en beroepen (administratief recht) en dagvaardingen en verzoekschriften (civiel recht);

c) mogelijke effecten voor de gefinancierde rechtsbijstand;

d) elementen uit de ontwerp-regelgeving die de complexiteit van de

rechtszaak beïnvloeden;

e) de onderbouwing van de effecten.

15. Welke organisaties zullen de ontwerp-regelgeving uitvoeren en wat is hun oordeel over de uitvoerbaarheid of de kosten van uitvoering?

Naar boven