Ontheffing van het Besluit horizontale prijsbinding

Vereniging Bloemenexpresse-Fleurop Interflora

29 maart 1995

nr. ES/DM/MB 95021224.b37

1. Inleiding

Conform het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de Wet economische mededinging heb ik op 10 augustus 1994 aan de Commissie economische mededinging advies gevraagd over mijn voornemen het verzoek van de Vereniging Bloemenexpresse-Fleurop Interflora van 16 juni 1993 om ontheffing van het bepaalde in artikel 1 van het Besluit horizontale prijsbinding voor de vaste tarieven voor bezorg- en administratiekosten en het vaste provisiepercentage in te willigen. Van dit verzoek om advies is mededeling gedaan in de Nederlandse Staatscourant nr. 153 van 12 augustus 1994, waarbij was vermeld dat belanghebbenden zich binnen twee weken na het verschijnen van die Staatscourant schriftelijk konden wenden tot het secretariaat van de Commissie economische mededinging met het verzoek te worden gehoord.

2. Aanleiding adviesaanvraag

De Vereniging Bloemenexpresse-Fleurop-Interflora (hierna: Fleurop) heeft bij brief van 16 juni 1993 een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 6 van het Besluit horizontale prijsbinding (hierna: het besluit) ingediend met betrekking tot de door Fleurop toegepaste prijsregelingen. Verzoekster stelt dat het ontheffingsverzoek slechts wordt gedaan, voor zover ik Fleurop niet volg in haar stelling dat Fleurop niet een mededingingsregeling toepast of, in het andere geval, niet onder één van de in het Besluit horizontale prijsbinding opgenomen vrijstellingen valt.

Het verzoek is op 18 juni 1993 op het Ministerie van Economische Zaken ontvangen en heeft betrekking op een mededingingsregeling, die ten tijde van het verzoek bestond. Het verzoek is derhalve ontvankelijk en overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de Wet economische mededinging, geldt het bepaalde in artikel 1 van het Besluit horizontale prijsbinding niet ten aanzien van de Fleurop-regeling zolang niet onherroepelijk op het verzoek is beslist.

Van de indiening van het verzoek is mededeling gedaan in de Staatscourant nr. 128 van 9 juli 1993. Verzoekster is hiervan op de hoogte gesteld bij brief van 22 juli 1993, waarbij is aangegeven dat een beslissing binnen een termijn van 6 maanden zou worden genomen. Deze termijn is bij brief van 12 januari en 13 juli 1994 verlengd met een zelfde termijn en bij brief van 27 januari 1995 met een periode van 8 weken.

3. Inhoud van de mededingingsregeling

3.1 Inhoud regeling

Fleurop heeft als statutair hoofddoel, samengevat:

– het bevorderen van opdrachten aan leden;

– het uitwisselen van opdrachten tussen de leden onderling;

– uitwisselen van opdrachten met leden van zusterverenigingen in het buitenland aangesloten bij de wereldorganisatie Interflora, waarbij Fleurop is aangesloten;

– bevordering van de samenwerking tussen de leden;

– bevordering van tijdige betaling tussen de leden;

– gemeenschappelijke reclame;

– toezicht op levering van de detailhandelsprodukten overeenkomstig de opgegeven waarde.

Op basis van de Statuten en het Huishoudelijk reglement is door de algemene ledenvergadering een verdere regeling vastgesteld, welke materieel overeenkomt met de reglementen van Interflora, de internationale organisatie waarbij Fleurop is aangesloten. Daarin is vastgelegd dat er vaste vergoedingen aan de klant in rekening moeten worden gebracht voor bezorging en administratiekosten alsmede voor telexkosten in geval van internationale transacties.

Deze vaste bedragen zijn: minimaal f 7,00 per order waarvan f 3,50 voor administratiekosten. Er wordt onderscheid in bezorgtarieven gemaakt naar grootte van de plaats van uitvoering van de order dan wel naar de regio indien het uitvoerende lid niet in de plaats van bestelling is gevestigd. Op de minimum opslag kan afhankelijk van de grootte van de plaats waar de order wordt uitgevoerd maximaal f 3,00 extra kosten in rekening worden gebracht.

Voor orders naar het buitenland geldt een bedrag van f 10,00, exclusief eventuele kosten van telefoon, telex of telegram.

Voorts is bepaald dat een gedeelte van het totale orderbedrag als provisie naar de bemiddelende bloemist gaat. Deze provisie bedraagt 20% van het totale orderbedrag, dwz van de prijs van het bloemwerk plus administratie- en bezorgkosten.

Lid van Fleurop kunnen worden natuurlijke personen en rechtspersonen die tevens zijn aangesloten bij de Vereniging Bloemist-Winkeliers en die hun bedrijf uitoefenen overeenkomstig de krachtens de Vestigingswet Bedrijven gestelde eisen. Uitgesloten zijn supermarkten en warenhuizen.

Verder is een toelatingseis dat de leden de in de Statuten bedoelde opdrachten 'op verantwoorde wijze' kunnen uitvoeren.

3.2 Het Fleurop-systeem

Op basis van Statuten, Huishoudelijk reglement en de bindende besluiten van de algemene ledenvergadering hanteert Fleurop voor het bereiken van haar doelstellingen het volgende systeem.

a. Fleurop stelt een lijst op van aangesloten leden. Door opname in de lijst wordt gegarandeerd dat de deelnemer bereid en in staat is om een opdracht naar behoren uit te voeren.

b. De aangesloten leden hebben zich door hun lidmaatschap verbonden elke opdracht die aan hen wordt verstrekt en die binnen de acceptatienormen van Fleurop ligt naar beste vermogen uit te voeren.

c. Fleurop-leden mogen opdrachten alleen aan andere Fleurop-leden doorgeven.

d. Voor het accepteren van orders gelden minimumbedragen voor verschillende soorten bloemwerken.

e. Fleurop-leden zijn gehouden bij het accepteren van een order een vast tarief voor bezorging in rekening te brengen zoals aangegeven in de ledenlijst.

f. Fleurop-leden dienen een vast administratietarief in rekening te brengen voor de bemiddelingskosten en de afhandeling van de financiële transactie door de Fleurop-organisatie.

g. De uitvoerende bloemist is verplicht de order uit te voeren volgens de opdracht en voor het opgegeven bedrag. Daarbij dient hij bij de uitvoering voor het opgegeven bedrag een produkt te leveren overeenkomstig het normale prijsniveau dat hij in zijn winkel hanteert.

h. De bemiddelende bloemist int de betaling van de klant/opdrachtgever en is verplicht de verrekening van de betaling met de uitvoerende bloemist maandelijks via de Fleurop-organisatie te laten lopen.

i. De bemiddelende bloemist krijgt voor zijn bemiddeling een provisie van 20% van het totale orderbedrag.

3.3 Mededingingselementen

De besluiten van de Algemene Vergadering van de Vereniging – de overeenkomsten – moeten als mededingingsregeling worden aangemerkt: zij beperken de leden in hun vrijheid om, binnen de doelstelling van de Vereniging, afwijkende voorwaarden in het economisch verkeer te hanteren en zij regelen de toetreding tot het Fleurop-systeem.

Voor deze adviesaanvrage is met name van belang dat zowel voor bezorging in het binnenland van bloemen en bloemprodukten als voor bezorging in het buitenland bindend is vastgesteld welke kosten – bezorgkosten, administratiekosten (Nederland) en telexkosten (buitenland) – door de leden aan de klant in rekening moeten worden gebracht.

Vast staat op grond van het bovenstaande dat de leden van Fleurop, door de prijsregeling die is vastgesteld op basis van de besluiten van de Algemene Vergadering van de Vereniging, worden beperkt in hun vrijheid prijzen vast te stellen voor diensten (het binnen het Fleurop-systeem bezorgen van die produkten). Immers, voor de kosten van bezorging in ruime zin (administratiekosten en bezorgkosten) geldt een systeem van vaste, bindend voorgeschreven, prijzen. Deze vrijheidsbeperking geldt ook voor het buitenland: voor buitenlandse orders zijn Fleurop-leden beperkt in hun handelingsvrijheid door de binding van Fleurop via Interflora aan de buitenlandse prijzensystemen.

Voorts worden de leden beperkt in hun vrijheid door de vastgestelde provisie. En ten slotte worden voor de acceptatie van orders minimumbedragen gehanteerd voor verschillende soorten produkten.

Onderstaand zullen de mededingingsaspecten van deze bepalingen worden bekeken.

a. De vaste bezorgtarieven

Deze tarieven vormen een prijsafspraak in de zin van het besluit. Immers, de individuele bloemist is niet langer vrij zijn bezorgtarief zelf te bepalen. Aansluiting bij de Fleurop-organisatie houdt in dat de bloemist zich verbindt deze tarieven te hanteren en in rekening te brengen. Ook indien een bloemist eventueel uit concurrentie-overwegingen lagere of zelfs geen kosten in rekening zou willen brengen is hij hiertoe niet gerechtigd.

b. Administratiekosten

Voor de in rekening te brengen administratiekosten geldt hetzelfde als voor het bezorgtarief.

c. De provisie-regeling

De provisieregeling is eveneens een prijsafspraak in de zin van artikel 1 van het besluit. De bloemisten verbinden zich ten opzichte van de organisatie tot het hanteren van een vast percentage voor de aan de bemiddelende bloemist te betalen provisie. Dit sluit elke vorm van concurrentie op dit punt tussen de uitvoerende bloemisten in één plaats uit.

d. Het minimumbedrag

Voor elk soort levering (boeket, plant, krans, etc) is een minimumbedrag vastgesteld waarbeneden de order niet zal worden geaccepteerd.

Het hanteren van een minimaal te besteden bedrag is niet aan te merken als een vorm van prijsbinding in de zin van artikel 1 van het besluit. Er is geen sprake van een verplichting om voor bepaalde kwaliteiten bloemen en planten e.d. een bepaalde prijs vast te stellen. De opdracht aan de uitvoerende bloemist betreft een bij de opgave meer of minder nauwkeurig omschreven produkt 'ter waarde van' een bepaald bedrag. De uitvoerende bloemist is daarbij niet gebonden aan een prijs voor het produkt, maar aan een bedrag voor de order. Daarvoor dient hij met de in zijn winkel geldende prijzen aan de opdracht te voldoen. Slechts indicatief kan aan de primaire opdrachtgever worden medegedeeld wat hij ongeveer voor zijn te besteden bedrag kan verwachten.

De minimumprijs geeft feitelijk alleen informatie over de vraag welk bedrag de klant per aangegeven categorie produkt ten minste moet besteden om van het Fleurop-systeem gebruik te kunnen maken. De detailhandelaar is vrij bij de samenstelling, de keuze van de individuele produkten (zoals samengestelde boeketten, planten enz.), die in het kader van het Fleurop-systeem worden bezorgd.

Het minimumbedrag vormt voorts een garantie dat de bemiddelende bloemist een order kan accepteren, omdat alle deelnemers in staat geacht worden een order voor het in de lijst opgenomen minimumbedrag uit te kunnen voeren. Deze beperking in de acceptatievrijheid voorkomt dat de bemiddelende bloemist moet corresponderen met de uitvoerende bloemist over de vraag of deze laatste bereid is een opdracht voor een bepaald bedrag te accepteren.

Samengevat:

De Statuten van Fleurop leveren een mededingingsregeling (een conditieregeling en een toetredingsregeling, maar geen prijsregeling) op, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet economische mededinging. De besluiten van Fleurop met betrekking tot de in rekening te brengen tarieven voor het binnen die organisatie bezorgen van produkten en voor administratiekosten en de vastgestelde provisiehoogte zijn mededingingsregelingen die, behoudens vrijstelling of ontheffing, onverbindend zijn onder artikel 1 van het Besluit horizontale prijsbinding. Het gehanteerde minimaal te besteden bedrag per produktcategorie voor acceptatie van een order vormt geen prijsregeling.

4. Markt en marktpartijen

Het advies van de Commissie economische mededinging heeft mij aanleiding gegeven om in de afbakening van de relevante markt een verduidelijking aan te brengen ten opzichte van de adviesaanvraag.

Fleurop is een vereniging waarvan de leden de detailhandel in bloemen, planten en aanverwante produkten uitoefenen. De Fleurop organisatie is gericht op het bemiddelen bij en het uitvoeren van orders voor de bezorging van bloemen, planten en aanverwante produkten op afstand.

In 1991 besteedde de consument totaal ca f 2 miljard aan bloemen, planten en aanverwante produkten.

Op deze markt zijn (1 januari 1993, gegevens van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel) in Nederland 7490 ondernemingen actief met 8200 vestigingspunten. Niet meegerekend bij deze 8200 zijn: kwekers die direct aan het publiek verkopen, supermarkten en warenhuizen. Van deze 7490 ondernemingen oefenen 2458 de ambulante handel uit. Van de resterende 5022 ondernemingen zijn er ca 2400 aangesloten bij een van de twee organisaties die zich richten op bemiddeling bij en uitvoering van orders voor het bezorgen van bloemen e.d. op afstand. Daarvan zijn er ca. 1600 aangesloten bij Fleurop en ca. 800 bij de concurrerende organisatie Teleflora Nederland.

Exacte gegevens over de markt van het bezorgen van bloemen, planten en aanverwante artikelen op afstand zijn niet bekend.

Volgens verzoekster is de jaaromzet van de transacties die via Fleurop verloopt ca. f 48 miljoen. Gemiddeld vormen de Fleurop-transacties 10% van de omzet van een Fleurop-lid.

Aannemende dat voor de tweede organisatie vergelijkbare cijfers per lid gelden, resulteert daaruit een totale omzet van ca. f 24 miljoen aan transacties via de organisatie van Teleflora Nederland.

De markt voor bezorging op afstand via beide organisaties omvat daarmee een bedrag van ca f 72 miljoen. Rekening houdend met een zekere omzet buiten beide organisaties om, zal de totale markt van orders voor bezorging op afstand van bloemen, planten en aanverwante artikelen naar schatting niet meer dan f 75 miljoen beslaan.

5. Motivering van het ontheffingsverzoek

Verzoekster baseert haar verzoek op de volgende stellingen in haar brief van 16 juni 1993 waarin het ontheffingsverzoek is vervat:

'... er is sprake van een samenwerkingsvorm binnen Fleurop op het gebied van de verkoop door haar leden aan eindgebruikers. Deze samenwerkingsvorm is vergelijkbaar met vele andere in- en verkooporganisaties dan wel franchise-ondernemingen.

Er is sprake van het rechtstreeks leveren van goederen en/of diensten aan eindgebruikers door natuurlijke en/of rechtspersonen. De via Fleurop door de leden te hanteren mededingingsregelingen – voorzover al aanwezig – zijn puur gericht op het in stand houden van deze vorm van samenwerking.

Teneinde deze samenwerking optimaal te laten zijn, bedienen alle leden zich van het alom bekende Fleurop-embleem.

Daarnaast dienen zij in hun presentatie naar het publiek te voldoen aan de via Fleurop gestelde kwaliteitseisen. Toetsing aan deze eisen vindt niet slechts bij toetreding plaats maar ook middels controle-bezoeken tijdens de duur van het lidmaatschap.

Deze kwaliteitseisen omvatten ook eisen ten aanzien van de te verlenen klantenservice en het verlenen van garanties op de te leveren produkten en diensten.

In het belang van alle leden wordt door Fleurop gemeenschappelijk reclame gemaakt. De financiële middelen hiertoe worden via lidmaatschapsgelden en andere bijdragen geleverd.

Naast dit alles vindt een begeleiding vanuit Fleurop van de leden plaats op zowel technisch (als)... commercieel gebied waarbij sprake is van overdracht van kennis op tal van terreinen en waar nodig het verlenen van bijstand.'

Op deze gronden stelt verzoekster dat als er al sprake is van een prijsregeling, deze onder één van de vrijstellingen, vervat in het Besluit horizontale prijsbinding, valt. Mocht ik deze mening niet delen dan vraagt Fleurop een ontheffing.

6. Beoordeling van het verzoek

Verzoekster heeft onder meer verzocht vast te stellen dat, voorzover er in dit geval sprake is van een mededingingsregeling, volgens de omschrijving van het besluit, die prijsbinding is vrijgesteld van de onverbindendverklaring van prijsbinding. Fleurop doelt hiermee op de vrijstelling als vermeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van het Besluit horizontale prijsbinding.

De vrijstelling vermeld in artikel 4, eerste lid, onder a van het besluit houdt in dat de onverbindendheid als bedoeld in artikel 1 en 2 van het besluit niet geldt voor bepalingen in mededingingsregelingen die er kort gezegd op zijn gericht een vorm van samenwerking in stand te houden tussen eigenaren van ondernemingen en een samenwerkingsorganisatie (een natuurlijke persoon of rechtspersoon).

Zoals nader omschreven in de nota van toelichting moet het hierbij gaan om franchise-organisaties of inkoop- en verkooporganisaties dan wel om daarmee gelijk te stellen samenwerkingsverbanden. Aan de toepasbaarheid van deze vrijstelling is echter een aantal voorwaarden gekoppeld, waaraan de samenwerking dient te voldoen. Aan één van deze voorwaarden, het voeren van een door de organisatie voorgeschreven huisstijl in de presentatie naar het publiek wordt door Fleurop niet voldaan. Het uitsluitend hanteren van een gemeenschappelijk embleem is niet aan te merken als een voorgeschreven huisstijl. Elementen die daarbij een rol kunnen spelen zijn bijvoorbeeld een gelijksoortige inrichting van de winkels, één soort briefpapier, eenzelfde soort bestelwagens e.d.

De Fleurop-prijsregeling valt derhalve niet onder deze vrijstelling. Ook geen van de andere in het besluit genoemde vrijstellingen is op de regeling van Fleurop van toepassing.

Conform het verzoek zal ik derhalve het subsidiaire verzoek om ontheffing beoordelen.

In 6.1 wordt de regeling getoetst aan de ontheffingsnorm van het Besluit horizontale prijsbinding, in 6.2 wordt nagegaan of de Fleurop-prijsregelingen onder het bereik van artikel 85 EEG-Verdrag vallen.

6.1 Toetsing aan artikel 6 Besluit horizontale prijsbinding

Het ontheffingscriterium, genoemd in artikel 6 van het Besluit horizontale prijsbinding, is 'indien het algemeen belang dit vereist'. Zoals in de nota van toelichting bij het besluit is aangegeven zal aan dit criterium invulling worden gegeven door toetsing aan de voorwaarden als genoemd in artikel 85, derde lid, van het EEG-Verdrag.

Aan elk van deze voorwaarden dient te worden voldaan.

a. De regeling moet bijdragen tot verbetering van de produktie of distributie of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang.

Het Fleuropsysteem is opgezet om het mogelijk te maken op afstand een produkt te leveren van een tot op zekere hoogte bepaalde kwaliteit. Het systeem dat daaraan ten grondslag ligt en waarvoor Fleurop ontheffing heeft gevraagd, is gebouwd op een aantal afspraken om aan alle partijen, de klant, de bemiddelende bloemist en de uitvoerende bloemist, garanties over de uitvoering te bieden bij het aangaan van een transactie op afstand en bevat verder een aantal afspraken om deze transacties zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

De volgende beperkingen leggen de basis voor de Fleurop-organisatie in de zin dat daardoor de voorwaarden worden geschapen voor het op afstand laten uitvoeren van een order:

– er gelden eisen ten aanzien van de bloemist voor toetreding tot de organisatie;

– iedere deelnemer is verplicht een opdracht die binnen de normen van de organisatie m.b.t. de hoogte van het te besteden bedrag en de tijd tussen opdracht en gewenste uitvoering ligt, te accepteren en uit te voeren;

– opdrachten mogen alleen aan leden worden doorgegeven en leden mogen alleen opdrachten van andere leden accepteren;

– de leden moeten opdrachten uitvoeren met inachtneming van het normale prijsniveau dat de uitvoerende bloemist in zijn winkel hanteert;

– verrekening dient plaats te vinden via de organisatie, die de betaling aan de uitvoerende bloemist garandeert.

De toetredingseisen die gesteld worden aan de leden hebben ten doel een garantie te geven dat de leden een kwalitatief goed produkt kunnen leveren. Omdat het gaat om transacties die op afstand plaats vinden, is het voor de klant en voor de bemiddelende bloemist niet mogelijk om zicht te hebben op de kwaliteit van de uitvoering. De organisatie dient in deze dan ook voor de kwaliteitsgarantie te zorgen.

De verplichting om een binnen de normen vallende opdracht uit te voeren leidt tot verhoging van de efficiency. Immers, de bemiddelende bloemist kan een opdracht aannemen in de wetenschap dat een ander lid deze 'op verantwoorde wijze' kan en zal uitvoeren. Deze garantie is ook voor de klant van belang.

De beperking dat opdrachten alleen aan andere leden mogen worden doorgegeven en alleen van andere leden mogen worden geaccepteerd, legt eveneens een basis voor het systeem door het verhogen van de bereidheid tot uitvoeren van een order op basis van wederkerigheid, zowel ten aanzien van het doorgeven van transacties als ten aanzien van de kwaliteit van de uitvoering.

De bepaling dat het normale prijsniveau dient te worden gehanteerd zorgt ervoor dat de bemiddelende bloemist de klant bij benadering kan informeren over wat hij voor het door hem te besteden bedrag mag verwachten. Dit vormt een waarborg voor de klant.

Het verrekenen van de opdrachten via de Fleurop-organisatie vormt voor de uitvoerende bloemist de garantie dat hij voor het uitvoeren van de opdracht wordt betaald. Het wegnemen van de twijfel over de betaling van de opdracht is een basisvoorwaarde voor het bestaan van een organisatie als Fleurop. Bij twijfel zal een bloemist niet bereid zijn een opdracht uit te voeren voordat hij het met de opdracht gemoeide bedrag heeft ontvangen. Bovendien zorgt het centraal verrekenen van transacties voor een duidelijke efficiencywinst, aangezien er niet per transactie een boeking en verrekening tussen de beide bloemisten hoeft plaats te vinden.

Al deze voorwaarden die de organisatie stelt zijn erop gericht het doen van bestellingen op afstand mogelijk te maken en naar alle partijen die bij de transactie zijn betrokken een zo groot mogelijke zekerheid te scheppen over tijdige en kwalitatief goede uitvoering van de opdracht en over de betaling daarvan. Bovendien voorkomen de bepalingen dat er over elke transactie door beide bloemisten dient te worden overlegd voordat een opdracht kan worden aangenomen, wat een duidelijke verhoging van de efficiency te weeg brengt en daarmee een drukkend effect heeft op de kosten die aan de klant in rekening moeten worden gebracht.

Aan de hiervoor genoemde voorwaarden die de organisatie stelt, is een aantal afspraken gekoppeld dat de afwikkeling van de transacties zo efficiënt mogelijk moet laten verlopen:

– een vast bezorgtarief, met een opslag voor grotere steden;

– een vaste vergoeding voor administratie–, telefoon- en faxkosten;

– een vast provisie-percentage voor de bemiddelende bloemist.

Deze vaste tarieven vormen een onlosmakelijk deel van de regeling. Niet goed is in te zien hoe het Fleurop-systeem kan werken zonder dat er op deze punten van vaste tarieven sprake is. Immers, van de bloemist die de opdracht doorgeeft kan niet worden verwacht dat hij inzicht heeft in de kosten van bezorging die de uitvoerende bloemist moet maken en welke hij bij de klant in rekening dient te brengen. Bij ontbreken van vaste tarieven voor bezorgkosten betekent dit dat de doorgevende bloemist voor hij de order kan accepteren met een of meer leden in de plaats waar de bestelling moet worden afgeleverd contact moet opnemen teneinde de juiste door hem aan de klant door te berekenen kosten te weten te komen. Voor de hoogte van de provisie geldt eveneens dat, indien die niet is geüniformeerd, de bemiddelende bloemist contact moet opnemen met een of meer uitvoerende bloemisten teneinde afspraken te maken over de door hem bij de uitvoerende bloemist in rekening te brengen provisie.

Voorts kan de bemiddelende bloemist, indien er geen zekerheid is over de kosten van bezorging en administratie die aan de klant moeten worden doorberekend of over de provisie die ten laste van het totale orderbedrag wordt gebracht, de klant geen duidelijkheid verschaffen over het produkt dat zal worden afgeleverd voor het door de klant bestede bedrag.

De noodzaak tot het opnemen van contact indien er geen vaste tarieven gelden voor bezorgkosten en provisiehoogte, zal de hoeveelheid tijd die een bemiddelende bloemist aan het doorgeven van een order moet besteden sterk verhogen en in een verlies aan efficiency en dus verhoging van de kosten ten opzichte van een systeem met vaste tarieven, resulteren.

Het toepassen van een lijst met deelnemers waarbij wordt aangegeven welk bedrag iedere individuele bloemist in rekening brengt voor bezorgkosten of welk provisiepercentage wordt afgedragen, is in deze geen wezenlijke verbetering ten opzichte van een vast tarief. Ten eerste zou dat de efficiency eveneens nadelig beïnvloeden, aangezien de bemiddelende bloemist de order niet direct kan accepteren. Immers, ook in dat geval moet worden gezocht naar een uitvoerende bloemist die, op voor de klant en de bemiddelende bloemist acceptabele voorwaarden, de order wil uitvoeren. Ten tweede is ook in dat geval sprake van prijsbinding omdat de uitvoerende bloemist zich ten opzichte van de organisatie en de andere bloemisten vastlegt.

De centrale verrekening van orders zou, indien er geen sprake zou zijn van uniforme provisiepercentages, eveneens omslachtiger en daarmee duurder worden.

Ten aanzien van de kosten van administratie, telefoon e.d. geldt dat deze eveneens sterk zouden kunnen toenemen, indien de bemiddelende bloemist meerdere collega's zou moeten bellen teneinde een beeld te krijgen van de bezorgkosten en zijn eigen bemiddelingsprovisie.

Samenvattend kan worden gesteld dat de efficiencywinst die wordt bereikt door de bepalingen in het reglement die de correspondentie tussen de beide bloemisten tot het minimum beperken, door het niet toepassen van een vaste tarieftabel voor de bezorgkosten, een vast bedrag aan administratiekosten en een vast provisie-percentage geheel teniet zou worden gedaan. Ook de kosten die aan de klant in rekening zouden moeten worden gebracht zouden naar alle waarschijnlijkheid hoger zijn.

Daarmee is het niet toepassen van een vast tarief voor bezorging en administratiekosten en een vast provisiepercentage geen werkbaar alternatief voor het huidige systeem.

Het door Fleurop gehanteerde systeem draagt mijns inziens dan ook bij aan de verbetering van de distributie.

b. Een billijk aandeel van de voordelen moet aan de gebruiker ten goede komen

Onder a is al aangegeven dat de regeling bijdraagt aan de verbetering van de distributie.

Voor de gebruiker bevat de regeling een aantal voordelen.

De Fleurop-organisatie garandeert dat orders die aan de acceptatienormen voldoen op tijd worden uitgevoerd. De zekerheid dat de order aan een bepaalde kwaliteitsnorm voldoet is eveneens ten voordele van de consument. Immers, hij kan erop vertrouwen dat de uitvoerende bloemist voldoet aan de order en een met het bestede bedrag overeenstemmend produkt aflevert.

Het hanteren van vaste tarieven voor bezorg- en administratiekosten is niet ten nadele van de consument, aangezien hijzelf of de doorgevende bloemist slechts ten koste van veel zoekwerk (en dus extra kosten) de kosten die met de bezorging zijn verbonden zou kunnen minimaliseren. Tevens draagt het hanteren van vaste tarieven bij aan de snelheid waarmee orders kunnen worden aangenomen en uitgevoerd.

Het vaste provisiepercentage heeft voor de consument geen consequenties, omdat dit geen opslag op de prijs van het te leveren produkt is.

Ik ben dan ook van mening, dat aan de voorwaarde dat een billijk aandeel van de voordelen aan de gebruiker ten goede dient te komen, wordt voldaan.

c. De regeling mag de betrokken ondernemers geen beperkingen opleggen, die voor het bereiken van de beoogde doelstellingen niet onmisbaar zijn

In mijn betoog onder a. en b. heb ik al aangegeven dat het hanteren van vaste bedragen voor bezorging en administratie en een vast provisiepercentage een bijdrage levert aan de verbetering van de distributie en dat naar mijn oordeel een billijk aandeel van de voordelen aan de gebruiker ten goede komt. Onder a. heb ik tevens al aangegeven dat het loslaten van deze vaste bedragen geen werkbaar alternatief voor een dergelijk systeem oplevert.

Derhalve ben ik van mening dat de afspraken geen beperkingen opleggen die voor het bereiken van de hiervoor genoemde voordelen niet onmisbaar zijn.

d. De regeling mag niet in staat zijn de mededinging voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten uit te sluiten

In paragraaf 4 is aangegeven dat de markt voor bezorging op afstand van bloemen, planten en aanverwante artikelen naar schatting niet meer dan f 75 miljoen per jaar beslaat. De omzet die door de 1600 Fleurop-leden wordt gegenereerd via de Fleurop-organisatie bedraagt ca. f 48 mln. Aangezien er nog een andere organisatie van substantiële omvang is die zich eveneens richt op het op afstand uitvoeren van orders voor het bezorgen van bloemen e.d., ben ik van mening dat de regeling de mededinging niet voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten kan uitschakelen.

Conclusie

In de hiervoor onder a t/m d uitgevoerde toetsing is aan elk van de gestelde voorwaarden voldaan. Daarmee heeft de toetsing naar mijn mening aangetoond dat de regeling van Fleurop Interflora voldoende positieve effecten oplevert om voor een ontheffing in aanmerking te komen. Er zijn geen argumenten die mij aanleiding geven om een eventuele ontheffing niet te verlenen.

6.2 Interstatelijke handel

Aangezien Fleurop onderdeel is van de wereldwijde organisatie Interflora komt de regeling van Fleurop binnen het bereik van de mededingingsregels van de Europese Gemeenschap, in casu het verbod dat is neergelegd in artikel 85, lid 1, van het EG-Verdrag.

Desgevraagd heeft het Directoraat-generaal van de Mededinging van de Europese Commissie mij medegedeeld dat, op grond van de door mij verstrekte gegevens, zij mijn conclusie deelt dat de regeling geen merkbare beïnvloeding van de handel tussen de Lid-Staten teweegbrengt. Op grond van de haar bekende feiten bestaat er voor de Commissie geen aanleiding tegen de prijsbinding krachtens de mededingingsregels van het EG-verdrag op te treden.

7. Advies van de Comissie economische mededinging

De Commissie economische mededinging heeft bij brief van 25 november 1994 advies aan mij uitgebracht. Fleurop heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om door de Commissie gehoord te worden.

De Commissie stelt in haar advies dat tegen het in rekening brengen van vaste vergoedingen voor bezorging en administratiekosten alsmede voor telexkosten in geval van internationale transacties geen enkele bedenking bestaat. De Commissie is met mij van mening, dat de efficiency en daarmee de klant er niet mee gediend is als de bemiddelende bloemist, alvorens de order te accepteren, eerst met één of meer leden in de plaats waar de bestelling moet worden afgeleverd contact zou moeten opnemen, teneinde de juiste door hem aan de klant door te berekenen bezorgkosten te weten te komen.

De Commissie is met betrekking tot het vaste provisiepercentage van mening dat de algemene beleidslijn die t.a.v. horizontale prijsbinding wordt gevolgd – de bemiddelende bloemist de vrijheid te laten om zelf de hoogte van zijn provisie vast te stellen – geen reële optie is, aangezien hier sprake is van een internationaal werkende regeling en de mededingingsautoriteiten in andere landen alsmede de Europese Commissie geen redenen hebben gezien om op te treden tegen de vaste provisie.

Gelet op deze overwegingen heeft de Commissie mij geadviseerd om ontheffing te verlenen tot 1 juli 1998.

8. Besluit

Gelet op het advies van de Commissie economische mededinging alsmede op de in het vorenstaande uitgevoerde toetsing heb ik besloten het verzoek van de Vereniging Bloemenexpresse Fleurop Interflora om ontheffing van de onverbindendverklaring als bedoeld in artikel 1 van het Besluit horizontale prijsbinding voor de bindende prijsafspraken in het reglement in te willigen, onder de voorwaarden zoals hieronder aangegeven.

De ontheffing wordt verleend voor de regeling zoals deze op het moment van indiening van het verzoek bestond. Elke wijziging in de regeling dient te worden gemeld bij de Minister van Economische Zaken, teneinde aan de criteria voor ontheffing van het besluit te worden getoetst, met uitzondering van wijzigingen in de hoogte van de tarieven voor zover deze worden aangepast aan de ontwikkeling van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. Indien de regeling wordt beëindigd dient dit eveneens te worden gemeld.

De voorgenomen ontheffing geldt tot uiterlijk 1 juli 1998, de datum waarop het Besluit horizontale prijsbinding expireert op grond van artikel 10, vierde lid, van de Wet economische mededinging.

's-Gravenhage, 29 maart 1995.
De Minister van Economische Zaken,G.J. Wijers.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden, Postbus 20101, 2500 EC Den Haag.

Naar boven