Besluit verlenging geldigheid 'Akten van beëdiging' en legitimatiebewijzen

30 maart 1995

M95/6025 7848/Asd

De Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam;

1. Gelet op de beschikking van de Minister van Justitie, kenmerk 432313/594/RR1, d.d. 1 april 1994 houdende aanwijzing van personen werkzaam bij de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst van het ministerie van Financiën tot buitengewoon opsporingsambtenaar en tevens hulpofficier van justitie;

2. Gelet op de op grond van deze beschikking door mij voor een aantal personen tot heden uitgevaardigde 'Akten van beëdiging' en legitimatiebewijzen Buitengewoon opsporingsambtenaar;

3. Overwegende, dat de geldigheid van de bij deze akten verleende opsporingsbevoegdheid en overige bevoegdheden afloopt per 1 april 1995, alsmede deze geldigheidsdatum is gesteld op de voor deze personen uitgevaardigde legitimatiebewijzen;

4. Overwegende, dat er ten behoeve van medewerkers van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst van het ministerie van Financiën vóór 1 april 1995 een categoriale beschikking is aangevraagd;

Besluit:

5. De geldigheid van de door mij tot heden binnen de onder 1. genoemde beschikking uitgevaardigde 'Akten van beëdiging' en de legitimatiebewijzen te verlengen tot uiterlijk 1 januari 1996.

Deze beschikking wordt geacht deel uit te maken van de eerder ten name van degene die het aangaat, uitgevaardigde 'Akten van beëdiging'.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 april 1995.

Deze beschikking kan worden aangehaald als 'Besluit verlenging geldigheid 'Akten van beëdiging en legitimatiebewijzen uitgevaardigd onder de werking van de beschikking van de Minister van Justitie d.d. 1 april 1994, Nr. 432313/594/RR1' en deze wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Amsterdam, 30 maart 1995.
De Procureur-Generaal,
R.J.C. van Randwijck.

Naar boven