De Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam;
1. Gelet op de beschikking van de Minister van Justitie, kenmerk 432313/594/RR1,
d.d. 1 april 1994 houdende aanwijzing van personen werkzaam bij de Fiscale
inlichtingen- en opsporingsdienst van het ministerie van Financiën tot
buitengewoon opsporingsambtenaar en tevens hulpofficier van justitie;
2. Gelet op de op grond van deze beschikking door mij voor een aantal
personen tot heden uitgevaardigde 'Akten van beëdiging' en legitimatiebewijzen
Buitengewoon opsporingsambtenaar;
3. Overwegende, dat de geldigheid van de bij deze akten verleende opsporingsbevoegdheid
en overige bevoegdheden afloopt per 1 april 1995, alsmede deze geldigheidsdatum
is gesteld op de voor deze personen uitgevaardigde legitimatiebewijzen;
4. Overwegende, dat er ten behoeve van medewerkers van de Fiscale inlichtingen-
en opsporingsdienst van het ministerie van Financiën vóór
1 april 1995 een categoriale beschikking is aangevraagd;
Besluit:
5. De geldigheid van de door mij tot heden binnen de onder 1. genoemde
beschikking uitgevaardigde 'Akten van beëdiging' en de legitimatiebewijzen
te verlengen tot uiterlijk 1 januari 1996.
Deze beschikking wordt geacht deel uit te maken van de eerder ten name
van degene die het aangaat, uitgevaardigde 'Akten van beëdiging'.
Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 april 1995.
Deze beschikking kan worden aangehaald als 'Besluit verlenging geldigheid
'Akten van beëdiging en legitimatiebewijzen uitgevaardigd onder de werking
van de beschikking van de Minister van Justitie d.d. 1 april 1994, Nr. 432313/594/RR1'
en deze wordt gepubliceerd in de Staatscourant.