Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 1995, 5 pagina 0 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 1995, 5 pagina 0 | Besluiten van algemene strekking |
21 december 1994
nr. 946310
De Sociale Verzekeringsraad,
Gelezen een verzoek van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven;
Gelet op artikel 54 van de Ziektewet;
Besluit:
Goed te keuren het bijgevoegde besluit van 5 december 1994 van de Algemene Vergadering van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven tot wijziging van het ziekengeldreglement van die bedrijfsvereniging.
Zoetermeer, 21 december 1994.
De Sociale Verzekeringsraad,
W.J.P.M.
Fase, voorzitter.
N. van Veen, algemeen secretaris.
De algemene vergadering van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven;
Gelet op artikel 54 van de Ziektewet;
Besluit:
Het ziekengeldreglement1 van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven wordt gewijzigd als volgt:
A Hoofdstuk I wordt vervangen door:
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. bedrijfsvereniging: de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven, gevestigd te Zoetermeer;
b. bestuur: het bestuur van de onder a genoemde bedrijfsvereniging;
c. werkgever: de werkgever in de zin van de Ziektewet;
d. werknemer: de werknemer in de zin van de Ziektewet;
e. aansluitidentificatie: nummer waarmee de werkgever bij de bedrijfsvereniging ingeschreven staat;
f. sofinummer: het sociaal-fiscaal nummer.
1. Dit reglement is van toepassing op werkgevers van wie de werkzaamheden behoren tot het onderdeel van het bedrijfs- en beroepsleven waarover de bedrijfsvereniging op grond van de Organisatiewet Sociale Verzekering haar werking uitstrekt.
2. Dit reglement is van toepassing op werknemers die verzekerd zijn bij de bedrijfsvereniging.
3. De artikelen 5 tot en met 9 van dit reglement zijn niet van toepassing op de werkgever die op grond van artikel 10a van de Organisatiewet Sociale Verzekering het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering zelf draagt.
§ 2 De uitbetaling van ziekengeld
1. Het ziekengeld en de ingevolge artikel 59 van de Ziektewet te verstrekken bijdragen en de bij of krachtens enige wet op het ziekengeld verschuldigde premies worden uitgekeerd, verstrekt of voldaan:
a. door de bedrijfsvereniging, in alle gevallen, waarin de uitkering, verstrekking of betaling niet plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder b, c of d;
b. indien zulks door de bedrijfsvereniging met een werkgever is overeengekomen, door die werkgever;
c. ten aanzien van werknemers van een werkgever, respectievelijk van werkgevers voor wie een afdelingskas voor de ziekengeldverzekering is gevormd, door die afdelingskas;
d. indien een werkgever met toepassing van artikel 10a Organisatiewet Sociale Verzekering het risico van de wettelijke ziekengeldverzekering zelf draagt, door die werkgever.
2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 47 van de Ziektewet, wordt in de gevallen, bedoeld onder b, c en d van het eerste lid, het ziekengeld zoveel mogelijk uitbetaald op de dag, waarop de gewone loonbetaling plaatsvindt.
3. In afwijking van het eerste lid, onder b, c en d, wordt het ziekengeld en de ingevolge artikel 59 van de Ziektewet te verstrekken bijdragen en de bij of krachtens enige wet op het ziekengeld verschuldigde premies op grond van artikel 39c, derde lid, van de Ziektewet, door de bedrijfsvereniging uitgekeerd, verstrekt of voldaan.
4. In afwijking van het eerste lid, onder b, c en d, kan het ziekengeld, en de ingevolge artikel 59 van de Ziektewet te verstrekken bijdragen en de bij of krachtens enige wet op het ziekengeld verschuldigde premies na het tijdvak als bedoeld in artikel 29, tweede of vijfde lid, van de Ziektewet, door de bedrijfsvereniging worden uitgekeerd, verstrekt of voldaan indien de werknemer een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 39c, tweede lid, van de Ziektewet.
Artikel 4 Restitutie door de werkgever
1. In het geval de bedrijfsvereniging over een tijdvak ziekengeld aan de werkgever betaalt en, na te hebben vastgesteld dat de werkgever het ziekengeld niet aan de werknemer betaalt, over hetzelfde tijdvak ziekengeld aan de werknemer betaalt, geldt de betaling aan de werkgever als onverschuldigd.
2. Het aan de werkgever onverschuldigd betaalde bedrag wordt binnen een door de bedrijfsvereniging te stellen termijn door de werkgever voldaan.
Onverminderd het bepaalde in de vorige volzin kan de bedrijfsvereniging het onverschuldigd betaalde bedrag verrekenen met door haar aan de werkgever verschuldigde bedragen.
§ 3 Verplichtingen van de werkgever
Artikel 5 Melding bevallingsuitkering
1. De werkgever meldt door middel van een door de bedrijfsvereniging verstrekt formulier de dag waarop de vrouwelijke werknemer aanspraak maakt op ziekengeld in verband met de bevalling, tenzij een andere wijze van melden is overeengekomen.
2. De werkgever verstrekt bij de melding de door de bedrijfsvereniging verlangde gegevens.
3. De bedrijfsvereniging kan tenminste verlangen dat de volgende gegevens worden verstrekt:
– de aansluitidentifikatie;
– naam en adres van de werknemer;
– sofinummer van de werknemer;
– het overeengekomen loon;
– de eerste dag waarop de werknemer aanspraak maakt op ziekengeld in verband met de bevalling;
– een verklaring van een geneeskundige of van een verloskundige welke de vermoedelijke datum van de bevalling aangeeft.
Artikel 6 Melding van ongeschiktheid tot werken
1. De werkgever meldt door middel van een door de bedrijfsvereniging verstrekt formulier de eerste werkdag waarop zijn werknemer wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, tenzij een andere wijze van melden is overeengekomen.
2. De werkgever verstrekt bij de melding de door de bedrijfsvereniging verlangde gegevens.
3. De bedrijfsvereniging kan tenminste verlangen dat de volgende gegevens verstrekt worden:
– de aansluitidentifikatie;
– naam en adres van de werknemer;
– het verpleegadres van de werknemer;
– sofinummer van de werknemer;
– datum indiensttreding;
– datum uitdiensttreding;
– het overeengekomen loon;
– de dag waarop de werknemer de ongeschiktheid tot werken aan zijn werkgever gemeld heeft;
– de eerste werkdag waarop de werknemer wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.
1. De werkgever meldt door middel van een door de bedrijfsvereniging verstrekt formulier de eerste dag waarop de werknemer weer geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, tenzij een andere wijze van melden is overeengekomen.
2. De werkgever verstrekt bij de melding de door de bedrijfsvereniging verlangde gegevens.
3. De bedrijfsvereniging kan tenminste verlangen dat de volgende gegevens verstrekt worden:
– de aansluitidentifikatie;
– naam en adres van de werknemer;
– sofinummer van de werknemer;
– de dag waarop de werknemer weer geschikt was tot het verrichten van zijn arbeid.
Artikel 8 Melding gedeeltelijke werkhervatting door werkgever
1. De werkgever meldt door middel van een door de bedrijfsvereniging verstrekt formulier de gedeeltelijke werkhervatting van een werknemer die recht heeft op ziekengeld, tenzij een andere wijze van melden is overeengekomen.
2. De melding vindt uiterlijk plaats op de dag volgend op die van de hervatting.
3. De werkgever verstrekt bij de melding de door de bedrijfsvereniging verlangde gegevens.
4. De bedrijfsvereniging kan tenminste verlangen dat de volgende gegevens verstrekt worden:
– de aansluitidentifikatie;
– naam en adres van de werknemer;
– sofinummer van de werknemer;
– de dag waarop de werknemer gedeeltelijk hervat heeft;
– het aantal uren per week waarop de werknemer hervat heeft;
– het door de werknemer te ontvangen loon.
1. De werkgever verstrekt, op een door de bedrijfsvereniging verstrekt of goedgekeurd formulier, de door de bedrijfsvereniging verlangde gegevens aan de hand waarvan zij het recht op ziekengeld kan beoordelen en aan de hand waarvan zij zich een oordeel kan vormen over de wijze waarop de werkgever invulling heeft gegeven aan zijn taak met betrekking tot verzuimbegeleiding van zijn werknemer, tenzij een andere wijze van verstrekking is overeengekomen.
2. De werkgever verstrekt de gegevens als bedoeld in het eerste lid in de zesde week van de ongeschiktheid tot werken van zijn werknemer, te rekenen vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken.
De werkgever als bedoeld in artikel 29, vijfde lid, van de Ziektewet verstrekt deze gegevens in de tweede week.
Voorts verstrekt de werkgever de gegevens met betrekking tot verzuimbegeleiding op verzoek van de bedrijfsvereniging.
3. In het geval de werkgever de verplichting inzake het verstrekken van gegevens aan de hand waarvan de bedrijfsvereniging het recht op ziekengeld kan beoordelen als bedoeld in het eerste lid niet, niet juist, niet volledig of niet tijdig nakomt, kan de bedrijfsvereniging:
a. in het geval als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van dit reglement, de betaling aan de werkgever van de ter zake van het ziektegeval door die werkgever overeenkomstig genoemde bepaling gedane uitgaven, geheel of gedeeltelijk niet doen plaatsvinden;
b. in het geval, bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van dit reglement, de overeenkomstig genoemde bepaling gedane uitgave geheel of gedeeltelijk van de werkgever vorderen.
Dit lid is niet van toepassing op de werkgever voor wie een afdelingskas is gevormd.
§ 4 Verplichtingen voor de werknemer
Artikel 10 Meldingen door werknemers zonder werkgever
1. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de vrouwelijke werknemer die geen werkgever heeft.
2. Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing op de werknemer die geen werkgever heeft.
3. In het geval een werknemer die geen werkgever heeft, na een melding van ongeschiktheid tot werken, geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, meldt hij de eerste dag van die geschiktheid zo spoedig mogelijk, doch in elk geval niet later dan op de tweede dag van die geschiktheid, aan de bedrijfsvereniging.
Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11 Melding inkomsten door werknemer
1. De werknemer die aanspraak maakt op ziekengeld en die tevens loon, inkomsten uit arbeid anders dan in dienstbetrekking of ouderdomspensioen ontvangt, deelt dit schriftelijk mede aan de bedrijfsvereniging.
2. Zodra de werknemer kennis draagt van de ontvangst van het loon, de inkomsten of het pensioen deelt hij dit onverwijld, doch in elk geval voor de eerstvolgende betaling van ziekengeld, mede.
3. De mededeling bevat een opgave van het bedrag van het loon, de inkomsten of het ouderdomspensioen alsmede de dagen waarvoor dat loon, die inkomsten of dat pensioen bestemd is of zijn.
Artikel 12 Second opinion voor de werknemer
1. Het verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Ziektewet, dient gedaan te worden binnen één week, te rekenen vanaf de eerste dag van het tijdvak waarover de werknemer een oordeel van de bedrijfsvereniging wenst.
2. De bedrijfsvereniging kan verlangen dat het verzoek als bedoeld in het eerste lid gedaan wordt op een door haar verstrekt of goedgekeurd formulier.
3. De bedrijfsvereniging kan verlangen dat de kosten van het onderzoek, als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Ziektewet, bij vooruitbetaling voldaan worden.
4. Het verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 39c, tweede lid, van de Ziektewet dient gedaan te worden binnen drie weken, te rekenen vanaf de dag waarop de bedrijfsvereniging de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid heeft vastgesteld.
Artikel 13 Second opinion voor de werkgever
1. Het verzoek van een werkgever als bedoeld in artikel 39d van de Ziektewet, dient gedaan te worden binnen één week, te rekenen vanaf de eerste dag van het tijdvak waarover de werkgever een oordeel van de bedrijfsvereniging wenst.
2. De bedrijfsvereniging kan verlangen dat het verzoek als bedoeld in het eerste lid gedaan wordt op een door haar verstrekt of goedgekeurd formulier.
1. In het geval de bedrijfsvereniging:
a. op grond van de artikelen 30, derde lid, 38, vierde lid of 38, vijfde lid, van de Ziektewet een bedrag in rekening brengt;
b. op grond van de artikelen 39a, zesde lid, 39c, vijfde lid of 39d van de Ziektewet kosten in rekening brengt;
c. op grond van de artikelen 39b, eerste lid of 39c, vierde lid, van de Ziektewet of artikel 71a, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ziekengeld verhaalt;
d. op grond van artikel 9, derde lid, onder b, van dit reglement van de werkgever een bedrag vordert;
wordt het in rekening gebrachte bedrag, het verhaalde ziekengeld, of het gevorderde bedrag en worden de in rekening gebrachte kosten, binnen een door de bedrijfsvereniging te stellen termijn, door de werkgever voldaan.
2. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid, kan de bedrijfsvereniging het in rekening gebrachte bedrag, de in rekening gebrachte kosten, het verhaalde ziekengeld of het gevorderde bedrag in mindering brengen op door haar aan de werkgever verschuldigde bedragen.
B Hoofdstuk II en Hoofdstuk III vervallen
C Hoofdstuk IV wordt vervangen door:
Artikel 15 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de bedrijfsvereniging.
Dit reglement wordt aangehaald als Ziekengeldreglement 1994 van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
1 Stcrt. 1956, 230, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 juli 1986 (Stcrt. 1986, 235)
Aldus besloten door de Algemene Vergadering van de Bedrijfsvereniging voor Hotel-, Restaurant-, Café-, Pension- en aanverwante bedrijven op 5 december 1994.
Het ziekengeldreglement wordt gewijzigd omdat de invoering van de Wet terugdringing ziekteverzuim ertoe leidt dat werkgevers en werknemers nieuwe verplichtingen opgelegd krijgen. Met name de meldingsverplichtingen voor werkgevers zijn uitgebreid; in de Ziektewet is bijvoorbeeld geregeld dat werkgevers gehouden zijn om werknemers geschikt te melden bij de bedrijfsvereniging. Daarnaast zijn er twee 'second opinion' procedures ingevoerd; in dit reglement zijn daarover voor de werkgever en de werknemer bepalingen opgenomen. Voorts biedt de Ziektewet mogelijkheden tot verhaal van ziekengeld en tot het in rekening brengen van kosten en bedragen. Ook in de WAO is een bepaling opgenomen die verhaal van ziekengeld mogelijk maakt. In het reglement wordt aangegeven welke wijzen de bedrijfsvereniging ter beschikking staan om een vordering voldaan te krijgen. De thans in het ziekengeldreglement opgenomen bepalingen over de vrijwillige verzekering zullen in een apart besluit opgenomen worden. Overal waar in het reglement gesproken wordt over bedrijfsvereniging kan afdelingskas worden gelezen indien hier sprake van is. De artikelen 1 en 2 hebben respectievelijk betrekking op begripsbepalingen en de werkingssfeer van het reglement. Hierna volgt een toelichting op de artikelen 3 en volgende.
Artikel 3 De uitbetaling van ziekengeld
Hetgeen in de leden 1 en 2 is geregeld, komt overeen met de huidige tekst van artikel 1 van het ziekengeldreglement. In deze artikelleden is bepaald op welke wijze het ziekengeld aan de werknemer wordt betaald.
Het derde en vierde lid vormen een uitzondering op de betaling van het ziekengeld aan de werknemer door de werkgever, de afdelingskas of de eigen risico drager.
Het derde lid heeft betrekking op de situatie waarin de bedrijfsvereniging op verzoek van een werknemer een oordeel heeft gegeven over het bestaan van de ongeschiktheid tot werken omdat de werknemer hierover een geschil heeft met zijn werkgever. Indien is vastgesteld dat de werknemer ongeschikt is tot werken, zijn werkgever niet aan zijn loondoorbetalingsverplichting voldoet, en de bedrijfsvereniging op verzoek van de werknemer op grond van artikel 39c, derde lid, van de Ziektewet ziekengeld uitkeert tijdens de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken, dan wordt het ziekengeld rechtstreeks aan de werknemer betaald. Dit om te voorkomen dat de werkgever het van de bedrijfsvereniging ontvangen ziekengeld niet doorbetaalt aan de werknemer, gezien het feit dat er een geschil bestaat. In het vierde lid is voorts aan de bedrijfsvereniging de bevoegdheid gegeven om het ziekengeld ook na de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken aan de werknemer te betalen indien de werknemer na een second opinion procedure tijdens de eerste twee/zes weken periode aan de bedrijfsvereniging heeft verzocht ziekengeld te betalen.
Artikel 4 Restitutie door werkgever
Het kan gebeuren dat over dezelfde periode ziekengeld rechtstreeks wordt betaald aan de werknemer en daarnaast ziekengeld ten behoeve van deze werknemer wordt betaald aan de werkgever. De betaling aan de werkgever wordt dan als onverschuldigd aangemerkt en het bedrag wordt teruggevorderd of verrekend met door de bedrijfsvereniging aan de werkgever verschuldigde bedragen. Wel zal door de bedrijfsvereniging aangetoond moeten worden dat de werkgever het ziekengeld niet aan de werknemer heeft doorbetaald.
Artikel 5 Melding bevallingsuitkering
In het eerste lid is aangegeven dat de bedrijfsvereniging naast een melding door middel van een formulier ook andere wijzen van melden kan overeenkomen met de werkgever. Hierbij kan gedacht worden aan aanleveren op floppy of electronische meldingen.
Artikel 6 Melding van ongeschiktheid tot werken
In het eerste lid is aangegeven dat de bedrijfsvereniging naast een melding door middel van een formulier ook andere wijzen van melden kan overeenkomen met de werkgever. Hierbij kan gedacht worden aan aanleveren op floppy of electronische ziekmeldingen. Op grond van het derde lid kan de bedrijfsvereniging verlangen dat de werkgever de dag vermeldt, waarop de werknemer de ongeschiktheid tot werken aan zijn werkgever heeft gemeld. Deze dag kan voor de bedrijfsvereniging ten aanzien van het nemen van een beslissing over het al dan niet in rekening brengen van een bedrag als bedoeld in artikel 38, vierde lid, van de Ziektewet van belang zijn. Het is immers mogelijk dat de te late ziekmelding de werkgever niet verweten kan worden, indien een werknemer zich te laat heeft ziekgemeld bij zijn werkgever. Tevens wordt verlangd dat de eerste werkdag waarop de werknemer wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid door de werkgever wordt aangegeven. Met deze dag wordt bedoeld het begrip als genoemd in artikel 29, derde lid, van de Ziektewet of in de op dit artikellid gebaseerde regels van de SVr. Melding van de datum van uitdiensttreding kan worden verlangd omdat de bedrijfsvereniging op grond van artikel 29, zevende lid, van de Ziektewet dient uit te keren indien de dienstbetrekking tijdens de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken eindigt.
In het eerste lid is aangegeven dat de bedrijfsvereniging naast een melding door middel van een formulier ook andere wijzen van melden kan overeenkomen met de werkgever. Hierbij kan gedacht worden aan aanleveren op floppy of electronische geschiktmeldingen. Het artikel heeft de titel geschiktmelding omdat hiermee aangesloten wordt bij de in artikel 38 van de Ziektewet gehanteerde terminologie; in het spraakgebruik wordt veelal de term hersteldmelding gehanteerd. Indien de werkgever de hem in dit artikel opgelegde verplichtingen niet nakomt, kan de bedrijfsvereniging op grond van artikel 38, vijfde lid, van de Ziektewet aan de werkgever een bedrag in rekening brengen.
Artikel 8 Melding gedeeltelijke werkhervatting door werkgever
Op grond van artikel 31 van de Ziektewet is de verzekerde die gedurende de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte loon of inkomsten uit arbeid anders dan in dienstbetrekking ontvangt en aanspraak maakt op ziekengeld, verplicht hiervan schriftelijk mededeling en opgave te doen aan de bedrijfsvereniging. Met deze bepaling in het ziekengeldreglement wordt beoogd de werkgever te verplichten schriftelijk medede- ling te doen aan de bedrijfsvereniging in geval de werknemer gedeeltelijk hervat in arbeid in dienstbetrekking tot de werkgever. De werkgever moet namelijk beter dan de werknemer in staat worden geacht opgave te doen van het door de werknemer te ontvangen loon. Deze verplichting van de werkgever komt niet in de plaats van de in de Ziektewet neergelegde verplichting van de werknemer tot het melden van zijn inkomsten uit arbeid. De verplichting voor de werknemer is nader uitgewerkt in artikel 11 van dit reglement. De werkgever is verplicht de opgave op grond van artikel 8 van dit reglement onverwijld te doen na de hervatting door de werknemer, waarbij hij gebruik dient te maken van een door de bedrijfsvereniging ter beschikking gesteld formulier. Met de door de werkgever op het formulier te verstrekken gegevens kan de bedrijfsvereniging vaststellen of en tot welk bedrag het ziekengeld tot uitkering kan komen. Daarnaast kunnen de gegevens aanleiding zijn voor een nadere beoordeling van de ongeschiktheid tot werken.
In dit artikel is geregeld dat de werkgever gegevens verstrekt aan de hand waarvan de bedrijfsvereniging het recht op ziekengeld, alsmede de verzuimbegeleiding door de werkgever, kan beoordelen. De verstrekking van deze gegevens geschiedt schriftelijk op een daartoe verstrekt of goedgekeurd formulier. Dit formulier is ontwikkeld in samenwerking tussen het Branche Overlegorgaan Arbodiensten (BOA) en de Federatie van Bedrijfsverenigingen. Op dit formulier vermeldt de werkgever gegevens welke de bedrijfsvereniging kan gebruiken bij de vaststelling van het recht op ziekengeld. Op het formulier wordt tevens gericht gevraagd naar de activiteiten op het terrein van de verzuimbegeleiding die de werkgever, al dan niet ondersteund door een arbodienst heeft ondernomen, of die de arbodienst in zijn opdracht heeft verricht. De bedrijfsvereniging dient immers op grond van artikel 39, eerste lid, van de Ziektewet te beoordelen of de werkgever zijn taak met betrekking tot verzuimbegeleiding op adequate wijze uitoefent.
Omdat de beoordeling van de ongeschiktheid tot werken van de werknemer door de bedrijfsvereniging dient te kunnen plaatsvinden onmiddellijk na afloop van de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken, is verstrekking van de daarop betrekking hebbende gegevens voorgeschreven in de laatste week van de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken. Bij niet nakomen van deze verplichting kan de bedrijfsvereniging op grond van het derde lid besluiten het ziekengeld dat de werkgever aan de werknemer heeft betaald niet aan de werkgever te betalen of het aan de werknemer betaalde ziekengeld bij de werkgever terug te vorderen. Deze bepaling komt overeen met het oude artikel 4, tweede lid, van het ziekengeldreglement.
De verstrekking van de gegevens over de verzuimbegeleiding dient ook in de tweede/zesde week van ongeschiktheid tot werken plaats te vinden. Daarnaast kan de bedrijfsvereniging ook op latere momenten gegevens over de verzuimbegeleiding verlangen.
Artikel 10 Meldingen door werknemers zonder werkgever
In het eerste lid wordt geregeld op welke wijze de vrouwelijke werknemer die geen werkgever heeft, de dag waarop zij aanspraak maakt op ziekengeld in verband met bevalling op grond van artikel 29a, vierde lid, van de Ziektewet, dient te melden bij de bedrijfsvereniging. Voor haar gelden dezelfde verplichtingen als voor de werkgever, opgenomen in artikel 5 van dit reglement. In het tweede lid is geregeld op welke wijze een werknemer die geen werkgever heeft zich ziek moet melden bij de bedrijfsvereniging. Voor hem gelden dezelfde verplichtingen als voor de werkgever, opgenomen in artikel 6 van dit reglement. De verplichting tot ziekmelding is geregeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet. Voorts is in het derde lid bepaald dat werknemers die geen werkgever hebben zich geschikt moeten melden bij de bedrijfsvereniging; een dergelijke bepaling is namelijk niet in artikel 38 van de Ziektewet opgenomen. Het is echter wel van belang dat dit gegeven verstrekt wordt; de uitbetaling van ziekengeld dient dan immers stopgezet te worden. Ook indien er geen arbeid meer beschikbaar is dient de werknemer die geen werkgever heeft zich geschikt te melden. De verplichting die de werknemer wordt opgelegd kan beschouwd worden als een nadere invulling van artikel 49 van de Ziektewet. In afwijking van artikel 49 van de Ziektewet wordt echter niet vereist dat de geschiktmelding onverwijld geschiedt; hier wordt aangesloten bij de tekst van artikel 38, derde lid, van de Ziektewet waar de geschiktmelding door de werkgever is geregeld.
Artikel 11 Melding inkomsten door werknemer
Dit artikel komt inhoudelijk overeen met het oude artikel 5 van het ziekengeldreglement.
In artikel 31 van de Ziektewet is bepaald dat de verzekerde die aanspraak maakt op ziekengeld en tevens loon, inkomsten uit arbeid anders dan in dienstbetrekking of ouderdomspensioen ontvangt, verplicht is hiervan op door de bedrijfsvereniging in haar reglement te bepalen wijze mededeling te doen. In dit artikel van het ziekengeldreglement is de wijze waarop de mededeling gedaan dient te worden geregeld alsmede de inhoud van de mededeling.
Artikel 12 Second opinion voor de werknemer
Ingevolge artikel 39c van de Ziektewet kan een werknemer die gedurende de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken een geschil heeft met zijn werkgever over het bestaan van de ongeschiktheid tot werken de bedrijfsvereniging verzoeken een onderzoek te doen en een oordeel te geven. Voor een goede beoordeling is van belang dat dit onderzoek zo spoedig mogelijk plaats vindt. Daarom wordt een korte termijn van een week voorgeschreven. Wordt het verzoek eerst na afloop van deze termijn ingediend en heeft de werknemer geen goede grond waarom hij eerst op dat moment zijn verzoek heeft gedaan, dan kan de bedrijfsvereniging weigeren het onderzoek te verrichten. De reden om de second opinion te weigeren is gelegen in de omstandigheid dat de ongeschiktheid tot werken na verloop van tijd moeilijk is vast te stellen. De bedrijfsvereniging zal bij haar besluitvorming om de second opinion te weigeren de omstandigheden van het geval meewegen. De bedrijfsvereniging kan verlangen dat het verzoek om een second opinion gedaan wordt op een formulier; zij zal van de werknemer tevens nadere gegevens kunnen verlangen over het bestaan van een geschil over de ongeschiktheid tot werken. De bedrijfsvereniging zal er voor waken dat het verzoek om nadere gegevens niet tot vertraging in de procedure zal leiden. De bedrijfsvereniging is bevoegd de kosten van het onderzoek in rekening te brengen aan de werknemer. Ter voorkoming van problemen bij het innen van het verschuldigde bedrag kan de bedrijfsvereniging verlangen dat de kosten door de werknemer vooruit worden betaald. Indien na de mededeling door de bedrijfsvereniging van haar oordeel dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid de werkgever weigert het door hem verschuldigde loon te betalen dient de werknemer zich binnen een redelijke termijn tot de bedrijfsvereniging te wenden met een verzoek om uitkering van ziekengeld. Deze termijn is gesteld op drie weken te rekenen vanaf de vaststelling en mededeling van het oordeel aan de werknemer. Deze termijn van drie weken is gesteld omdat de bedrijfsvereniging controles moeten kunnen uitvoeren over het voortbestaan van de ongeschiktheid tot werken indien zij ziekengeld gaat uitkeren. Voordat de bedrijfsvereniging overgaat tot uitkering van ziekengeld zal zij bij de werkgever een nader onderzoek instellen om na te gaan of deze weigert het door hem verschuldigde loon te betalen.
Artikel 13 Second opinion voor de werkgever
Het verzoek van de werkgever aan de bedrijfsvereniging tot het doen van onderzoek kan door hem worden gedaan onafhankelijk van de vraag of er een geschil is over het bestaan van ongeschiktheid tot werken. De wet schrijft voor dat het verzoek wordt gedaan binnen de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken. Het kan voorkomen dat het verzoek pas wordt gedaan geruime tijd na aanvang van de periode waarover een oordeel wordt gevraagd, doch wel binnen de eerste twee/zes weken van ongeschiktheid tot werken.
Voor een goede beoordeling van de ongeschiktheid tot werken is echter van belang dat dit onderzoek zo spoedig mogelijk plaats vindt. Daarom wordt een korte termijn van een week voorgeschreven. De bedrijfsvereniging kan verlangen dat het verzoek om een second opinion gedaan wordt op een formulier; het verstrekken van een formulier mag niet vertragend werken in de procedure.
In dit artikel is aangegeven dat de bedrijfsvereniging kan bepalen binnen welke termijn de werkgever kosten of bedragen dan wel verhaald ziekengeld betaald dient te hebben. Tevens is aangegeven dat de bedrijfsvereniging deze bedragen kan verrekenen met door haar aan de werkgever verschuldigde bedragen.
Artikel 15 Onvoorziene gevallen
Deze bepaling is ook thans opgenomen in het ziekengeldreglement.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1995-5-p0-SC1735.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.