Groenten- en Fruitverwerkende Industrie
Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1995/1997
Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE
ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE DE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROENTEN-
EN FRUITVERWERKENDE INDUSTRIE
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding
Groenten- en Fruitverwerkende Industrie namens de Vereniging van de Nederlandse
Groenten- en Fruitverwerkende Industrie als partij te ener zijde mede namens
de Industriebond FNV, de Industrie- en Voedingsbond CNV en de Unie BLHP als
partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de
Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie,
strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van
deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking
is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan
in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor
een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend
en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Gezien het advies van de Stichting van de Arbeid;
Besluit:
I. Trekt in zijn besluit van 31 januari 1995 (Stcrt. 1995, nr. 25), voor
zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindend verklaren van artikel
3 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Vrijwillig Vervroegde Uittreding
voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie, zulks met inachtneming van
hetgeen onder IV en V is bepaald;
II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 september 1997 artikel
3 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Vrijwillig Vervroegde Uittreding
voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie, zoals dit door partijen is
gewijzigd, zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:
Artikel 3 wordt gelezen als volgt:
„Artikel 3 Heffing
1. De financiering van de regeling geschiedt door werkgevers en
werknemers gezamenlijk voor gelijke delen. De bijdrage van de werknemers is
verrekend met prijscompensaties, dan wel op andere wijze.
2. De totale bijdrage moet door de werkgever aan de S.V.V.U. worden
betaald. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld door CAO-partijen,
gehoord het advies van het bestuur van de S.V.V.U.
De bijdrage voor 19951
is door CAO-partijen vastgesteld op 4,5% van de voor de onderneming van de
werkgevers voor 1995 geldende loonsom Ziektewet."
III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn
met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden
bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die
van publikatie in de Nederlandse Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij
de Nederlandse Staatscourant.
's-Gravenhage, 27 februari 1995
De Minister van sociale Zaken en Werkgelegenheid
Names deze,
De Directeur van het Centraal kantoor van de Inspectiedienst SZW,
A. van Dijk.
XNoot
1Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.