Wijziging Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988

28 december 1995

Nr. J. 9517777

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Na overleg met het Produktschap Vis;

Besluit:

Artikel I

De Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 19881 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de plaatsaanduiding ’IJmuiden (gemeente Velsen),’ wordt ingevoegd: Velsen,;

b. De tekstgedeelten ’Colijnsplaat (Gemeente Kortgene)’, ’Lauwersoog (Gemeente Ulrum)’ en ’Termunterzijl (Gemeente Termunten)’ worden vervangen door ’Colijnsplaat (Gemeente Noord-Beveland)’, ’Lauwersoog (Gemeente De Marne)’, respectievelijk ’Termunterzijl (Gemeente Delfzijl)’.

2. In het tweede lid wordt na de plaatsaanduiding ’IJmuiden,’ ingevoegd: Velsen,.

3. In het derde lid worden de woorden ’de bijlage’ vervangen door: Bijlage 1.

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing:

- voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van ten hoogste 59 meter, voor het lossen dat is aangevangen in de havens en binnen de daarbij vermelde lostijden, bedoeld in Bijlage 2, behorende bij deze regeling;

- voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 59 meter, voor het lossen dat is aangevangen in de havens, bedoeld in Bijlage 2, behorende bij deze regeling, alsmede in de haven van Velsen.

5. Het achtste lid, onderdeel b, en het negende lid, onderdeel b, komen te luiden:

b. de ondernemer voor het vissersvaartuig in het bezit is van een document als bedoeld in artikel 18 van de Regeling contingentering haring 1996;.

B

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. Het bepaalde in artikel 2, derde lid, is, voor zover het niet betreft het lossen van vis in de haven van Velsen, niet van toepassing voor een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 59 meter en waarvoor een document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 is uitgereikt, met dien verstande dat voor het hervatten van de lossing toestemming door een ambtenaar van de AID moet zijn verleend, indien:

a. vis van onder meer de soorten makreel, haring, horsmakreel, sprot, blauwe wijting of kever wordt aangeland, en

b. voor zover in Vlissingen, IJmuiden of Scheveningen vis wordt gelost, het lossen plaatsvindt:

1o in Vlissingen op de kades in de Sloehaven (Bijleveldhaven);

2o in IJmuiden op de kades in de Haringhaven;

3o in Scheveningen op de kade gelegen aan de Vissershavenweg aan de oostzijde van de eerste binnenhaven.

2. Het bepaalde in artikel 2, vijfde lid, is niet van toepassing op een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 59 meter en waarvoor een document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 is uitgereikt.

C

De Bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In de titel wordt het woord ’Bijlage’ vervangen door: Bijlage 1.

2. Onderdeel 2 komt te luiden:

2. Vlissingen:

a. de loswal langs de visafslag gelegen aan de eerste binnenhaven te Vlissingen;

b. de locatie, gelegen tegenover de zijdeur aan de kop van de visafslag aan de landtong tussen de eerste en tweede binnenhaven.

3. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel 16, luidende:

16. Velsen: de Velserkade

D

De bij deze regeling vastgestelde bijlage wordt als Bijlage 2 aan de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 toegevoegd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 28 december 1995. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen.

1 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 december 1994, Stcrt. 252.

Toelichting

De Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 wordt door de onderhavige regeling aangepast in verband met de individualisering van de vangstrechten haring en makreel die per 1 januari 1996 doorgang vindt. Daarnaast wordt de Regeling op enkele technische punten aangepast. Onder meer wordt de haven van Velsen aangewezen als plaats waar aangeland en gelost mag worden. Daarnaast is, met het oog op het vispatroon dat door trawlers (vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 59 meter) wordt tentoongespreid, besloten voor die categorie vissersvaartuigen nog wel de in de regeling voorgeschreven havens voor het aanlanden en lossen verplicht te blijven houden, doch niet meer de weekdagen en de lostijden. In overleg met de sector heeft tevens een verruiming plaatsgevonden van de lostijden voor de kotters.

Hierbij is ervan uitgegaan dat door de sector zelf voldoende de hand zal worden gehouden aan de meldingsplicht, bedoeld in artikel 3, derde en vijfde lid, van de Regeling.

Voor de goede orde wordt bij het voorgaande opgemerkt, dat ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Regeling voor het lossen voorafgaande toestemming door of namens een ambtenaar van de AID vereist blijft.

Het Produktschap Vis heeft nog een opmerking gemaakt over de toestemming door een ambtenaar van de AID, als bedoeld in artikel 5, eerste lid. Dit betreft echter een reeds bestaande bepaling die niet wordt gewijzigd. Het Produktschap heeft overigens aangegeven te kunnen instemmen met de onderhavige regeling.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen.

Naar boven