Regeling onbeschermde vogels 1996 en 1997

21 december 1995

Nr. J. 9517459

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op richtlijn nr. 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103);

Gelet op artikel 2 van het Vogelbesluit 1994;

Besluit:

Artikel 1

In geheel Nederland worden in 1996 en 1997 niet tot de beschermde vogels in de zin van de Vogelwet 1936 gerekend:

a. de zilvermeeuw (Larus argentatus Pontoppidan) en de kokmeeuw (Larus ridibundus Linnaeus) gedurende de periode van 1 januari tot en met 14 april en van 16 juli tot en met 31 december;

b. de spreeuw (Sturnus vulgaris Linnaeus) gedurende de periode van 1 juni tot en met 30 november;

c. de huismus (Passer domesticus (Linnaeus)) gedurende de periode van 15 juni tot en met 15 september.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onbeschermde vogels 1996 en 1997.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 21 december 1995. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze:
De Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. F. de Leeuw.

Toelichting

Op grond van artikel 2 van het Vogelbesluit 1994 kunnen bepaalde vogelsoorten voor een periode van ten hoogste twee jaar onbeschermd worden verklaard. Gedurende die periode genieten deze vogels niet de bescherming van de Vogelwet 1936.

Door het onbeschermd verklaren van de betreffende vogels kan in geval van schade snel, zonder op een vergunning te hoeven wachten, tegen de vogels worden opgetreden.

De kokmeeuw en de zilvermeeuw zijn buiten de broedtijd onbeschermd verklaard, omdat deze soorten op veel plaatsen belangrijke schade aanrichten (landbouw, mosselen, eendenfokkerijen). De spreeuw is onbeschermd verklaard in de periode dat deze vogel belangrijke schade aanricht in voornamelijk de fruitteelt. De huismus is onbeschermd verklaard in de periode dat deze vogel belangrijke schade aan de graanoogst kan toebrengen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Voor deze:

De Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. F. de Leeuw.

Naar boven