Brandstoffenbedrijf

Vervroegd Uittreden Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET BRANDSTOFFENBEDRIJF INZAKE VERVROEGD UITTREDEN

8437

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Administrateur DETAM namens de NOVOK als partij te ener zijde mede namens FNV Dienstenbond en de Dienstenbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Brandstoffenbedrijf inzake vervroegd uittreden, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart opnieuw algemeen verbindend tot en met 31 december 1996 de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Brandstoffenbedrijf inzake vervroegd uittreden alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting vervroegd uittreden brandstoffenbedrijf, eerder algemeen verbindend verklaard bij besluit van 18 maart 1991 (Stcrt. 1991, nr. 59), 5 maart 1992 (Stcrt. 1992, nr. 50), 22 januari 1993 (Stcrt. 1993, nr. 20), 11 november 1994 (Stcrt. 1994, nr. 221) en 4 oktober 1995 (Stcrt. 1995, nr. 195), zulks met inachtneming van de navolgende wijzigingen en hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 5 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 5 Bijdragen

Door de werkgever is voor het jaar 1996 een bijdrage van 8,0% van het premieplichtig loon van alle werknemers af te dragen aan de stichting.

De werkgever zal van 1 januari 1996 tot en met 30 april 1996 2,0% en van 1 mei 1996 tot en met 31 december 1996 2,7% van het premieplichtig loon verhalen op de bij hem werkzame werknemers door middel van inhoudingen bij elke loonbetaling."

Artikel 8 van de Statuten van de Stichting Vervroegd Uittreden Brandstoffenbedrijf wordt gelezen als volgt:

„Administrateur

  • 1. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur gevoerd door een daarvoor door het bestuur aan te wijzen administrateur. Voor de eerste maal treedt als administrateur op de Bedrijfsvereniging voor Detailhandel, Ambachten en Huisvrouwen, gevestigd te Utrecht. Ingaande 1 januari 1996 treedt als administrateur op Detam Pensioen Services B.V., gevestigd te Utrecht.

  • 2. De opdracht tot het voeren van het administratief en geldelijk beheer wordt schriftelijk verstrekt en door de administrateur schriftelijk aanvaard in een voor dit doel opgestelde administratie-overeenkomst. De rechten en verplichtingen die uit de administratie-overeenkomst voor beide partijen voortvloeien, worden overigens vastgelegd in deze administratie-overeenkomst.

  • 3. De administrateur is verplicht zich te doen vertegenwoordigen in de vergaderingen van het bestuur."

Artikel 10 lid 2 van de Statuten van de Stichting Vervroegd Uittreden Brandstoffenbedrijf wordt gelezen als volgt:

  • „2. Het in het eerste lid bedoelde verslag moet zijn gecontroleerd door een door het bestuur aangewezen externe registeraccountant."

Artikel 2, lid 1, Reglement van de Stichting Vervroegd Uittreden Brandstoffenbedrijf wordt gelezen als volgt:

  • „1. De bijdrage als bedoeld in artikel 4 der statuten wordt gezamenlijk door werkgevers en werknemers opgebracht.

  • De hoogte van deze bijdrage is een voor elk jaar door het bestuur van de stichting vast te stellen percentage van het premieplichtig loon van de werknemers. Een deel van deze bijdrage zal door de werkgever verhaald worden op de bij hem werkzame werknemers door middel van inhoudingen bij elke loonbetaling.

  • De bijdrage bedraagt voor het jaar 1996 8,0% van het premieplichtig loon. De werkgever is verplicht deze bijdrage aan de Stichting te voldoen. De vorenbedoelde inhouding op het loon bedraagt van 1 januari 1996 tot en met 30 april 1996 2,0% en van 1 mei 1996 tot en met 31 december 1996 2,7% van het premieplichtig loon.

  • De verplichting van de werknemers om bij te dragen is gebaseerd op artikel 5 van de CAO voor het Brandstoffenbedrijf inzake vervroegd uittreden".

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 27 december 1995

De Minister van sociale Zaken en Werkgelegenheid

Names deze,

A. van Dijk.

Naar boven