Besluit BOA Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam

Besluit van de Procureur-Generaal bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage houdende aanwijzing van medewerkers van de Directie scheepvaart van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam tot buitengewoon opsporingsambtenaar

18 december 1995

Nr. 95/0597/DR

De Procureur-Generaal,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam van

20 maart 1995, kenmerk DSV/POLZ/

MDB;

Gelet op artikel 17, eerste lid aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten en artikel 142, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam bij de Hoofddirectie Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam, Directie Scheepvaart, afdeling Politiële Zaken, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens

a. de Scheepvaartverkeerswet;

b. De Wet milieubeheer;

c. de bijzondere wetten of verordeningen, waarvoor hij na inwerkingtreding van dit besluit is aangewezen door of namens de bevoegde minister of instantie;

d. andere wetten, indien en voor zover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie wordt belast, voor de duur van dat onderzoek.

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de politieregio Rotterdam-Rijnmond.

Artikel 4

1. De korpschef van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond is bevoegd tot de beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. Op grond van dit besluit kunnen maximaal 225 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigd worden.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond.

Artikel 6

De directeur Scheepvaart van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot bij die dienst werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren aan de Procureur-Generaal bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren binnen de dienst;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor de CITO-toets en hoeveel personen in dat jaar voor die CITO-toets zijn geslaagd.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie van de Staatscourant waarin het is geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporings-

ambtenaar Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam.

Dit besluit zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 18 december 1995.
De Procureur-Generaal bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage,
voor deze,
De Commissaris van Politie,
J.D.C. Guijt.

Naar boven