Vaststelling eigen bijdrage bij herkeuring sollicitant

Circulaire aan de Ministers

28 december 1994

nr. AD94/U1546

DGMP/PMR/ASB

Bij besluit van 8 oktober 1993 (Stb. 595) is in het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Ambtenarenreglement Staten-Generaal onder meer geregeld dat de minister van Binnenlandse Zaken dient vast te stellen welk bedrag moet worden gestort indien de sollicitant een verzoek indient voor een hernieuwd geneeskundig onderzoek.

Hierbij kan ik u mededelen dat het ministeriële besluit ter uitvoering van hogergenoemde algemene maatregel van bestuur op 16 december is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 1994, 243).

Voor de precieze inhoud van het besluit verwijs ik u naar de tekst en toelichting van evengenoemd besluit die als bijlage bij deze circulaire is gevoegd.

De Minister van Binnenlandse Zaken,voor deze,
de directeur-generaal management
en personeelsbeleid,
F. O. Vijselaar (wnd.)

12 december 1994,

nr. AD94/U1196

DGMP/PMR/ASB

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 10 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en op artikel 10 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal;

Besluit:

Artikel I

Het bedrag bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en in artikel 10, derde lid, van het Ambtenaren-reglement Staten-Generaal wordt vastgesteld op f 25,–.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

voor deze,

De directeur-generaal management en

personeelsbeleid,

F. O. Vijselaar (wnd).

Toelichting

Bij besluit van 8 oktober 1993, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Besluit inlichtingen justitiële documentatie, alsmede van het Besluit van 13 oktober 1992 (Stb. 565) in verband met het antecedenten- en veiligheidsonderzoek (Stb. 595), is onder meer bepaald dat de vaststelling van het door de sollicitant te storten bedrag, indien deze een verzoek tot een hernieuwd geneeskundig onderzoek indient, om doelmatigheidsredenen wordt overgelaten aan de minister van Binnenlandse Zaken.

Het onderhavige besluit strekt tot vaststelling van evengenoemd bedrag. Voordat bij besluit van 8 oktober 1993 het vaststellen van het bedrag aan de minister van Binnenlandse Zaken is overgelaten, was in bovengenoemde reglementen reeds geregeld dat de sollicitant bij een verzoek tot een hernieuwd geneeskundig onderzoek een bedrag van f 10,- diende te betalen. Dit bedrag gold reeds vanaf 1959.

Gezien dit jaartal is een aanpassing van het bedrag op zijn plaats. Echter het opnieuw vaststellen van het bedrag dient dusdanig te geschieden dat de drempel voor de sollicitant om een hernieuwd geneeskundig onderzoek aan te vragen niet te hoog wordt gesteld. Daartoe wordt een bedrag van f 25,– redelijk geacht. De eigen bijdrage bij herkeuring wordt in dit besluit vastgesteld op het bedrag van f 25,–.

Naar boven