Regeling medische uitrusting aan boord van vissersvaartuigen

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende nadere voorschriften voor de medische uitrusting aan boord van vissersvaartuigen

21 november 1995

Nr. DGSM/J-14.288/95

Directoraat-generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba;

Gelet op artikel 218, dertiende lid, onderdeel 8, artikel 221, tweeënveertigste lid, onderdeel 20, artikel 223, elfde lid, onderdeel 9, artikel 231, eerste lid, artikel 237, en artikel 317, derde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit;

Besluit:

Artikel 1

1. De medische uitrusting, bedoeld in artikel 231, eerste lid, en artikel 317, derde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit, is - afhankelijk van de scheepscategorie, de duur en de bestemming van de reis en de kenmerken van de vervoerde lading, alsmede van het soort activiteiten dat tijdens de reis moet worden verricht en van het aantal schepelingen en overige werknemers aan boord - in overeenstemming met de in bijlage I bij deze regeling opgenomen lijst van geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota.

2. De medische uitrusting van een medicijnkist als bedoeld in artikel 218, dertiende lid, onderdeel 8, artikel 221, tweeënveertigste lid, onderdeel 20, en artikel 223, elfde lid, onderdeel 9, van het Vissersvaartuigenbesluit, is in overeenstemming met de in kolom C van bijlage 1 bij deze regeling vermelde geneesmiddelen en verplegingsartikelen.

Artikel 2

1. Een ambtenaar van de Scheepvaartinspectie inspecteert jaarlijks de medische uitrusting, bedoeld in artikel 1, met uitzondering van de medicijnkist aan boord van reddingvlotten, aan de hand van de desbetreffende controlelijst, waarvan het model is opgenomen in bijlage II bij deze regeling.

2. De kapitein en de ambtenaar die de inspectie heeft verricht, ondertekenen de controlelijst.

Artikel 3

De geneesmiddelen waarop een vervaldatum is vermeld worden vóór die datum vervangen.

Artikel 4

Als geneeskundig handboek ten behoeve van het gebruik van de medische uitrusting als bedoeld in artikel 237 van het Vissersvaartuigenbesluit wordt aangewezen het Geneeskundig Handboek voor de Scheepvaart, laatste editie.

Artikel 5

De Bekendmaking aan de Zeevisvaart nr. 70/1992 (Stcrt. 173) wordt voor Nederland en Aruba ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in Nederland en in Aruba in werking met ingang van 1 december 1995.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling medische uitrusting aan boord van vissersvaartuigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst met uitzondering van bijlage II bij deze regeling, die in Nederland ter inzage ligt bij het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Bordewijkstraat 4 te Rijswijk. Van de terinzagelegging van bijlage II in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba.


’s-Gravenhage, 21 november 1995. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Op 31 maart 1992 heeft de Raad van de Europese Gemeenschappen richtlijn nr. 92/29/EEG vastgesteld, betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG 1992, L 113), hierna te noemen de richtlijn.

De richtlijn bevat in de daarbij behorende bijlage II een niet-limitatieve lijst van geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota die onder andere aan boord van vissersvaartuigen aanwezig moeten zijn, waarbij de aard en de omvang van deze medische voorzieningen afhankelijk is gesteld van diverse criteria, zoals de scheepscategorie en de duur en de bestemming van de reis.

De onderhavige ministeriële rijksregeling strekt tot implementatie van de richtlijn en vervangt de Bekendmaking aan de Zeevisvaart nr. 70/1992 (Stcrt. 173), waarin de richtlijn reeds in belangrijke mate was uitgevoerd. De regeling is onder andere gebaseerd op de artikelen 231 en 317 van het Vissersvaartuigenbesluit die de Minister van Verkeer en Waterstaat de bevoegdheid verlenen tot het geven van de onderhavige voorschriften met betrekking tot de aan boord van vissersvaartuigen noodzakelijke medische uitrusting.

Bij het vaststellen van de voorschriften is rekening gehouden met de in de voorontwerp-fase van de richtlijn door nautisch-medische experts bereikte consensus ten aanzien van de bepaling van de vereiste minimum-hoeveelheden in de medische uitrusting van de diverse scheepscategorieën. Daarbij is het noodzakelijk geacht om met betrekking tot de medische uitrusting aan boord in deze regeling aanvullende eisen te stellen, met name met het oog op het vervoer van gewonden en zieken aan boord, alsmede in het kader van de AIDS-preventie en de malariaprofylaxe.

De in de regeling gehanteerde indeling van vissersvaartuigen in kolommen komt overeen met de categorie-indeling zoals vermeld in bijlage I bij de richtlijn, met dien verstande dat kolom A betrekking heeft op vissersvaartuigen van categorie A van bijlage I bij de richtlijn, kolom B betrekking heeft op vissersvaartuigen van categorie B van bijlage I bij de richtlijn en kolom C betrekking heeft op vissersvaartuigen van categorie C van bijlage I bij de richtlijn. Bij de indeling van vissersvaartuigen in kolommen is om redenen van vergroting van de toegankelijkheid en handhaafbaarheid van de regeling aansluiting gezocht bij reeds in de regelgeving omschreven vaargebieden.

Daar waar categorie A van de richtlijn geldt voor vissersvaartuigen met een onbeperkt vaargebied, is kolom A in de regeling van toepassing op vissersvaartuigen in dit vaargebied. Daar waar categorie B van de richtlijn betrekking heeft op een gebied binnen 150 mijl vanuit een haven met adequate medische voorzieningen respectievelijk 175 mijl, indien het schip permanent binnen de actieradius blijft van aan land gestationeerde reddingshelicopters, is kolom B in de regeling van toepassing op vissersvaartuigen met vaargebied II, dat de noord-west Europese wateren bestrijkt en waar overal binnen de 150 mijl respectievelijk 175 mijl havens met adequate medische voorzieningen zijn gelegen, alsmede helicopter-assistentie bereikbaar is. Tot slot wordt categorie C, die volgens de richtlijn geldt voor vissersvaartuigen die onder de kust blijven, in de regeling toegepast op vissersvaartuigen die zich niet verder dan 15 mijl uit de in vaargebied Ia nader bepaalde kust mogen begeven.

In de regeling is voorgeschreven dat de inspectie van de medische uitrusting geschiedt door de Scheepvaartinspec-tie, met uitzondering van de medicijnkist aan boord van reddingvlotten. Deze uitzondering is ingegeven door het feit dat in artikel 209, onderdeel 8.1., van het Vissersvaartuigenbesluit reeds is voorzien in jaarlijkse keuring van de reddingvlotten door erkende keuringsstations. Het is uit een oogpunt van doelmatigheid wenselijk dat ook de jaarlijkse inspectie van de medicijnkist door deze keuringsstations wordt verricht.

Aangezien de regeling mede strekt tot uitvoering van EG-regelgeving in rijksregelgeving, is onderhavige regeling tot stand gekomen in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba, met dien verstande dat, gelet op de omstandigheid dat de Nederlandse Antillen meer tijd nodig hebben voor de uitvoering van de regeling, de regeling in de Nederlandse Antillen op een later bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip in werking zal treden. Tot aan dat tijdstip blijft de Bekendmaking aan de Zeevisvaart nr. 70/1992 (Srcrt. 173) in de Nederlandse Antillen van kracht.

Gelet op de grote omvang en de voornamelijk administratieve inhoud van de controlelijsten is besloten bijlage II van de regeling bekend te maken door terinzagelegging. In Nederland ligt deze bijlage ter inzage bij het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken te Rijswijk. De wijze waarop deze bijlage in de Nederlandse Antillen en in Aruba ter inzage wordt gelegd, zal worden bepaald door de autoriteiten van deze landen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Bijlage I

Medische uitrusting (niet-limitatieve lijst)

De betekenis van de kolommen

Kolom A: is van toepassing op vissersvaartuigen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een onbeperkt vaargebied.

Kolom B: is van toepassing op vissersvaartuigen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan vaargebied II, zoals omschreven in de Bekendmaking aan de Zeevisvaart betreffende de beperkte vaargebieden.

Kolom C: is van toepassing op vissersvaartuigen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan vaargebied Ia, zoals omschreven in de Bekendmaking aan de Zeevisvaart betreffende de beperkte vaargebieden.

Deze kolom is tevens van toepassing op reddingboten, -vlotten en hulpverleningsvaartuigen.

De Bekendmaking aan de Zeevisvaart betreffende de beperkte vaargebieden heeft thans het nummer 73/1995 (Stcrt. 180).

De hoeveelheden in de kolommen gelden voor een bemanningssterkte tot en met 15 personen die ten behoeve van het schip in dienst of tewerkgesteld zijn. Bij een bemanningssterkte van 16 t/m 23 personen worden de hoeveelheden met 50% verhoogd, met uitzondering van die artikelen waarvoor slechts 1 exemplaar is voorgeschreven.

Bij een bemanningssterkte van 24 tot en met 30 personen worden de hoeveelheden verdubbeld. Bij een bemanningssterkte van meer dan 30 personen worden de hoeveelheden verhoogd tot de maximale hoeveelheden genoemd in kolom A. De aantallen zondere verdere aanduiding in kolom A betreffen maximum aantallen.

Indien bij bepaalde artikelen de hoeveelheden tussen ’( )’ zijn vermeld, betreft het artikelen die voor vissersvaartuigen van de desbetreffende categorie zijn aanbevolen, doch niet verplicht.

Indien aan boord van vissersvaartuigen gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zijn de kolommen A-G, B-G en C-G, bedoeld in Bijlage I bij de Regeling medische uitrusting aan boord van zeeschepen, van overeenkomstige toepassing.

De betekenis van de codes

Indien het codenummer wordt voorafgegaan door een ’t.-’ betekent dit dat het artikel alleen voorgeschreven is indien tropische wateren worden bevaren.

Indien een geneesmiddel onderstreept is weergegeven betekent dit dat het in principe uitsluitend mag worden toegepast op radio-medisch advies.

De onder de kolom ’opmerkingen’ voorkomende, tussen ’( )’ geplaatste codenummers betreffen de oude codenummers van de artikelen of hun equivalenten en zijn gemakshalve vermeld.

Naar boven