Ontwerp-verordeningen

Ontwerp-verordening tot wijziging van de verordening arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA

De ledenvergadering van de Orde Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants;

Gelet op artikel 7, lid 2, van de Wet op de Registeraccountants;

Stelt de volgende verordening vast:

Artikel I

De Verordening Arbeidsvoorwaarden Personeel NIVRA (Stcrt. 1973, 49) , zoals laatstelijk gewijzigd bij verordening van 16 december 1993 (Stcrt. 1994, 22), wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 1, tweede lid, wordt ’ Titel VII A van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek’ vervangen door: Titel 7A van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek.

B. Artikel 4, tweede lid komt te luiden:

2. In het geval van indienstneming voor onbepaalde tijd wordt per categorie werknemers als bedoeld in artikel 8 wederzijds de volgende opzegtermijn in acht genomen:

categorie a: vier weken;

categorie b: acht weken;

categorieën c, d en e: drie maanden.

De opzegtermijn gaat in op de dag dat het schriftelijk verzoek om ontslag bij de directie is ingediend, respectievelijk het ontslag schriftelijk aan de werknemer is aangezegd.

Indien een afwijkende opzegtermijn is overeengekomen, wordt deze vermeld in de arbeidsovereenkomst.

Wijziging van een overeengekomen opzegtermijn is mogelijk met wederzijdse instemming.

C. Aan artikel 11 wordt na het tweede lid toegevoegd een derde lid, luidende:

3. De Orde stelt de werknemer in de gelegenheid ouderschapsverlof op te nemen, zulks met inachtneming van hetgeen daarover is bepaald in de Wet Ouderschapsverlof.

D. Artikel 19, zevende lid, komt te luiden:

7. Het bestuur stelt met instemming van de Ondernemingsraad een vrijwillig spaarreglement (premiespaarregeling en spaarloonregeling) vast voor het personeel.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Naar boven