Regeling marifooninstallaties 1995

29 september 1995

Nr. RVR 205341

Hoofddirectie van de Waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4A.01, 4A.02 en 6.30 van het Binnenvaartpolitiereglement (Stb. 1983, 682), alsmede gelet op de artikelen 6 en 19 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen (Stb 1992, 3);

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. marifooninstallatie: een radio-elektrische zend- en ontvanginrichting, als bedoeld in de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (Stb. 1988, 520), voor gebruik in de frequentieband van 156 - 174 MHz;

b. blokkanaal: een marifoonkanaal, dat wordt gebruikt voor uitwisseling van berichten die betrekking hebben op de bescherming van personen dan wel op de veiligheid van de scheepvaart. Dit kanaal, waarop gesprekken zowel voor het schip - schipverkeer als voor de nautische informatie worden gevoerd, is van toepassing in een bepaald gebied;

c. blokgebied: een gebied waarbinnen het nautisch veiligheidsverkeer en het schip - schipverkeer wordt afgehandeld op een blokkanaal. Dit gebied wordt aangeduid door middel van het verkeersteken B.11 van de bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement, dan wel van bijlage 5 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Een blokgebied kan slechts worden ingesteld voor de vaarwegen als bedoeld in artikel 10.01 en de bijlage 9 van het Binnenvaartpolitiereglement, alsmede op de vaarwegen bedoeld in het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen.

Artikel 2 Goedkeuring

1. De Minister van Verkeer en Waterstaat verleent de typegoedkeuring van marifooninstallaties.

2. Een marifooninstallatie als bedoeld in artikel 4A.01, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement of als bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, onderdeel c, en 19, zesde lid, van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, is een marifooninstallatie van een type dat door de Minister van Verkeer en Waterstaat is goedgekeurd volgens de voorschriften van het Besluit radio-elektrische inrichtingen (Stb. 1988, 552), of een marifooninstallatie, waarvoor door de bevoegde instantie van de regering van een ander land dan Nederland een machtiging is verleend ingevolge het Internationaal Verdrag betreffende de Telecommunicatie (Trb. 1983, 164).

Artikel 3 Overgangstermijn

Een marifooninstallatie van een type, dat volgens de Beschikking vaartuigen met radar (Stcrt. 1980, 209) of het Besluit schepen met Marifoon en Radar (Stcrt. 1984, 75) is goedgekeurd, wordt geacht te zijn goedgekeurd met in achtneming van de in artikel 2, tweede lid, van deze regeling bedoelde voorschriften tot 1 januari 2000.

Artikel 4 Aangewezen marifoonkanalen

De volgende marifoonkanalen worden aangewezen voor het gebruik binnen de daarbij aangegeven taakgebieden.

Slotbepalingen

Artikel 5

De Regeling marifooninstallaties 1992 van 17 januari 1992, nr. RVR 113372 (Stcrt. 1992, 27), wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling marifooninstallaties 1995.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 1995.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Verkeer Marifoonkanalen (D, S)

Schip - schip1 10, 13, 06, 8, 72, 77

uitsluitend Simplex-kanalen

Nautisch verkeer 01 (D), 02 (D), 03 (D), 04 (D),

05 (D), 07 (D), 09 (S), 18 (D),

19 (D), 20 (D), 21 (D), 22 (D),

23 (D), 24 (D), 25 (D), 26 (D),

27 (D), 28 (D),

60 (D), 61 (D), 62 (D), 63 (D),

64 (D), 65 (D), 66 (D), 67 (S),

68 (S), 69 (S), 73 (S), 78 (D),

79 (D), 80 (D), 81 (D), 82 (D),

83 (D), 84 (D), 85 (D), 86 (D),

87 (D), 88 (D)

Schip - havenautoriteiten 11, 12, 14, 71, 74

uitsluitend simplexkanalen

Communicatie aan boord 15, 17

1 De marifoonkanalen voor schip - schipverkeer kunnen in een blokgebied vanaf de wal worden gebruikt.

Naar boven