Instelling adviescollege telematica goederenvervoer

8 september 1995

Nr. DG/G-6/95–143

Directoraat-Generaal voor het Vervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Overwegende, dat in het kader van de door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde Regeling Telematicatietoepassingen in het Goederenvervoer over weg, rail of water (Stcrt. 1995, 105) aanvragen kunnen worden ingediend tot deelneming aan deze regeling;

dat op grond van deze regeling de Minister van Verkeer en Waterstaat aan een college van externe deskundigen advies dient te vragen omtrent aanvragen tot deelneming aan de regeling;

dat het derhalve wenselijk is ten behoeve van de uitvoering van de regeling een college van advies in te stellen;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat.

regeling: de door de minister vastgestelde Regeling Telematicatoepassingen in het Goederenvervoer over weg, rail of water.

projectbeheerder: Senter, uitvoeringsorganisatie voor technologiebeleid van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel 2

Er is een Adviescollege Regeling Telematicatoepassingen in het Goede-renvervoer over weg, rail of water.

Artikel 3

Het in artikel 2 bedoelde college heeft tot taak de minister te adviseren omtrent aanvragen tot deelneming aan de Regeling Telematicatoepassin-gen in het Goederenvervoer over weg, rail of water.

Artikel 4

1. De leden van het adviescollege worden benoemd en ontslagen door de minister.

2. Ter gelegenheid van de instelling worden tot lid van het in artikel 2 bedoelde college benoemd:

a. prof. dr. H. G. Sol, tevens voorzitter;

b. ir. P. T. Tanja;

c. drs. J. Dekkers;

d. de heer K. Jol;

e. de heer A. E. Kolff.

Artikel 5

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van het college en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 6

Het in artikel 2 bedoelde college biedt zijn advies vóór 1 december 1995 aan de minister aan.

Artikel 7

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het college geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit Algeme-ne secretarie-aangelegenheden rijksadministratie door de projectbeheerder. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het college bewaard in het archief van het Di-rectoraat-Generaal voor het Vervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 8

Dit besluit wordt geplaatst in de Staatscourant.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 augustus 1995.

Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 1996.

Afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.


’s-Gravenhage, 8 september 1995. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven