Privacyreglement database meldingsprocedure euthanasie

De Minister van Justitie,

Overwegende dat voor de besluitvorming inzake gemelde gevallen van euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging niet op verzoek door de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal een zorgvuldige registratie van deze gevallen gewenst is;

Overwegende dat voorts in het Regeerakkoord van het Kabinet d.d. 17 augustus 1994 (Kamerstuk 23715 nr. 11, blz. 65/66) is aangekondigd dat de meldingsprocedure euthanasie (Stb. 1993, nrs. 643 en 688) binnen twee jaar na inwerkingtreding zal worden geëvalueerd;

Overwegende dat het noodzakelijk is hiertoe gegevens betreffende gemelde gevallen van euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging niet op verzoek in een database op te nemen;

Gelet op de Wet Persoonsregistraties (Stb. 1988, 665);

Besluit:

1. Het in de bijlage bij dit besluit opgenomen privacyreglement vast te stellen en voor een ieder ter inzage te leggen bij de Centrale Bibliotheek van het ministerie van Justitie.

2. Het reglement te publiceren in de Staatscourant. Het reglement kan worden aangehaald als het ’Privacyreglement database meldingsprocedure euthanasie’.


’s-Gravenhage, 23 augustus 1995. De Minister van Justitie,
namens deze,
het Hoofd van de Sector Strafrechtelijk Beleid,
H.P. Wooldrik.

Bijlage

Privacyreglement database meldingsprocedure euthanasie

Inhoudsopgave

I Algemene bepalingen

art. 1: Begripsbepalingen

art. 2: Doelstelling

art. 3: Verantwoordelijkheden

art. 4: Invoer en bewerking van gegevens

II Registratie van gegevens

art. 5: Geregistreerde personen

art. 6: Aard en herkomst geregistreerde gegevens

art. 7: Verwijdering van gegevens

III Toegang tot en verstrekking van gegevens

art. 8: Toegang tot de registratie

art. 9: Verstrekking aan derden

IV Kennisneming en correctie van opgenomen gegevens

art. 10: Recht op kennisneming

art. 11: Correctierecht

art. 12: Kennisneming van verstrekking van gegevens

V Slotbepalingen

art. 13: Koppeling

art. 14: Bekendmaking en terinzagelegging

art. 15: Inwerkingtreding en verkorte aanduiding

I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

a. de database: de registratie van gegevens betreffende gevallen van euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging niet op verzoek die ter besluit-

vorming aan de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal zijn aangeboden;

b: de houder: de minister van Justitie;

c: de gegevensbeheerder: de secretaris van de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal en diens plaatsvervanger;

d: de overlegvergadering: de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal;

e: de zaak: het geval van euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek dat overeenkomstig de wet van 17 december 1993 (Stb. 1993, 643) is gemeld bij de officier van justitie;

f: de arts: de arts die euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek heeft toegepast.

Artikel 2 Doelstelling

De database heeft ten doel: het vastleggen van gegevens betreffende gevallen van euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging niet op verzoek die ter besluitvorming aan de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal zijn aangeboden:

a. ten behoeve van de afdoening van bij het openbaar ministerie gemelde gevallen van euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek door de overlegvergadering;

b. ten behoeve van de in het regeerakkoord van het Kabinet d.d. 17 augustus 1994 (Kamerstuk 23715 nr. 11, blz. 65/66) aangekondigde evaluatie van de meldingsprocedure euthanasie binnen twee jaar na inwerkingtreding.

Artikel 3 Verantwoordelijkheden

1. De houder is verantwoordelijk voor het beheer en het goed functioneren van de database en treft daartoe de nodige voorzieningen op het gebied van organisatie en beveiliging.

2. De secretaris van de overlegvergadering is als gegevensbeheerder verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken betreffende registratie en verwijdering van gegevens, verstrekking van gegevens aan derden en kennisneming van gegevens door een ieder omtrent wie gegevens in de database zijn opgenomen, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement.

3. De afdeling I & I van het ministerie van Justitie is als systeembeheerder verantwoordelijk voor het beheer en de beveiliging van de voor de database benodigde apparatuur overeenkomstig dit reglement.

Artikel 4 Invoer en bewerking van gegevens

De invoer en bewerking van de in de database opgenomen gegevens, met inbegrip van de verbetering, aanvulling en verwijdering daarvan, geschiedt onder verantwoordelijkheid van de gegevensbeheerder door een daartoe door de houder aangewezen documentalist uit hoofde van diens functie.

II Registratie van gegevens

Artikel 5 Geregistreerde personen

In de database worden uitsluitend de namen opgenomen van artsen die overeenkomstig de wettelijke meldingsprocedure (Stb. 1993, nrs. 643 en 688) een geval van euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek hebben gemeld bij de officier van justitie.

Artikel 6 Aard en herkomst van de geregistreerde gegevens

1. In de database worden ten hoogste de volgende gegevens opgenomen:

a. datum van inzending van de zaak aan de overlegvergadering door het parket van de procureur-generaal in het ressort;

b. kenmerk waaronder de zaak bij het parket van de procureur-generaal in het ressort bekend is;

c. datum waarop de zaak ter besluitvorming aan de overlegvergadering is voorgelegd;

d. aanduiding of de zaak al dan niet ter uitvoerige bespreking aan de overlegvergadering is voorgelegd;

e. uitkomst van de besluitvorming in de overlegvergadering, aangeduid als ’sepot’ of ’vervolging’;

f. het arrondissementsparket waar de zaak is gemeld;

g. naam van de arts die de euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek heeft toegepast;

h. functie van de arts, aangeduid als huisarts, specialist, verpleeghuisarts of als arts die door bemiddeling van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie met de patiënt in contact is gekomen;

i. de naam van de instelling waar de patiënt is overleden, indien dit niet thuis was;

j. de vestigingsplaats van de instelling waar de patiënt is overleden, indien dit niet thuis was;

k. het geslacht van de patiënt;

l. de leeftijd van de patiënt;

m. de datum waarop de patiënt is overleden;

n. de ziekte waaraan de patiënt leed, aangeduid met de volgende omschrijvingen: kanker, aids, multiple sclerose, reuma, cara, dwarslaesie, overig;

o. de aard van de handeling, aangeduid als euthanasie, hulp bij zelfdoding of levensbeëindiging niet op verzoek;

p. opmerkingen bestaande in bijzonderheden betreffende de gegevens opgenomen onder c, d, e of n.

2. De gegevens genoemd onder 1. worden geregistreerd voor zover deze blijken uit de door het parket van de procureur-generaal ten behoeve van de besluitvorming door de overlegvergadering ingezonden stukken.

Artikel 7 Verwijdering van gegevens

1. De in artikel 6 genoemde gegevens worden uit de database verwijderd:

a. drie jaar nadat de overlegvergadering heeft besloten de zaak te seponeren;

b. drie jaar nadat een ingestelde strafvervolging onherroepelijk is geëindigd.

2. Indien blijkt dat gegevens ten onrechte of onjuist in de database zijn opgenomen, draagt de gegevensbeheerder zorg voor een zo spoedig mogelijke verwijdering of verbetering van die gegevens.

III Toegang tot en verstrekking van gegevens

Artikel 8 Toegang tot de registratie

Tot de database hebben uitsluitend rechtstreekse toegang:

a. de gegevensbeheerder als bedoeld in artikel 1;

b. de documentalist als bedoeld in artikel 4;

c. de systeembeheerder als bedoeld in artikel 3, derde lid.

Artikel 9 Verstrekking aan derden

1. Verstrekking van gegevens vindt uitsluitend plaats:

a. aan personen werkzaam bij het openbaar ministerie dan wel het ministerie van Justitie voor zover zij de gegevens behoeven voor de uitvoering van hun taak;

b. aan personen belast met het wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de in het regeerakkoord van het Kabinet d.d. 17 augustus 1994 (Kamerstuk 23715 nr. 11, blz. 65/66) aangekondigde evaluatie van de meldingsprocedure euthanasie.

2. De verstrekking overeenkomstig het vorige lid, sub b, vindt niet plaats zonder dat daartoe voorafgaand toestemming is verleend door de minister van Justitie conform de Circulaire ’Het verlenen van medewerking aan en het verstrekken van informatie ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek’ d.d. 16-02-1995, nr 482105/295, gepubliceerd in Staatscourant 1995, 35). Aan deze toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. In ieder geval wordt aan de toestemming het voorschrift verbonden dat de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek geen op een individuele persoon herleidbare gegevens bevatten.

IV Kennisneming en correctie van opgenomen gegevens

Artikel 10 Recht op kennisneming

1. Een ieder omtrent wie gegevens in de database zijn opgenomen kan op zijn verzoek kennisnemen van deze gegevens. Kennisneming kan geschieden in persoon of door middel van het verstrekken van een schriftelijke weergave van op de geregistreerde betrekking hebbende gegevens.

2. Een verzoek tot kennisneming wordt schriftelijk ingediend bij: Het ministerie van Justitie, t.a.v. het secretariaat van de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag, onder vermelding van de gewenste wijze van kennisneming van de gegevens.

3. De ontvangst van een verzoek om kennisneming wordt binnen een maand schriftelijk bevestigd door de gegevensbeheerder onder toezending van een schriftelijke weergave van de op geregistreerde betrekking hebbende gegevens. Indien de verzoeker de voorkeur heeft uitgesproken voor het inzien van de gegevens, verzoekt de gegevensbeheerder contact op te nemen voor het maken van een afspraak daartoe.

4. De kennisneming van de gegevens in persoon vindt plaats op het ministerie van Justitie na overlegging van een geldig identiteitsbewijs.

Artikel 11 Correctierecht

1. Degene aan wie overeenkomstig artikel 10 kennis is gegeven van hem betreffende gegevens, kan de houder schriftelijk verzoeken deze te verbeteren, of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist of voor het doel van de database niet dan wel niet meer ter zake dienend zijn dan wel in strijd met dit reglement in de database voorkomen.

2. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij: Het ministerie van Justitie, t.a.v. het secretariaat van de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag, onder vermelding van de gewenste wijziging.

3. De ontvangst van een verzoek om wijziging, of verwijdering wordt namens de houder binnen een maand schriftelijk bevestigd door de houder onder de vermelding of en in hoeverre aan het verzoek zal worden voldaan.

4. Een weigering op het verzoek met redenen omkleed. Hierbij wordt aangegeven waar, op welke wijze en tegen welke kosten tegen de beslissing van de houder kan worden opgekomen.

5. De gegevensbeheerder draagt zorg dat een beslissing tot verbetering of verwijdering zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd.

Artikel 12 Kennisneming van verstrekking van gegevens

1. Een ieder omtrent wie gegevens in de database zijn opgenomen kan de houder verzoeken mee te delen of en zo ja, welke op hem betrekking hebbende gegevens in het jaar voorafgaande aan het verzoek uit de registratie aan derden zijn verstrekt.

2. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij: Het ministerie van Justitie, t.a.v. het secretariaat van de overlegvergadering van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.

3. De ontvangst van een verzoek om kennisneming van verstrekking aan derden wordt door de houder binnen een maand schriftelijk bevestigd onder opgave van de eventuele verstrekking van gegevens aan derden.

4. Een weigering op het verzoek met redenen omkleed. Hierbij wordt aangegeven waar, op welke wijze en tegen welke kosten tegen de beslissing van de houder kan worden opgekomen.

V Slotbepalingen

Artikel 13 Koppeling

Koppeling van de database met enige andere verzameling van persoonsgegevens vindt niet plaats.

Artikel 14 Bekendmaking en terinzagelegging

1. Dit reglement wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

2. Het reglement ligt voor een ieder ter inzage bij de centrale bibliotheek van het ministerie van Justitie, Schedeldoekshaven 100, kamer L 420, Den Haag.

Artikel 15 Inwerkingtreding en verkorte aanduiding

1. Het reglement treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

2. Het reglement kan worden aangehaald als ’Privacyreglement database meldingsprocedure euthanasie’.

Naar boven