Voorwaarden voor het afbeelden van Nederlandse bankbiljetten

Inleiding

Het auteursrecht op Nederlandse bankbiljetten berust bij De Nederlandsche Bank NV (de Bank). Dit betekent dat de Bank zich kan verzetten tegen het afbeelden van bankbiljetten. Sinds 1982 verzet de Bank zich niet tegen iedere afbeelding van een bankbiljet maar slechts tegen die afbeeldingen die in strijd zijn met de door de Bank opgestelde ’Voorwaarden voor het afbeelden van bankbiljetten voor publiciteitsdoeleinden (reclame ed)’. De ervaringen die de Bank sindsdien heeft opgedaan, hebben ertoe geleid de Voorwaarden uit 1982 aan te passen. Hieronder treft u de nieuwe ’Voorwaarden voor het afbeelden van Nederlandse bankbiljetten’ aan, die met ingang van 25 augustus 1995 van kracht worden. De mededeling van de Bank betreffende het afbeelden van bankbiljetten voor publiciteitsdoeleinden (reclame e.d.) (Staatscourant 1982, 161) wordt met ingang van dezelfde datum ingetrokken.

Doelstelling

De Bank beoogt met deze voorwaarden te voorkomen dat afbeeldingen van bankbiljetten voor geld worden aangezien.

Dit betekent dat bankbiljetten niet op zodanige wijze mogen worden afgebeeld dat zich de mogelijkheid voordoet dat een afbeelding van een bankbiljet als echt en onvervalst wordt uitgegeven of dat de afbeelding verwisseld of verward zou kunnen worden met een origineel bankbiljet.

Naar het oordeel van de Bank zal de afbeelding van een bankbiljet die aan deze voorwaarden voldoet niet voor geld worden aangezien. Een dergelijke afbeelding is derhalve toegestaan.

Sanctie

De Bank zal op grond van haar auteursrecht optreden tegen afbeeldingen die in strijd zijn met de doelstelling van de Bank dat afbeeldingen van bankbiljetten niet voor geld mogen worden aangezien.

Algemene informatie

Deze mededeling laat onverlet de mogelijkheid om het auteursrecht strafrechtelijk te handhaven (artikel 26 e.v. Auteurswet) en het verbod om bankbiljetten na te maken of te vervalsen en deze nagemaakte of vervalste bankbiljetten in voorraad te hebben of als echt uit te geven (artikel 208 e.v. en artikel 440 Wetboek van Strafrecht).

Ook indien bankbiljetten worden afgebeeld in overeenstemming met de doelstelling van de Bank kan de gehele of gedeeltelijke en al dan niet vertekende afbeelding van bankbiljetten ongeoorloofd zijn als de afbeelding in strijd is met de persoonlijkheidsrechten van de ontwerpers van de bankbiljetten (artikel 25 Auteurswet).

Afbeelding van buitenlandse bankbiljetten kan, voor zover niet verboden op grond van het Wetboek van Strafrecht, aan voorwaarden van de uitgevende instelling aldaar zijn onderworpen.

De Bank is gerechtigd zonder nadere waarschuwing deze mededeling te allen tijde te wijzigen of in te trekken.

Voorwaarden

De afbeelding van een bankbiljet – waaronder ook wordt begrepen de gewijzigde of vertekende afbeelding van een bankbiljet – is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

1. de afbeelding is eenzijdig,

en

2 a. op materiaal dat duidelijk en direct kenbaar afwijkt van papier of papierachtig materiaal,

of

b. bedraagt ten minste 190 millimeter x 100 millimeter of ten hoogste 120 millimeter x 50 millimeter,

of

c. beeldt ten hoogste 50% van het oppervlak van het originele bankbiljet af,

of

d. heeft een duidelijk andere kleur dan de hoofdkleur(en) van het originele bankbiljet. De hoofdkleuren van de originele bankbiljetten zijn:

NLG 5: groen

NLG 10: blauw

NLG 25: rood

NLG 50: oranje/geel

NLG 100: bruin

NLG 250: paars

NLG 1000: groen

Toelichting

Algemeen

De Bank zal zich in het algemeen op grond van haar auteursrecht slechts verzetten tegen afbeeldingen die als echte en onvervalste Nederlandse bankbiljetten kunnen worden uitgegeven of die verward zouden kunnen worden met originele bankbiljetten. Het algemene uitgangspunt is derhalve het voorkomen van publieksverwarring.

Afbeeldingen van Nederlandse bankbiljetten zijn toegestaan mits die beantwoorden aan de in de ’Voorwaarden voor het afbeelden van Nederlandse bankbiljetten’ gestelde regels. Het is niet van belang met welke techniek de afbeelding tot stand komt. De voorwaarden hebben in beginsel betrekking op alle mogelijke afbeeldingen, waaronder tevens begrepen gewijzigde of vertekende afbeeldingen. Fantasie-uitingen die in het geheel niet meer lijken op originele biljetten vallen echter niet onder de voorwaarden.

De voorwaarden

Het systeem van de voorwaarden is zodanig opgezet, dat iedere afbeelding te allen tijde dient te voldoen aan voorwaarde 1 én tenminste aan één van de mogelijkheden onder voorwaarde 2. De voorwaarden worden hieronder in het kort beschreven.

1. De afbeelding dient eenzijdig te zijn

Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de afbeelding slechts aan één zijde op een bankbiljet mag lijken. De voorwaarde verbiedt niet dat op de andere zijde van de afbeelding een tekst, tekening of iets soortgelijks wordt afgebeeld, mits zulks niet lijkt op een bankbiljet.

2a. De afbeelding is geplaatst op materiaal dat duidelijk en direct kenbaar afwijkt van papier of papierachtig materiaal

Het gevaar voor publieksverwarring wordt het grootst geacht indien gebruik wordt gemaakt van papier of materiaal dat daar sterk op lijkt. Afbeeldingen op ander materiaal, zoals plastic, steen, glas, hout of stof, zijn toegestaan, mits eenzijdig. Voor een ieder moet direct duidelijk zijn dat er geen sprake is van papier(achtig materiaal).

2b. De afbeelding bedraagt ten minste 190 millimeter x 100 millimeter of ten hoogste 120 millimeter x 50 millimeter

Publieksverwarring wordt eveneens niet gevreesd indien sprake is van aanzienlijk vergrote of verkleinde afbeeldingen. Eenzijdige afbeeldingen die aan de minimum- of maximumafmetingen voldoen zijn geoorloofd.

2c. De afbeelding beeldt hoogstens 50% van het oppervlak van het originele biljet af

Een gedeeltelijke afbeelding wordt niet verwarrend geacht indien deze ten hoogste 50% van het oppervlak van het originele bankbiljet afbeeldt en de afbeelding eenzijdig is. De voorwaarde heeft tevens betrekking op deelvergrotingen. In die gevallen worden immers details van een origineel biljet vergroot afgebeeld en is dus sprake van een gedeeltelijke afbeelding.

2d. De afbeelding heeft een duidelijk andere kleur dan de hoofdkleur(en) van het originele bankbiljet

Een eenzijdige afbeelding die qua kleur duidelijk anders is dan het originele biljet is doorgaans op slag herkenbaar als afwijkend en schept derhalve weinig gevaar voor publieksverwarring. In de voorwaarden zijn de hoofdkleuren van de originele biljetten aangegeven zodat duidelijk is welke kleuren niet gebruikt mogen worden. Er moet sprake zijn van een duidelijk afwijkende kleur, lichte kleurafwijkingen zijn derhalve niet toegestaan. Het afbeelden van een biljet in de kleur van een ander bestaand biljet is wel geoorloofd.

Inlichtingen

De Nederlandsche Bank NV

Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting

Postbus 98

1000 AB Amsterdam

telefoon 020 – 524 3361

telefax 020 – 524 2228

Naar boven