Besluit van 17 maart 2025 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 20 november 2024 tot wijziging van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met het toekennen van preferentie aan de vorderingen ter zake van de verschuldigde uitkeringen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud van minderjarige kinderen en jong meerderjarigen (Stb. 2024, 376) [KetenID WGK012963]

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken, van 10 maart 2025, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 6228203;

Gelet op artikel III van de Wet van 20 november 2024 tot wijziging van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met het toekennen van preferentie aan de vorderingen ter zake van de verschuldigde uitkeringen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud van minderjarige kinderen en jong meerderjarigen (Stb. 2024, 376);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 20 november 2024 tot wijziging van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met het toekennen van preferentie aan de vorderingen ter zake van de verschuldigde uitkeringen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud van minderjarige kinderen en jong meerderjarigen (Stb. 2024, 376) treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 maart 2025

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken

Uitgegeven de twintigste maart 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Naar boven