Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2025, 428 | Klein Koninklijk Besluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2025, 428 | Klein Koninklijk Besluit |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2025, nr. 2025-0000273919;
Gelet op artikel II van de Wet van 11 juni 2025 tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang (Stb. 2025, 164) en artikel IV van het Besluit van 5 december 2025 tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het verhogen van de kwaliteit van de gastouderopvang, tot wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het afschermen van het woonadres van vraagouders in het landelijk register kinderopvang en tot intrekking van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De Wet van 11 juni 2025 tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang (Stb. 2025, 164) treedt in werking op 1 juli 2026, met uitzondering van artikel I, onderdeel Aa, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2026.
Het Besluit van 5 december 2025 tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het verhogen van de kwaliteit van de gastouderopvang, tot wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het afschermen van het woonadres van vraagouders in het landelijk register kinderopvang en tot intrekking van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, treedt in werking op 1 juli 2026, met uitzondering van artikel III, onderdelen A, onder 2, en C, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2026.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 5 december 2025
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Uitgegeven de elfde december 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 11 juni 2025 tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang (Stb. 2025, 164) (hierna: de wijzigingswet) en van het Besluit van 5 december 2025 tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het verhogen van de kwaliteit van de gastouderopvang, tot wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het afschermen van het woonadres van vraagouders in het landelijk register kinderopvang en tot intrekking van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang (hierna: het wijzigingsbesluit).
De verschillende onderdelen van de wijzigingswet en het wijzigingsbesluit hangen met elkaar samen en moeten op hetzelfde tijdstip in werking treden. Het overgrote deel van die onderdelen treedt op 1 juli 2026 in werking, om zodoende gastouders voldoende tijd te bieden om zich voor te bereiden op de nieuwe wet- en regelgeving. Twee onderdelen treden op een eerder moment in werking. Daarbij wordt afgeweken van het in aanwijzing 4.17, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving vastgelegde beleid met betrekking tot de minimuminvoeringstermijn, zijnde twee maanden. Deze wijzigingen behoeven geen voorbereidingstijd voor gastouders of andere burgers.
Hierna worden de uitzonderingen op de inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2026 voor de verschillende onderdelen nader toegelicht.
Middels dit artikel wordt geregeld dat de meeste onderdelen van de wijzigingswet in werking treden met ingang van 1 juli 2026. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor artikel I, onderdeel Aa, van de wijzigingswet, dat op 1 januari 2026 in werking treedt. Hiermee komt artikel 1.6a van de Wet kinderopvang per 1 januari 2026 te vervallen. Op grond van laatstgenoemd artikel kan een gastouder geen aanspraak hebben op een kinderopvangtoeslag voor de opvang van de eigen kinderen bij een andere gastouder. Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer is een amendement van de leden Welzijn en Inge van Dijk aangenomen,1 waarmee de regel uit artikel 1.6a van de Wet kinderopvang vervalt. Deze wijziging heeft gevolgen voor de uitvoering, maar Dienst Toeslagen gaat reeds uit van inwerkingtreding per 1 januari 2026. De afwijking van de minimuminvoeringstermijn is gerechtvaardigd, omdat deze gastouders op deze manier zo spoedig mogelijk aanspraak op kinderopvangtoeslag hebben.
Bovengenoemd artikel regelt dat de meeste onderdelen van het wijzigingsbesluit in werking treden met ingang van 1 juli 2026. Daarbij geldt een uitzondering voor artikel III, onderdelen A, onder 2, en C, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2026.
Artikel III, onderdeel C, wijzigt artikel 9, eerste lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang. Met de wijziging wordt geregeld dat het woonadres van vraagouders, tevens zijnde een voorziening voor gastouderopvang, niet zichtbaar wordt gemaakt in het landelijk register kinderopvang. Omdat dit al bestaande praktijk is, treedt deze bepaling al op 1 januari 2026 in werking. Artikel III, onderdeel A, onder 2, betreft een nieuwe begripsbepaling voor «vraagouder», die samenhangt met artikel III, onderdeel C, en daarom eveneens op 1 januari 2026 in werking treedt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-428.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.