Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 416 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 416 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 23 september 2025, kenmerk 4218314-1087760-WJZ;
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 20, 22 en 32 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 november 2025, no. W13.25.00311/III, RvS.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 december 2025, kenmerk 4240420-1087760-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit opleidingseisen tandarts wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
De opleiding tot tandarts is gericht op het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheid voor alle werkzaamheden die verband houden met de preventie, de diagnose en de behandeling van afwijkingen en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels en meer in het bijzonder de volgende aspecten van de tandheelkundige beroepsuitoefening:
B
Artikel 4, aanhef, komt te luiden:
Het aspect professionele tandheelkundige vorming is zodanig ingericht dat de betrokkene voldoende kennis verwerft van de wetenschappen waarop de tandheelkunde berust, alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden en met name de beginselen van de meting van biologische functies, in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in de analyse van gegevens en in staat is tot:
C
Artikel 6 komt te luiden:
1. Het aspect onderzoek en diagnose van tandheelkundige problemen is zodanig ingericht dat de betrokkene:
a. voldoende kennis verwerft van het gestel, de fysiologie en het gedrag van gezonde en zieke personen, alsmede van de wijze waarop de gezondheidstoestand van de mens wordt beïnvloed door zijn natuurlijke en sociale omgeving; een en ander voor zover dat in relatie staat tot de tandheelkunde;
b. voldoende kennis opdoet van de structuur en functie van de tanden, de mond, de kaken en de omliggende weefsels, zowel in gezonde als zieke toestand, en de relatie daarvan tot de algemene gezondheidstoestand en het fysieke en sociale welzijn van de patiënt;
c. voldoende kennis opdoet van de klinische studievakken en methoden die aan de tandheelkundige een samenhangend beeld geven van de anomalieën, kwetsuren en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels, alsmede van de preventieve, diagnostische en therapeutische aspecten van de odontologie;
d. voldoende kennis verwerft van digitale tandheelkunde en een goed inzicht in het gebruik en de veilige toepassing ervan in de praktijk.
2. De in het eerste lid genoemde kennis en bekwaamheden dienen als basis voor het opstellen van een behandelplan en leiden ertoe dat de betrokkene is in staat tot:
a. het afnemen van een anamnese, omvattende tandheelkundige, medische, persoonlijke en sociaal-culturele achtergronden van de patiënt en het herkennen van afwijkingen van het normale beeld;
b. het diagnosticeren en registreren van orale en dentale ziekten;
c. het herkennen van orale manifestaties van systeemziekten;
d. het beoordelen van de algemene gezondheid van de patiënt, het vaststellen van de relatie tussen algemene gezondheid en ziekten in de mond en van de implicaties van algemene gezondheidsafwijkingen voor het plannen van de tandheelkundige behandeling;
e. het stellen van een diagnose van de oorzaak van pijn in het orofaciale gebied;
f. het uitvoeren van tandheelkundig beeldvormend diagnostisch onderzoek en het – in voorkomende gevallen – nemen van maatregelen gericht op bescherming tegen ioniserende straling;
g. het opstellen van een behandelplan en het verwijzen van de patiënt naar een andere hulpverlener indien dit in het belang van diens gezondheid noodzakelijk is.
D
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt voor de tekst de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Tijdens de opleiding tot tandarts wordt voldoende klinische ervaring onder deskundig toezicht opgedaan.
Het Besluit opleidingseisen apotheker wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt na «opleiding tot apotheker» toegevoegd «duurt ten minste vijf jaar, waarvan vier jaar voltijds onderwijs, en».
2. Het tweede lid wordt vervangen door twee leden, luidende:
2. Het theoretische en praktische onderwijs voldoen ten minste aan de eisen, gesteld in punt 5.6.1 van Bijlage V van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005, betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255).
3. Een wijziging van punt 5.6.1 van Bijlage V, bedoeld in het tweede lid, gaat voor de toepassing van het tweede lid gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
B
Artikel 4, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 9° wordt «informatie- en registatiesystemen» vervangen door «informatie- en registratiesystemen, informatietechnologie en digitale technologie en bekwaamheden voor de praktische toepassing ervan».
2. Er worden drie subonderdelen toegevoegd, luidende:
10°. van klinische farmacie en farmaceutische zorg, alsmede de bekwaamheden voor de praktische toepassing ervan;
11°. op het gebied van de volksgezondheid en de gevolgen daarvan voor gezondheidsbevordering en ziektebeheer;
12°. op het gebied van inter- en multidisciplinaire samenwerking, interprofessionele praktijken en communicatie.
Het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt na «Het praktisch onderwijs» ingevoegd «voldoet aan het vereiste van adequate klinische ervaring en».
2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. De klinische ervaring, bij de keuze waarvan de vormende waarde voorop wordt gesteld, wordt opgedaan onder toezicht van geschoold verpleegkundig personeel en op plaatsen waar de numerieke omvang van het geschoolde personeel en de uitrusting geschikt zijn voor de verpleging van zieken.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «personen, gezinnen en groepen te helpen een gezonde levensstijl aan te nemen en voor zichzelf te zorgen» vervangen door «geïndividualiseerde verpleegkundige zorg te verlenen en de positie van patiënten, familieleden en andere relevante personen te versterken met betrekking tot zelfzorg en het leiden van een gezonde levensstijl».
2. Aan het zesde lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
d. een effectieve leiderschapsbenadering en besluitvormingsvaardigheden te ontwikkelen;
e. kennis op te doen van de technische innovaties op het gebied van gezondheidszorg en verpleegmethoden.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 4 december 2025
Willem-Alexander
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn
Uitgegeven de negende december 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
Met het onderhavige besluit zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in een aantal opleidingsbesluiten in verband met de implementatie van gedelegeerde Richtlijn (EU) 2024/782 van de Commissie van 4 maart 2024 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de minimumopleidingseisen voor de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar der tandheelkunde en apotheker (hierna: de richtlijn). Deze wijzigingen hebben tot doel om de geharmoniseerde minimumopleidingseisen te actualiseren voor de gereglementeerde beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (in Nederland aangeduid als verpleegkundige), tandarts en apotheker, zoals vastgesteld in Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005, L 255). De aanleiding voor de Europese Commissie om tot deze actualisatie over te gaan is gelegen in de wetenschappelijke en technische vooruitgang die zich sinds de laatste herziening van Richtlijn 2005/36/EG heeft voorgedaan, alsmede in de signalen vanuit lidstaten, beroepsorganisaties en academische instellingen dat de huidige opleidingseisen niet langer volledig aansluiten bij de hedendaagse beroepspraktijk. Gebleken is dat sprake is van een aanzienlijke inhoudelijke verbreding en verdieping van de opleidingen. De herziening van de opleidingseisen is dan ook noodzakelijk om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen. Daarnaast worden met het onderhavige besluit enkele wijzigingen doorgevoerd in de opleidingsbesluiten voor de voornoemde beroepsgroepen. Bij de implementatie van de relevante bepalingen uit Richtlijn (EU) 2024/782 werd namelijk opgemerkt dat een aantal bepalingen bij een eerdere implementatieronde van Richtlijn 2005/36/EG per abuis niet zijn meegenomen. In de bijlagen bij deze nota van toelichting zijn twee transponeringstabellen opgenomen, met daarin een artikelsgewijs overzicht van de artikelen van de Richtlijn (EU) 2024/782 respectievelijk Richtlijn 2005/36/EG die met dit besluit zijn geïmplementeerd.
De wijzigingen in dit besluit hebben onder meer betrekking op de minimale vereisten die op grond van de richtlijn gelden voor de opleiding tot verpleegkundige, tandarts en apotheker. Voor verpleegkundigen betreft dit onder meer het vermogen om geïndividualiseerde zorg te verlenen, leiderschaps- en besluitvormingsvaardigheden te ontwikkelen en het verwerven van kennis van technische innovaties. Voor tandartsen gaat het onder andere om het verwerven van kennis van digitale tandheelkunde. Voor apothekers zijn onder meer kennis en/of bekwaamheden op het gebied van informatietechnologie en digitale technologie in de farmacie, klinische farmacie en farmaceutische zorg, inter- en multidisciplinaire samenwerking en interprofessionele praktijken en communicatie als relevante eisen vastgesteld en aan de opleidingsbesluiten toegevoegd. Ook is in navolging van andere opleidingsbesluiten een verwijzing opgenomen naar het studieprogramma voor apothekers zoals vermeld in Bijlage V, punt 5.6.1, van de richtlijn.
Dit besluit strekt ook tot de aanvullende implementatie van de minimumopleidingseisen voor tandartsen zoals vermeld in artikel 34, derde lid, onderdelen a tot en met e van de richtlijn, omdat is gebleken dat de richtlijn op dit punt abusievelijk onvolledig is geïmplementeerd in het Besluit opleidingseisen tandarts. Dit geldt ook voor de eisen zoals vermeld in artikel 31, zesde lid, onder c van de richtlijn, dat is opgenomen in het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 en artikel 44, tweede lid, aanhef en onder a, van de richtlijn, dat onderdeel is geworden van het Besluit opleidingseisen apotheker. De precieze wijzigingen waarin dit besluit voorziet zijn in het artikelsgewijze deel van deze nota van toelichting nader toegelicht.
De actualisatie van deze opleidingsbesluiten beoogt een betere aansluiting te realiseren van de Europese wet- en regelgeving op de nationale opleidingspraktijk en draagt bij aan de transparantie en wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties binnen de Europese Unie. De voorgestelde wijzigingen sluiten aan bij de bestaande opleidingspraktijk in Nederland en vormen in essentie een codificatie daarvan. De wijzigingen worden als uitvoerbaar beschouwd. De actualisatie van de opleidingseisen heeft geen wezenlijke gevolgen voor de regeldruk, aangezien de betreffende opleidingen reeds in overeenstemming zijn met de gewijzigde minimumopleidingseisen die bij onderhavig besluit zijn verankerd in de regelgeving.
Omdat het onderhavige besluit uitsluitend strekt ter implementatie van Europese regelgeving, is afgezien van een openbare internetconsultatie. Wel zijn de relevante beroepsgroepen en de IGJ en het CIBG betrokken bij de totstandkoming van dit besluit.
Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het materieel geen gevolgen voor de regeldruk heeft. Daarnaast heeft het besluit geen financiële impact op de rijksbegroting. Er is tevens een fraudetoets uitgevoerd, waarbij geen bijzonderheden of aandachtspunten zijn vastgesteld.
Richtlijn (EU) 2024/782 brengt voor het Besluit opleidingseisen tandarts enkel het nieuw toegevoegde artikel 34, derde lid, onderdeel f met zich. Dit schrijft voor het hebben van voldoende kennis van digitale tandheelkunde en een goed inzicht in het gebruik en de veilige toepassing ervan in de praktijk. De overige onderdelen van artikel 34 derde lid, te weten onderdeel a tot en met e, alsmede het slot van het artikellid, zijn kennelijk per abuis bij een eerdere implementatieronde van Richtlijn 2005/36/EG niet meegenomen. In dit artikellid zijn regels vastgelegd over de minimale kennis en vaardigheden van de opleiding tandheelkunde. In lijn met de richtlijn is in de artikelen 3, 4, 6, 7 en 10 van het Besluit opleidingseisen tandarts uitgewerkt over welke kennis en vaardigheden een tandarts na de opleiding tandheelkunde moet beschikken. Deze bepalingen zijn met dit besluit nog aangepast ter aanvullende implementatie van Richtlijn 2005/36/EG.
In dit artikellid van artikel 3 is in de aanhef opgenomen dat de opleiding de nodige vaardigheden verschaft voor alle werkzaamheden die verband houden met de preventie, de diagnose en de behandeling van afwijkingen en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels. Daarmee is het slot van artikel 34, derde lid, van Richtlijn 2005/36/EG alsnog geïmplementeerd. Daaropvolgend wordt nader uitgewerkt van welke aspecten van de tandheelkundige beroepsuitoefening in de opleiding kennis dient te worden opgedaan.
Artikel 4 werkt uit dat de professionele tandheelkundige vorming, zoals bedoeld in artikel 3, onderdeel a van het Besluit opleidingseisen tandarts, zodanig dient te worden ingericht dat de betrokkene voldoende kennis verwerft van de wetenschappen waarop de tandheelkunde berust, alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden en met name de beginselen van de meting van biologische functies, in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in de analyse van gegevens. In de aanhef van artikel 4 is daarmee alsnog artikel 34, derde lid onderdeel a van Richtlijn 2005/36/EG geïmplementeerd. De subonderdelen die daarop volgen werken dat nader uit.
Artikel 34 onderdelen b, c, d en f van Richtlijn 2005/36/EG zijn ondergebracht in artikel 6 van het Besluit opleidingseisen tandarts. Dit artikel werkt het aspect onderzoek en diagnose van tandheelkundige problemen uit, zoals bedoeld in artikel 3, onderdeel c van het Besluit opleidingseisen tandarts. De kennis die daarbij van belang is, wordt in artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met d uitgewerkt. Deze kennis vormt, zoals voortaan in het tweede lid is opgenomen, de basis voor het opstellen van het behandelplan. Nadere vaardigheden die in dat verband relevant zijn, worden uitgewerkt in de subonderdelen van artikel 6, tweede lid van het Besluit opleidingseisen tandarts. Deze vaardigheden waren reeds onderdeel van artikel 6. In onderdeel b heeft enkel een herstel plaatsgevonden van verouderde spelling.
De wijziging aan artikel 7 van het Besluit opleidingseisen tandarts houdt verband met de implementatie van artikel 34, derde lid, onder e van de richtlijn 2005/36/EG en regelt dat betrokkene tijdens de opleiding tot tandarts voldoende klinische ervaring onder deskundig toezicht dient op te doen.
Richtlijn (EU) 2024/782 brengt voor het Besluit opleidingseisen apotheker de nieuw in artikel 44, derde lid, toegevoegde onderdelen f tot en met i met zich.
In artikel 3, eerste lid, van het Besluit opleidingseisen apotheker wordt een onderdeel van artikel 44, tweede lid, aanhef en onder a, van Richtlijn 2005/36/EG (alsnog) geïmplementeerd. Daarin zijn regels vastgelegd over de minimumduur van de opleiding en over het gedeelte waarin theoretisch en praktisch onderwijs wordt gegeven.
In artikel 3, tweede lid, van het Besluit opleidingseisen apotheker wordt de uitwerking van de vakken die het theoretische en praktische onderwijs minimaal omvatten, vervangen door de bepaling dat het theoretische en praktische onderwijs ten minste het in Bijlage V, punt 5.6.1, van de richtlijn opgenomen studieprogramma bevatten. In verband daarmee wordt in het derde lid bepaald dat een wijziging van genoemde bepaling in de bijlage van de richtlijn, zal gaan gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
Dit onderdeel wijzigt artikel 4, onderdeel a, van het Besluit opleidingseisen apotheker. Het negende subonderdeel van onderdeel a wordt aangevuld en er wordt een tiende tot en met twaalfde subonderdeel ingevoegd, ter implementatie van artikel 44 lid 3 onder f tot en met i van de richtlijn.
Richtlijn (EU) 2024/782 brengt voor het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 de nieuw in artikel 31, zesde lid, toegevoegde onderdelen e, f en g met zich.
De toevoegingen aan artikel 3, zesde lid, en het nieuw toegevoegde zevende lid van het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 komen voort uit artikel 31, zesde lid, onder c, van Richtlijn 2005/36/EG. Dit onderdeel is dus niet geïntroduceerd door Richtlijn (EU) 2024/782, maar is kennelijk bij een vorige implementatieronde niet meegenomen. Hierin wordt uitgewerkt dat het praktisch onderwijs moet voldoen aan het vereiste van adequate klinische ervaring en wat dat inhoudt.
De wijzigingen en toevoegingen aan artikel 4 betreffen de implementatie van artikel 31, zesde lid, onder e, f en g. Ook voor onderdeel c geldt dat deze wijziging niet is geïntroduceerd door Richtlijn (EU) 2024/782, maar kennelijk bij een vorige implementatieronde niet is meegenomen.
Artikel IV regelt de inwerkingtreding van het besluit. Hierbij wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn
|
Bepaling EU-regelgeving |
Implementatie |
Omschrijving beleidsruimte en toelichting keuze beleidsruimte |
|---|---|---|
|
Artikel 1, eerste lid, met betrekking tot artikel 31, zesde lid, onder e |
Artikel 4, tweede lid, onder b Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 |
n.v.t. |
|
Artikel 1, eerste lid, met betrekking tot artikel 31, zesde lid, onder f |
Artikel 4, zesde lid, onder d, Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 |
n.v.t. |
|
Artikel 1, eerste lid, met betrekking tot artikel 31, zesde lid, onder g |
Artikel 4, zesde lid, onder e, Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 |
n.v.t. |
|
Artikel 1, tweede lid, met betrekking tot artikel 34, derde lid, onder f |
Artikel 6 lid 1, aanhef en onder d, Besluit opleidingseisen tandarts |
n.v.t. |
|
Artikel 1, derde lid, met betrekking tot artikel 44, derde lid, onder f |
Artikel 4, onderdeel a, subonderdeel 10°, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Artikel 1, derde lid, met betrekking tot artikel 44, derde lid, onder g |
Artikel 4, onderdeel a, subonderdeel 11°, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Artikel 1, derde lid, met betrekking tot artikel 44, derde lid, onder h |
Artikel 4, onderdeel a, subonderdeel 12°, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Artikel 1, derde lid, met betrekking tot artikel 44, derde lid, onder i |
Artikel 4, onderdeel a, subonderdeel 9°, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Bepaling EU-regelgeving |
Implementatie |
Omschrijving beleidsruimte en toelichting keuze beleidsruimte |
|---|---|---|
|
Artikel 31, zesde lid, onder c |
Artikel 3, zevende lid, Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 |
n.v.t. |
|
Artikel 34, derde lid, slot |
Artikel 3, eerste lid, aanhef, Besluit opleidingseisen tandarts |
n.v.t. |
|
Artikel 34, derde lid, onder a |
Artikel 4, aanhef, Besluit opleidingseisen tandarts |
n.v.t. |
|
Artikel 34, derde lid, onder b en c |
Artikel 6 eerste lid, aanhef en onder a tot c, en tweede lid, Besluit opleidingseisen tandarts |
n.v.t. |
|
Artikel 34, derde lid, onder e |
Artikel 7, tweede lid, Besluit opleidingseisen tandarts |
n.v.t. |
|
Artikel 44, tweede lid, aanhef en onder a |
Artikel 3, eerste lid, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Artikel 44, tweede lid, tweede en derde volzin |
Artikel 3, tweede lid, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
|
Artikel 44, tweede lid, vierde en vijfde volzin |
Artikel 3, derde lid, Besluit opleidingseisen apotheker |
n.v.t. |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-416.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.