Besluit van 4 december 2025, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van artikel II van de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 2 december 2025, nr. WJZ / 102219411;

Gelet op artikel IV van de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II, onderdelen B, C en D, van de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 december 2025

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Uitgegeven de achtste december 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

NOTA VAN TOELICHTING

Gelet op de besluitvorming om de afroming bij de overgang van dierrechten zo snel mogelijk stop te zetten, is het nodig gebruik te maken van de mogelijkheid in de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie (hierna: de wet) om de afromingspercentages bij algemene maatregel van bestuur te regelen en niet langer in de Meststoffenwet. Daartoe is vereist dat artikel II, onderdelen B, C en D, van de wet in werking treden. Artikel II, onderdeel A, van de wet heeft geen betrekking op afromingspercentages en treedt niet in werking.

Dit besluit regelt daarom dat artikel II, onderdelen B, C en D, van de wet in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze onderdelen van artikel II van de wet, zullen ook genoemde amvb’s in werking treden. Er is afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Naar boven