Besluit van 27 november 2025 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXXA van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 24 november 2025, nr. 2025-0000545838;

Gelet op artikel XXXVI van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel XXXA van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 november 2025

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, E.H.J. Heijnen

Uitgegeven de vijfde december 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel XXXVI van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) treedt de WMEBV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld. Bij koninklijk besluit van 24 oktober 2024 is voor een aantal artikelen en onderdelen geregeld dat deze artikelen en onderdelen in werking treden met ingang van 1 januari 2026.1 Per abuis is artikel XXXA WMEBV destijds niet in het voornoemde inwerkingtredingsbesluit opgenomen. Met dit koninklijk besluit wordt geregeld dat artikel XXXA WMEBV eveneens met ingang van 1 januari 2026 in werking zal treden.

Artikel XXXA WMEBV – dat ingevolge Overige fiscale maatregelen 2024 is opgenomen in de WMEBV – wijzigt de artikelen 3.36, 3.42 en 3.42a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Voor een nadere duiding van de inhoud van die wijzigingen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij Overige fiscale maatregelen 2024.*

De Staatssecretaris van Financiën, E.H.J. Heijnen


X Noot
1

Stb. 2024, 321.

XNoot
*

Kamerstukken II 2023/24, 36 420, nr. 3, p. 39–40.

Naar boven