Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 358 | Klein Koninklijk Besluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 358 | Klein Koninklijk Besluit |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 november 2025, kenmerk 4240795-1089926-WJZ, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;
Gelet op artikel II van het Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg en artikel 2.2.3a, tweede lid, van het Besluit Jeugdwet;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg treedt in werking met ingang van 1 januari 2026 met uitzondering van artikel I, onderdelen B, C, artikel 2.2.1 tot en met 2.2.3 en 2.2.4, E en F.
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 5 november 2025
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Uitgegeven de veertiende november 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
Dit besluit regelt de inwerkingtreding van het Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (hierna: het besluit). Het besluit bevat verschillende onderdelen ter uitwerking van de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (hierna: de wet) die deels op 1 januari 2026 en deels op 1 januari 2027 in werking treedt. Hieronder zal worden ingegaan op de inwerkingtreding van de belangrijkste onderdelen van het besluit.
Ten eerste voorziet de wet in verplichtingen voor gemeenten ten aanzien van het op (minimaal) regionaal niveau contracteren en subsidiëren van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en bepaalde vormen van jeugdhulp (hierna: specialistische jeugdzorg). Daartoe zijn in het besluit bepalingen opgenomen over de regio indeling, de vormen van jeugdhulp die (minimaal) op regionaal niveau moeten worden ingekocht en de onderwerpen die in ieder geval in de regiovisie moeten worden opgenomen. De verplichtingen in de wet over regionale samenwerking treden in werking op 1 januari 2027 zodat gemeenten een jaar de tijd hebben de benodigde voorbereidingen te treffen. Daarbij aansluitend treden ook de onderdelen B, C (met uitzondering van artikel 2.2.3a) en F van artikel I van het besluit in werking op 1 januari 2027.
De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) krijgt met de wet een vroegsignaleringstaak met betrekking tot risico’s voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg dan wel van reeds bestaande tekorten in de specialistische jeugdzorg. Deze taak van de NZa treedt in werking op 1 januari 2026.
Omdat er wetstechnisch een koppeling is gemaakt tussen de vroegsignaleringstaak van de NZa (inwerkingtreding op 1 januari 2026) en de verplichte regionale samenwerking door gemeenten (inwerkingtreding op 1 januari 2027) is in de wet voorzien in overgangsrecht. Op grond van artikel 10.3 van de Jeugdwet zal gedurende de periode waarin de verplichtingen omtrent regionale samenwerking nog niet in werking zijn getreden, de vroegsignaleringstaak van de NZa betrekking heeft op gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen jeugdhulpvormen.
Deze jeugdhulpvormen worden met dit besluit opgenomen in artikel 2.2.3a van het Besluit Jeugdwet. Dit zijn dezelfde jeugdhulpvormen die met ingang van 1 januari 2027 op grond van artikel 2.19 van de Jeugdwet jo. artikel 2.2.3 Besluit Jeugdwet verplicht ten minste regionaal moeten worden gecontracteerd.
Artikel 2.2.3a Besluit Jeugdhulp treedt in werking op 1 januari 2026 en komt weer te vervallen op 1 januari 2027.
Ten derde ziet het besluit op de uitwerking van de in de wet opgenomen verplichtingen voor jeugdhulpaanbieders en gecertifieerde instellingen ten aanzien van een interne toezichthouder, een transparante financiële bedrijfsvoering en een openbare jaarverantwoording.
De verplichting tot het aanstellen van een interne toezichthouder treedt in werking op 1 januari 2026. Daarmee treedt ook artikel I, onderdeel D, van het besluit in werking op 1 januari 2026.
De verplichtingen ten aanzien van een transparante financiële bedrijfsvoering en een openbare jaarverantwoording treden in werking op 1 januari 2027. Daarmee treedt ook artikel I, onderdeel E, van het besluit in werking op 1 januari 2027.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-358.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.