Besluit van 14 juli 2025 tot inwerkingtreding van de Wet tegenbewijsregeling box 3

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 9 juli 2025, nr. 0000190059;

Gelet op artikel V van de Wet tegenbewijsregeling box 3;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet tegenbewijsregeling box 3 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 juli 2025

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen

Uitgegeven de achttiende juli 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt dat de Wet tegenbewijsregeling box 3 in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Bij de inwerkingtreding wordt geen rekening gehouden met de vaste verandermomenten en ook niet met de minimuminvoeringstermijn, omdat sprake is van spoedwetgeving. In de arresten van 6 en 14 juni 2024, 2 augustus 2024 en 20 december 20241 heeft de Hoge Raad over de huidige box 3-wetgeving geoordeeld dat deze in bepaalde gevallen een inbreuk vormt op het discriminatieverbod en de bescherming van het eigendomsrecht. Door de Wet tegenbewijsregeling box 3 wordt deze inbreuk weggenomen en wordt voor het verleden rechtsherstel geboden. Het is wenselijk dat dit zo spoedig mogelijk gebeurt.

De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen


X Noot
1

HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:704 en ECLI:NL:HR:2024:705, HR 14 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:857, HR 2 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1086 en ECLI:NL:HR:2024:1084, en HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1788.

Naar boven