Besluit van 26 maart 2024 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 13 maart 2024 tot wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 maart 2024, nr.2024-0000066446,

Gelet op artikel IV van de Wet van 13 maart 2024 tot wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen I tot en met III van de Wet van 13 maart 2024 tot wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg treden in werking met ingang van 1 juli 2024.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 maart 2024

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de derde april 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet van 13 maart 2024 tot wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (hierna: de wet) treedt in werking met ingang van 1 juli 2024. Dit gebeurt met inachtneming van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn.1

Artikel IV van de wet biedt de mogelijkheid van gedifferentieerde inwerkingtreding. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. Daarom zal artikel 14, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet eerst worden gewijzigd door artikel II, onderdeel B, van de wet en direct daarna worden vervangen door artikel II, onderdeel C, subonderdeel 2. Bij gedifferentieerde inwerkingtreding had hier enige tijd tussen gezeten. Nu alle onderdelen van de wet tegelijk in werking treden, is dit niet meer aan de orde.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Zoals neergelegd in Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving.

Naar boven