Wet van 18 december 2024 tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om aanpassingen te doen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «De overgang» vervangen door «De overgang van aandelen».

b. In onderdeel a wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

c. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de aandelen bij de erflater tot een aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, behoren en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.

d. In onderdeel c wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen» en wordt «, en» vervangen door «; en».

2. In het tweede lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

3. In het derde lid, onderdeel a, wordt «een eerder door de erflater gehouden aanmerkelijk belang» vervangen door «eerder door de erflater gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b».

4. In het vierde lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,» en wordt «een belang heeft» vervangen door «een aandelenbelang heeft».

b. In onderdeel a wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,».

c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef wordt «belang» vervangen door «aandelenbelang».

2°. In subonderdeel 1° wordt «aanmerkelijk belang» vervangen door «belang».

3°. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

4°. Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door «; en» wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormt als bedoeld in onderdeel a.

d. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:

De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin, aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.

6. Aan het zevende lid wordt toegevoegd «, waaronder begrepen winstbewijzen en opties op aandelen».

7. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel b wordt «; en» vervangen door een puntkomma.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.

8. In het negende lid wordt «een direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10» vervangen door «aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b» en wordt «onder 1° tot en met 3°» vervangen door «onder 1° tot en met 4°».

Aa

In artikel 4.17b, tweede lid, wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

B

Artikel 4.17c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «De overdracht» vervangen door «De overdracht van aandelen».

b. In onderdeel a wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

c. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de aandelen bij de vervreemder tot een aanmerkelijk belang behoren op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.

d. In onderdeel c wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

2. In het tweede lid wordt «aandelen of winstbewijzen» vervangen door «aandelen».

3. In het derde lid wordt «elfde lid» vervangen door «twaalfde lid».

ARTIKEL II

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel c wordt «, en» vervangen door «; en».

2. Onder vernummering van het veertiende en vijftiende lid tot vijftiende en zestiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 14. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt onder preferente aandelen verstaan aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten. Indien een aandeel slechts voor een deel van het aan het aandeel verbonden vermogen die voorrang kent, wordt enkel dat deel van het aandeel aangemerkt als preferent aandeel.

B

[vervallen]

C

Artikel 4.17c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «twaalfde lid» vervangen door «twaalfde en veertiende lid».

ARTIKEL III

De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 35b, vijfde en zesde lid, wordt «vijf jaren» vervangen door «drie jaren».

B

Artikel 35c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking heeft» vervangen door «aandelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten, mits het lichaam waarop die aandelen betrekking hebben».

2. In het derde lid wordt «behoorden tot een aanmerkelijk belang» vervangen door «bestonden uit aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c,».

3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt «een eerder door de erflater of schenker gehouden aanmerkelijk belang van gewone aandelen» vervangen door «eerder door de erflater of schenker gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c».

4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «een aanmerkelijk belang» vervangen door «aandelen» en wordt «een belang heeft» vervangen door «een aandelenbelang heeft».

b. In onderdeel a wordt «een aanmerkelijk belang hield als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001,» vervangen door «aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, hield;».

c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef wordt «belang» vervangen door «aandelenbelang».

2°. In subonderdeel 1° wordt «aanmerkelijk belang» vervangen door «belang».

3°. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door «; en» wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormde als bedoeld in onderdeel a.

d. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:

De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin, aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.

5. Aan het zesde lid wordt toegevoegd «, waaronder begrepen winstbewijzen en opties op aandelen».

6. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel a wordt «; en» vervangen door een puntkomma.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.

7. In het achtste lid, onderdeel b, wordt «een direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft» vervangen door «direct aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, had» en wordt «onder 1° tot en met 3°, heeft» vervangen door «onder 1° tot en met 4°, had».

8. In het dertiende lid wordt «zijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5a» vervangen door «is artikel 4.3, aanhef en onderdeel a,».

Ba

In artikel 35d, eerste lid, onderdeel c, wordt «aanmerkelijkbelanghouder was van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop het aanmerkelijk belang betrekking heeft» vervangen door «houder was van de aandelen, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop die aandelen betrekking hebben».

C

Artikel 35e wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «vijf jaren» vervangen door «drie jaren». Voorts wordt «vermogensbestanddelen» vervangen door «aandelen».

b. In subonderdeel 1° wordt «vermogensbestanddelen of een gedeelte van de in deze vermogensbestanddelen» vervangen door «die aandelen of een gedeelte van de in die aandelen».

c. Subonderdeel 2° komt te luiden:

  • 2°. die aandelen of via die aandelen indirect gehouden aandelen worden omgezet in preferente aandelen of in aandelen die een bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten, of de aanspraak van die direct of indirect gehouden aandelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen wordt, al dan niet via uitgifte van vermogensbestanddelen, op andere wijze beperkt; of.

d. In subonderdeel 3° wordt «de vermogensbestanddelen» vervangen door «die aandelen».

2. In het derde lid wordt «vermogensbestanddelen» vervangen door «aandelen».

3. In het vijfde lid wordt «vierde zin» vervangen door «vijfde zin».

ARTIKEL IV

De Successiewet 1956 wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 35c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel d wordt «onroerende zaken» vervangen door «onroerende zaken en de schulden die rechtstreeks met die onroerende zaken samenhangen» en wordt «mits deze dienstbaar zijn» vervangen door «mits die onroerende zaken dienstbaar zijn».

2. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel c wordt «; en» vervangen door een puntkomma.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. vermogen dat zonder toepassing van dit onderdeel ondernemingsvermogen zou zijn en dat ten minste in belangrijke mate, rechtens dan wel in feite, direct of indirect, een voortzetting vormt van, of voortkomt uit:

    • 1°. een onderneming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a; of

    • 2°. aandelen, opties op aandelen of winstbewijzen in een lichaam dat een onderneming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, drijft;

    die de verkrijger eerder onder een last of tegen een tegenprestatie heeft vervreemd, doch niet meer dan de waarde van die last of tegenprestatie.

3. Onder vernummering van het twaalfde en dertiende lid tot dertiende en veertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 12. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt onder preferente aandelen verstaan aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten. Indien een aandeel slechts voor een deel van het aan het aandeel verbonden vermogen die voorrang kent, wordt enkel dat deel van het aandeel aangemerkt als preferent aandeel.

B

Artikel 35d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel d wordt de punt vervangen door een puntkomma.

b. Er wordt toegevoegd «voor zover het belang van erflater of schenker in de onderneming, bedoeld in de onderdelen a of c, in de medegerechtigdheid, bedoeld in de onderdelen b of c, of in de werkzaamheid, bedoeld in onderdeel d, in de genoemde periode niet is toegenomen».

2. Onder vernummering van het tweede lid tot zesde lid worden vier leden ingevoegd, luidende:

  • 2. De periodes van één jaar, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c en d, worden verlengd met zes maanden per jaar dat de erflater ten tijde van het overlijden meer dan twee jaar ouder is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • 3. De periodes van vijf jaren, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c en d, worden verlengd met zes maanden per jaar dat de schenker op het moment van schenking meer dan zes jaar ouder is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • 4. Onder een erflater of schenker als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan degene die naar doel en strekking van de bezitseis, bedoeld in het eerste lid, daarmee gelijk te stellen is, mits sprake is van een bij ministeriële regeling aangewezen omstandigheid en voldaan wordt aan daarin gestelde voorwaarden.

  • 5. Onder een erflater of schenker als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan degene die in geval van bij ministeriële regeling aangewezen situaties van overheidsingrijpen voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden.

C

Artikel 35e wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

c. Subonderdeel 2° komt te luiden:

  • 2°. vermogensbestanddelen worden omgezet in preferente aandelen of de aanspraak van de verkregen vermogensbestanddelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen wordt, al dan niet via uitgifte van vermogensbestanddelen, op andere wijze beperkt; of.

2. In het derde lid wordt «vermogensbestanddelen» vervangen door «aandelen».

3. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot achtste en negende lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

  • 5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op gewone aandelen van de verkrijger die zijn toegekend in het kader van een bedrijfsoverdracht als bedoeld in artikel 35c, vijfde lid, vierde zin.

  • 6. Een verkrijger voldoet mede aan het voortzettingsvereiste in bij ministeriële regeling te stellen omstandigheden die passen bij het doel en de strekking van het voortzettingsvereiste als voldaan wordt aan de daarin gestelde voorwaarden.

  • 7. Een verkrijger voldoet in geval van bij ministeriële regeling aangewezen situaties van overheidsingrijpen mede aan het voortzettingsvereiste onder bij die ministeriële regeling te stellen voorwaarden.

ARTIKEL V

In de Invorderingswet 1990 vervalt in artikel 25, achtste lid, onderdeel a, «, mits de verkrijger reeds gedurende de 36 maanden die onmiddellijk voorafgaan aan het tijdstip van de schenking in dienstbetrekking is van de vennootschap waarop de aandelen of winstbewijzen betrekking hebben».

ARTIKEL VI

In de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 wordt in artikel VII, tweede lid, «treedt artikel I, onderdeel B» vervangen door «treden de artikelen I, onderdeel B, II, onderdeel A, onder 0, en V, onderdeel B, onder 1a, 1b en 3a» en wordt «tijdstip» vervangen door «tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat artikel VI toepassing vindt voordat de artikelen II, onderdeel A, en V, onderdeel B, van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 per 1 januari 2025 worden toegepast en dat de artikelen I, onderdelen A, onder 1 tot en met 6 en 8, Aa en B, onder 1 en 2, en III, onderdelen B, onder 1 tot en met 5, 7 en 8, Ba en C, onder 1, subonderdeel a, tweede zin, en subonderdelen b tot en met d, 2 en 3, in werking treden op het tijdstip waarop artikel II, onderdeel A, onder 0, en artikel V, onderdeel B, onder 1a, 1b en 3a, van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 in werking treden.

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 december 2024

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 36 610

Naar boven