Besluit van 19 juni 2024 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PbEU 2019, L 151) (Implementatiebesluit toegankelijkheidsvoorschriften bankdiensten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 22 maart 2024, 2024-0000209763, directie Financiële Markten;

Gelet op Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PbEU 2019, L 151) en de artikelen 1:81, tweede lid, en 4:22.0a, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 april 2024, nr. W06.24.00061/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 17 juni 2024, 2024-0000297908, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift van paragraaf 5.2. komt te luiden:

§ 5.2. Gedragsaspecten van de bedrijfsvoering

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, onder 2°, en 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet

B

Er wordt na artikel 32ab een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 32ac

  • 1. Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling die bankdiensten als bedoeld in artikel 3, onder 28, van de toegankelijkheidsrichtlijn verleent, beschikt over procedures die waarborgen dat die bankdiensten voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften van bijlage I, afdelingen III en IV, onderdeel e, van die richtlijn.

  • 2. Indien een bankdienst niet voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften, bedoeld in het eerste lid, treft de verlener van de bankdienst onmiddellijk maatregelen om de bankdienst in overeenstemming te brengen met de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften. Tevens stelt hij onmiddellijk de Autoriteit Financiële Markten van de non-conformiteit in kennis, met vermelding van de aard van de non-conformiteit en alle getroffen maatregelen.

  • 3. Bankdiensten die voldoen aan geharmoniseerde normen of delen daarvan als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn of die in overeenstemming zijn met technische specificaties als bedoeld in artikel 15, derde lid, worden vermoed in overeenstemming te zijn met de toegankelijkheidsvoorschriften, bedoeld in het eerste lid, voor zover die normen of specificaties deze voorschriften bestrijken.

  • 4. Bankdiensten waarvan de kenmerken, onderdelen en functies aan bijlage I, afdeling VI, onder 2, van de toegankelijkheidsrichtlijn voldoen, worden voor wat deze kenmerken, onderdelen en functies betreft, vermoed te voldoen aan de desbetreffende verplichtingen inzake toegankelijkheid krachtens andere Uniehandelingen dan de toegankelijkheidsrichtlijn, tenzij in die andere Uniehandelingen anders wordt bepaald.

C

Het opschrift van paragraaf 8.1.1 komt te luiden:

§ 8.1.1. Inleidende bepalingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en derde lid, 4:22, eerste lid, 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel b, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet

D

Aan paragraaf 8.1.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 49.0c

  • 1. Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling die bankdiensten als bedoeld in artikel 3, onder 28, van de toegankelijkheidsrichtlijn verleent, neemt met inachtneming van bijlage V van de toegankelijkheidsrichtlijn in de algemene voorwaarden of een gelijkwaardig document informatie op waaruit blijkt dat de bankdienst voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften van die richtlijn en dat de conformiteit met die voorschriften wordt gewaarborgd door interne procedures en het toezicht daarop.

  • 2. De verlener van de bankdienst stelt de informatie, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk en mondeling beschikbaar aan het publiek op een manier die toegankelijk is voor personen met een handicap.

  • 3. De verlener van de bankdienst bewaart de informatie, bedoeld in het eerste lid, ten minste zolang de bankdienst wordt aangeboden of de desbetreffende bankdienst wordt verleend.

ARTIKEL II

Artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit de Wet op het financieel toezicht onder het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde het volgende artikelnummer met bijbehorende boetecategorie ingevoegd:

4:22.0a, eerste en vijfde lid

2

2. In de opsomming van artikelen uit het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorieën ingevoegd:

32ac, eerste en tweede lid

2

49.0c, eerste lid

2

49.0c, tweede en derde lid

1

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 juni 2025.

ARTIKEL IV

Dit besluit wordt aangehaald als: Implementatiebesluit toegankelijkheidsvoorschriften bankdiensten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg

Uitgegeven de vierde juli 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Inleiding

Deze algemene maatregel van bestuur strekt tezamen met de Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten tot implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn.1 De toegankelijkheidsrichtlijn is opgesteld mede ter uitvoering van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de rechten van mensen met een beperking. Naast persoonlijke autonomie en persoonlijke participatie, is toegankelijkheid een van de grondbeginselen. De toegankelijkheidsrichtlijn strekt ertoe de toegankelijkheid van een aantal producten en diensten voor personen met een handicap of een functionele beperking te verbeteren. Hierdoor wordt de maatschappelijke participatie voor deze groep personen vergroot. Daarnaast leidt het invoeren van geharmoniseerde toegankelijkheidsvoorschriften tot een beter functioneren van de interne markt. Belemmeringen van het vrije verkeer wegens uiteenlopende toegankelijkheidsvoorschriften worden door de toegankelijkheidsrichtlijn opgeheven. De Europese regelgeving voor bankdiensten en financiële diensten heeft als doel om consumenten in de hele Europese Unie te beschermen maar bevat geen toegankelijkheidsvoorschriften. Om personen met een handicap in staat te stellen in de gehele Europese Unie gebruik te maken van bankdiensten en weloverwogen beslissingen te kunnen nemen, stelt de toegankelijkheidsrichtlijn gemeenschappelijke toegankelijkheidsvoorschriften vast voor het verlenen van bankdiensten aan consumenten. Hierdoor worden personen met een handicap op gelijke wijze als andere consumenten beschermd en wordt een gelijk speelveld gewaarborgd voor financiëledienstverleners. De richtlijn diende op uiterlijk 28 juni 2022 te zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving en dient vanaf 28 juni 2025 te worden toegepast. Het gaat om bankdiensten die na 28 juni 2025 aan consumenten worden verleend. De transponeringstabel is opgenomen in paragraaf 6.

§ 2. Verhouding tot bestaande regelgeving

De verplichtingen die uit de toegankelijkheidsrichtlijn voortvloeien, worden geïmplementeerd krachtens de Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten (hierna: Implementatiewet). De Implementatiewet wijzigt daartoe een aantal wetten, waaronder de Wet op het financieel toezicht. Krachtens de wijziging van de Wet op het financieel toezicht worden de bankdiensten waarop de toegankelijkheidsrichtlijn ziet onder de reikwijdte van de Wet op het financieel toezicht gebracht en wordt een grondslag gecreëerd voor het onderhavige besluit.

§ 3. Inhoud van het besluit

§ 3.1. Toepassingsgebied

Onderhavig besluit betreft een strikte implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn en wijzigt het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector. De artikelen in dit besluit hebben betrekking op bankdiensten zoals opgenomen in artikel 3, onder 28, van de toegankelijkheidsrichtlijn. In onderstaand schema is opgenomen over welke bankdiensten het gaat en hoe die bankdiensten zijn omschreven in de Wet op het financieel toezicht (Wft).

Bankdiensten voor consumenten (art. 3, onder 28, van de richtlijn)

Wft

Kredietovereenkomsten die vallen onder de richtlijn consumptief krediet1 en de richtlijn hypothecair krediet2

Krediet als bedoeld in artikel 1:1 Wft (consumptief krediet en hypothecair krediet)

Diensten als omschreven in bijlage I, deel A, onder 1, 2, 4 en 5 of nevendiensten als bedoeld in bijlage I, deel B, onder 1, 2, 4 en 5 van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 20143

Beleggingsdiensten als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de Wft of nevendiensten als bedoeld in de onderdelen a, b, d en e, van de definitie van nevendienst in artikel 1:1 van de Wft (hieronder valt onder meer het ontvangen, doorgeven en uitvoeren van orders en adviseren)

Betaaldiensten als omschreven in artikel 4, punt 3, van de richtlijn betaaldiensten.4

Betaaldiensten als bedoeld in artikel 1:1 Wft: bedrijfswerkzaamheden als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten (o.a. diensten met betrekking tot het opnemen en storten van contanten op een betaalrekening en uitvoering van betalingstransacties)

Diensten verband houdende met betaalrekeningen als omschreven in artikel 2, punt 6, van de richtlijn betaaldiensten.Het betreft alle diensten die verband houden met het openen, gebruiken en opheffen van een betaalrekening, met inbegrip van betalingsdiensten en betalingstransacties evenals geoorloofde debetstand.

Betaalrekening als bedoeld in artikel 1:1 Wft: op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt, als bedoeld in artikel 4 van de richtlijn betaaldiensten. Diensten die daaraan zijn verbonden zijn o.a. de uitgifte van een betaalpas, mogelijkheid tot internetbankieren en mobielbankieren, verstrekken papieren rekeningafschriften, mogelijkheid rood staan.

Elektronisch geld als omschreven in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2009/110/EG.5

Elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 Wft: geldswaarde die elektronisch of magnetisch is opgeslagen die een vordering op de uitgever vertegenwoordigt, die is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld om betalingstransacties te verrichten als bedoeld in artikel 4, punt 5, van de richtlijn betaaldiensten, en waarmee betalingen kunnen worden verricht aan een andere persoon dan de uitgever (bijvoorbeeld plastic cadeaukaarten waarmee in winkels en soms ook in een webshop kan worden betaald).

X Noot
1

Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU 2008, L 133).

X Noot
2

Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 60, blz 34).

X Noot
3

Richtlijn nr. 2014/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (PbEU 2014, L 173).

X Noot
4

Richtlijn 2015/2366/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betaaldiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337).

X Noot
5

Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PbEU 2009, L 267).

Het gaat om aanbieders van consumptief- of hypothecair krediet, banken die betaalrekeningen aanbieden, beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten verlenen als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de Wft, betaaldienstverleners die betaaldiensten verlenen of elektronisch geldinstellingen die elektronisch geld uitgeven. Deze ondernemingen dienen ervoor zorg te dragen dat de bankdiensten voldoen aan de relevante artikelen van de toegankelijkheidsrichtlijn zodat de bankdiensten toegankelijk zijn voor personen met een handicap.

§ 3.2. Toegankelijkheidsvoorschriften bankdiensten

Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling die bankdiensten verleent dient schriftelijk en mondeling informatie over de bankdienst ter beschikking te stellen die mede toegankelijk is voor een consument met een handicap en uit te leggen op welke manier de bankdiensten aan de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften voldoen.

Bankdiensten dienen te voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften van bijlage I, afdelingen III en IV, onderdeel e, van die richtlijn.

Het gaat om de volgende toegankelijkheidsvoorschriften:

  • a) er dient informatie over het functioneren van de dienst te worden verstrekt op de volgende wijze:

    • i) de informatie wordt via meer dan één zintuiglijk kanaal aangeboden;

    • ii) de informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd;

    • iii) de informatie wordt op een voor de gebruikers waarneembare manier gepresenteerd;

    • iv) de informatie wordt, wat de inhoud betreft, beschikbaar gesteld in tekstformats die in alternatieve hulpformats kunnen worden omgezet, zodat zij door de gebruikers op verschillende manieren en via meer dan één zintuiglijk kanaal kunnen worden weergegeven;

    • v) de informatie wordt gepresenteerd met gebruikmaking van een lettertype in geschikte grootte en vorm, rekening houdend met de te verwachten gebruiksomstandigheden, en met gebruikmaking van voldoende contrast, alsmede van een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand;

    • vi) niet-tekstuele inhoud wordt aangevuld met een alternatieve weergave van die inhoud; en

    • vii) er wordt elektronische informatie verstrekt die nodig is om de dienst op een consistente en geschikte manier te kunnen leveren, en wel door deze informatie waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken;

  • b) websites, inclusief de daaraan gerelateerde onlinetoepassingen, en diensten op mobiele apparatuur, inclusief mobiele toepassingen, worden toegankelijk gemaakt op een consistente en geschikte manier, door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken;

  • c) ondersteunende diensten (helpdesks, callcenters, technische ondersteuning, bemiddelingsdiensten en opleidingsdiensten), die, voor zover beschikbaar, via toegankelijke communicatiemethoden informatie verstrekken over de toegankelijkheid van de dienst en de compatibiliteit ervan met hulptechnologieën.

Verder dient een aanbieder van krediet, bank, beleggingsondernming, betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling ervoor te zorgen dat identificatiemethoden, elektronische ondertekening, beveiliging en betalingsdiensten waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn. Voorts dient de informatie begrijpelijk te zijn, namelijk maximaal B2 niveau.

In aanvulling op deze toegankelijkheidsvoorschriften is in het implementatiebesluit opgenomen dat een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling over procedures dient te beschikken die ervoor zorgen dat de bankdiensten toegankelijk zijn en blijven voor personen met een handicap. Indien de bankdiensten niet meer voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften dient de aanbieder van het krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling maatregelen te treffen om de bankdienst in overeenstemming te brengen met de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften. Tevens dient de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onmiddellijk van de non-conformiteit en alle getroffen maatregelen in kennis te worden gesteld. Verder dient de verlener van een bankdienst in de algemene voorwaarden of een gelijkwaardig document informatie op te nemen waaruit blijkt dat de bankdienst voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften van de toegankelijkheidsrichtlijn.

§ 4. Regeldruk

§ 4.1. Algemeen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de onderdelen in het besluit die effect hebben op de regeldrukkosten en het advies dat het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) over een het ontwerpbesluit gegeven heeft. Onder regeldrukkosten worden verstaan alle investeringen en inspanningen (uitgedrukt in euro’s) die burgers, bedrijven of professionals moeten doen en verrichten om te voldoen aan wet- en regelgeving van de Rijksoverheid. Het gaat hierbij om kosten die voortvloeien uit informatieverplichtingen en inhoudelijke verplichtingen, waaronder toezicht gerelateerde verplichtingen op basis van wet- en regelgeving. Deze kosten worden verdeeld in eenmalige en structurele kosten.

§ 4.2. Bankdiensten dienen te voldoen aan toegankelijkheidsvoorschriften

Aanbieders van consumptief- of hypothecair krediet, banken die betaalrekeningen aanbieden, beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten verlenen als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de Wft, betaaldienstverleners die betaaldiensten verlenen of elektronisch geldinstellingen die elektronisch geld uitgeven dienen te voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften zoals opgenomen in dit besluit.

In het register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn 194 beleggingsondernemingen opgenomen met zetel in Nederland. Er zijn 130 aanbieders van krediet met zetel in Nederland en 69 betaaldienstverleners en 10 elektronischgeldinstellingen. In totaal zijn er 403 financiële ondernemingen die vallen onder de reikwijdte van onderhavig besluit.

De regeldrukkosten om aan de toegankelijkheidseisen te voldoen zullen naar schatting tussen de € 8000 en € 15.000 per onderneming bedragen. Financiële ondernemingen dienen informatie te verstrekken aan de consument over de toegankelijkheid van bankdiensten aan consumenten. Het opstellen van de informatie inzake de toegankelijkheid van een dienst zal volgens het Market Impact Assessment (zie paragraaf 5.6. van het Market Impact Assessment)2 acht uur per dienst in beslag nemen. Dit betekent dat de eenmalige regeldrukkosten per financiële onderneming voor één bankdienst € 432 (8 uur * € 54 (uurtarief voor hoogopgeleide medewerker)) bedragen. Ervan uitgaande dat financiële ondernemingen gemiddeld twee bankdiensten verlenen komen de eenmalige regeldrukkosten per financiële onderneming uit op € 432 * 2 = € 864. De totale eenmalige regeldrukkosten voor het opstellen van de informatie zal naar schatting 403 (aantal ondernemingen) * € 864 = € 348.192 bedragen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de regeldruk volgt uit de toegankelijkheidsrichtlijn en die richtlijn geen nationale beleidsruimte biedt. Het besluit van de ATR betekent dat de ATR geen brief naar de bewindspersoon zal sturen met een beoordeling van het dossier.

§ 5. Uitvoeringstoets en adviezen

Bij de implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten is de AFM gevraagd een uitvoeringstoets te doen. De uitvoeringstoets heeft geen aanleiding gegeven om het ontwerpbesluit aan te passen. Uit de toets volgt dat de nieuwe bevoegdheden en verplichtingen die voortvloeien uit de toegankelijkheidsrichtlijn voor de AFM uitvoerbaar zijn. Verder is het besluit voor advies voorgelegd aan de Raad voor de Rechtspraak en het College voor de Rechten van de Mens.

§ 5.1. Raad voor de rechtspraak

De Raad voor de rechtspraak is om advies gevraagd naar aanleiding van dit besluit. In zijn reactie geeft de Raad voor de rechtspraak aan eerder advies te hebben uitgebracht over de concept-implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten en enkele andere besluiten ter implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn. Het implementatiebesluit toegankelijkheidsvoorschriften bankdiensten geeft de Raad voor de rechtspraak geen aanleiding tot inhoudelijke opmerkingen. Verder verwacht de Raad voor de rechtspraak geen substantiële gevolgen voor de werklast voor de Raad voor de rechtspraak.

§ 5.2. College voor de Rechten van de Mens

Het College voor de Rechten van de Mens is vanuit haar rol als toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap om advies gevraagd naar aanleiding van dit Besluit. Het College voor de Rechten van de Mens geeft aan dat het de duidelijkheid en leesbaarheid van het implementatiebesluit ten goede zou komen als in de nota van toelichting wordt uitgeschreven om welke bankdiensten het gaat en op welke bankdiensten het implementatiebesluit toegankelijkheid bankdiensten van toepassing is. Naar aanleiding van deze opmerking van het College voor de Rechten van de Mens is in de nota van toelichting een overzicht opgenomen van de bankdiensten waarop het implementatiebesluit betrekking heeft. Verder adviseert het College voor de Rechten van de Mens om de gevolgen van een geslaagd beroep op onevenredige last en de betekenis van een fundamentele wijziging van de aard van een dienst te verduidelijken. Dit advies heeft betrekking op artikel 4:22.0a Wft. Daarom wordt verwezen naar paragraaf 1.3 van het algemeen deel van de memorie van toelichting (onder het kopje «uitzonderingen») bij de Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten. In de memorie van toelichting wordt uitgelegd wanneer sprake is van een «onevenredige last» en de betekenis van «fundamentele wijziging» wordt verduidelijkt. In de memorie van toelichting bij de implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten is met betrekking tot «onevenredige last» aangegeven dat in bijlage VI van de toegankelijkheidsrichtlijn een uitvoerige opsomming van criteria wordt gegeven voor het uitvoeren en documenteren van de beoordeling of sprake is van een dergelijke last. Wat betreft de fundamentele wijziging van de wezenlijke aard van de dienst is in artikel 14 van de richtlijn bepaald dat de toegankelijkheidsvoorschriften uitsluitend van toepassing zijn voor zover de naleving ervan geen ingrijpende wijziging van een dienst vereist, resulterend in een fundamentele wijziging van de wezenlijke aard ervan.

Er is een werkgroep toezicht opgericht, waar de verdere uitleg van de begrippen «onevenredige last» en «fundamentele wijziging» op de agenda staan.

§ 5.3. Openbare consultatie

Een voorontwerp van dit besluit is openbaar geconsulteerd van 16 september tot 14 oktober 2022.3 Naar aanleiding van de consultatie zijn vijf openbare reacties ontvangen, waaronder een reactie van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Betaalvereniging Nederland en Ieder (in). Voor zover de reacties betrekking hebben op de artikelen zoals opgenomen in het geconsulteerde besluit of de nota van toelichting worden deze reacties hieronder besproken.

Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Betaalvereniging Nederland (BVN)

De NVB en BVN en Ieder (in) vragen zich af welk taalniveau is beoogd. Taalniveau B2 wordt voorgeschreven op grond van bijlage 1, afdeling IV, onderdeel e, van de toegankelijkheidsrichtlijn. Aangezien in artikel 4:22.0a Wft wordt verwezen naar bijlage 1, afdeling IV, onderdeel e, van de toegankelijkheidsrichtlijn is het betreffende artikel over het gewenste taalniveau in het implementatiebesluit geschrapt.

Verder is de passage in de toelichting bij artikel 32ac aangepast over de elektronische handtekening zodat duidelijk is dat er geen verplichting bestaat om elektronische handtekeningen te introduceren. Indien gebruik wordt gemaakt van een elektronische handtekening dient de elektronische handtekening te voldoen aan bijlage 1, afdeling IV, onderdeel e.

Verder stellen de NVB en BVN voor om in artikel 49.0c, tweede lid, op te nemen dat de algemene voorwaarden of een gelijkwaardig document waaruit blijkt dat de bankdienst voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften naast schriftelijk en mondeling ook digitaal aan de consument kan worden verstrekt. Deze informatie kan ook elektronisch worden verstrekt indien de informatie raadpleegbaar is doordat de klant de informatie bijvoorbeeld kan opslaan. Dit is in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 49.0c, tweede lid, verduidelijkt. Daarnaast stellen de NVB en BVN voor om de begrippen «onmiddellijk» en «non-conformiteit» te verduidelijken in artikel 32ac, tweede lid, en dit te koppelen aan het niet beschikbaar zijn van de bankdienst zodat de AFM niet hoeft te worden geïnformeerd als tijdelijk niet aan de toegankelijkheidsvoorschriften wordt voldaan. Dit voorstel wordt niet overgenomen omdat het juist de bedoeling van artikel 13, vierde lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn is dat indien een bankdienst niet langer voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften dit onmiddellijk wordt gemeld bij de relevante toezichthouder.

Voorts geven de NVB en BVN aan dat de regeldrukkosten veel hoger zullen liggen dan aangegeven in de nota van toelichting. Aangesloten is bij het Market Impact Assessment dat is uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Er wordt geen reden gezien om hiervan af te wijken.

Ieder (in)

Ieder (in) vraagt in haar consultatiereactie hoe wordt geborgd dat mensen die niet digitaal vaardig zijn op toegankelijke wijze worden geïnformeerd (bijvoorbeeld via informatie op papier of mondeling door een medewerker van de desbetreffende financiële instelling). Op grond van bijlage 1, afdeling III, onderdeel b, onder i, dient informatie over het verlenen van diensten via meer dan één zintuiglijk kanaal te worden aangeboden. Hierdoor wordt gewaarborgd dat ook mensen die niet digitaal vaardig zijn op toegankelijke wijze worden geïnformeerd. Verder geeft Ieder (in) in haar consultatiereactie aan dat het belangrijk is dat OV-betaalbewijzen toegankelijk zijn voor iedereen. Hiervoor verwijs ik naar paragraaf 2 («reikwijdte») van de nota van toelichting bij het Wijzigingsbesluit toegankelijkheid openbaar vervoer.

Ten slotte vraagt Ieder (in) hoe de zinsnede «worden vermoed te voldoen aan» in artikel 32ac, derde en vierde lid, BGfo zich verhoudt tot de formulering «worden geacht in overeenstemming te zijn» in artikel 15, eerste lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn. In de Engelse tekst van de toegankelijkheidsrichtlijn wordt de term «presumed» gebruikt. In de tekst boven de artikelleden staat in de Nederlandse vertaling «vermoeden van conformiteit». Bij deze terminologie is aangesloten.

Ieder (in) heeft in haar reactie deels opmerkingen gemaakt die niet specifiek op dit besluit van toepassing zijn maar op de implementatie van de Toegankelijkheidsrichtlijn in brede zin. Voor deze opmerkingen en de reactie van de regering wordt verwezen naar het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2022. De keuze is gemaakt om de reactie in voornoemd besluit op te nemen omdat deze door de minister voor Langdurige Zorg en Sport wordt ondertekend en dit de coördinerend minister is voor de implementatie van de Toegankelijkheidsrichtlijn.

§6. Transponeringstabel

Implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn.

Afkortingen

BGfo:

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft

Wft:

Wet op het financieel toezicht

Artikel EU-regeling

Artikel in implementatieregeling of bestaande regeling

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte

Artikel 3 punt 28

Artikel 4:22.0a lid 1 Wft

Geen

 

Artikel 4 leden 1 en 3

Artikel 4:22.0a lid 1, Wft

Geen

 

Artikel 4 lid 5

Artikel 4:22.0a lid 3 Wft

Geen

 

Artikel 13 lid 1

Artikel 32ac lid 1 BGfo

Geen

 

Artikel 13 lid 2

Artikel 49.0c lid 1 t/m 3 BGfo

Geen

 

Artikel 13 lid 3

Artikel 32ac lid 1 BGfo

Geen

 

Artikel 13 lid 4

Artikel 32ac lid 2 BGfo

Geen

 

Artikel 13 lid 5

Artikel 1:74 Wft

Geen

 

Artikel 14

Artikel 4:22.0a leden 4 en 5 Wft

Geen

 

Artikel 15 lid 1

Artikel 32ac lid 3 BGfo

Geen

 

Artikel 23

Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders

Geen

 

Artikel 24 lid 2

Artikel 32ac lid 4 BGfo

Geen

 

Artikel 25

Artikel 32ac lid 3 BGfo

Geen

 

Artikel 29

Artikelen 1:3, 6:2 en 8:1 Awb

Geen

 

Artikel 30

Artikelen 1:79 en 1:80 Wft, artikel 10 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector

Geen

 

Artikel 31

Behoeft geen implementatie

Geen

Bepaling richt zich tot de lidstaten

Artikelsgewijs

Artikel I (Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft)

A

Het opschrift van paragraaf 5.2. is aangepast aangezien artikel 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet de grondslag vormt voor artikel 32ac.

B

Artikel 32ac is gebaseerd op artikel 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet. Artikel 32ac, eerste en tweede lid, verwerkt artikel 13, derde en vierde lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn. Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling dient over procedures te beschikken die ervoor zorgen dat de bankdiensten toegankelijk zijn en blijven voor personen met een handicap als bedoeld in artikel 3, onder 1, van de toegankelijkheidsrichtlijn en voldoen aan bijlage I, afdelingen III en IV, onderdeel e, van de toegankelijkheidsrichtlijn (eerste lid). Een verlener van een bankdienst dient bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat informatie begrijpelijk is (maximaal B2 niveau) en dat identificatiemethoden, elektronische handtekening, beveiliging en betaaldiensten waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn.

De verlener van een bankdienst dient rekening te houden met veranderingen van de bankdiensten en veranderingen in de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften en andere relevante regelgeving. Indien de bankdiensten niet meer voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften treft de aanbieder van het krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling onmiddellijk maatregelen om de bankdienst in overeenstemming te brengen met de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften. Tevens stelt de verlener van de bankdienst de Autoriteit Financiële Markten onmiddellijk van de non-conformiteit en alle getroffen maatregelen in kennis (tweede lid).

Artikel 32ac, derde en vierde lid, verwerkt de artikelen 15, 24, tweede lid en 25, van de toegankelijkheidsrichtlijn. Een geharmoniseerde norm is een Europese norm die op verzoek van de Commissie door een of meer Europese normalisatieorganisaties is vastgesteld. Als bankdiensten voldoen aan geharmoniseerde normen of delen daarvan die in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden die bankdiensten vermoed in overeenstemming te zijn met de toegankelijkheidsvoorschriften die moeten worden nageleefd op grond van dit besluit (dat wil zeggen bijlage I, afdelingen III, IV, onderdeel e, en VII, van de toegankelijkheidsrichtlijn). Dit vermoeden van overeenstemming geldt ook voor bankdiensten die voldoen aan technische specificaties die door de Europese Commissie zijn vastgelegd in een uitvoeringshandeling. Het vierde lid bepaalt dat bankdiensten waarvan de kenmerken, onderdelen en functies aan bijlage I, afdeling VI, onder 2, van de toegankelijkheidsrichtlijn voldoen, voor wat deze kenmerken, onderdelen en functies betreft, worden vermoed te voldoen aan toegankelijkheidsvoorschriften die moeten worden nageleefd op grond van andere Uniehandelingen dan de toegankelijkheidsrichtlijn, tenzij in die andere Uniehandelingen anders wordt bepaald.

C

Het opschrift van paragraaf 8.1.1 is aangepast aangezien artikel 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet de grondslag vormt voor artikel 49.0c.

D

Artikel 49.0c is gebaseerd op artikel 4:22.0a, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet en verwerkt artikel 13, tweede lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn. Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling die bankdiensten als bedoeld in artikel 3, onder 28, van de toegankelijkheidsrichtlijn verleent, neemt met inachtneming van bijlage V van de toegankelijkheidsrichtlijn in de algemene voorwaarden of een gelijkwaardig document informatie op waaruit blijkt dat de bankdienst voldoet aan de toegankelijkheidsvoorschriften van de toegankelijkheidsrichtlijn. Tevens wordt informatie opgenomen waaruit blijkt dat de conformiteit met de toegankelijkheidsvoorschriften wordt gewaarborgd door interne procedures en het toezicht daarop. De informatie dient schriftelijk en mondeling beschikbaar te worden gesteld aan het publiek op een manier die toegankelijk is voor personen met een handicap (tweede lid). De informatie dient ten minste zolang de bankdienst wordt aangeboden of de desbetreffende bankdienst wordt verleend, te worden bewaard (derde lid).

Artikel II (Besluit bestuurlijke boetes financiële sector)

In artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sectorzijn de artikelen beboetbaar gesteld die worden opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en het BGfo ter implementatie van de richtlijn toegankelijkheidsvoorschriften. De artikelen die beboetbaar zijn gesteld zien onder andere op de regels omtrent informatieverstrekking en de interne procedures om de toegankelijkheid tot bankdiensten voor personen met een handicap te waarborgen. De boetecategorie wordt per artikel vastgesteld. De desbetreffende boetecategorieën zijn bepaald naar de ernst van de overtreding en sluiten aan bij de boetecategorieën die thans gelden voor soortgelijke overtredingen.

Artikel III (Inwerkingtredingsbepaling)

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Artikel 31, tweede lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn bepaalt dat de nationale bepalingen ter implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn met ingang van 28 juni 2025 dienen te worden toegepast. Daarom wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en treedt dit besluit in werking met ingang van 28 juni 2025.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten ( PbEU 2019, L 151).

X Noot
2

kenmerk SWD(2015) 264 final

Naar boven