Besluit van 19 juni 2024 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juni 2024, nr. 2024-0000121312;

Gelet op artikel II van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102) treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel I, onderdelen Aa, Ab, Ka, La en Lb, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2026.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Dit inwerkingtredingsbesluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te latenvervallen en in verband met enkele andere wijzigingen. Verschillende onderdelen van de wet treden op verschillende momenten in werking.

De meeste wijzigingen treden in werking per 1 januari 2025. Dit gaat om het afschaffen van het lage-inkomensvoordeel (artikel I, onderdelen A, F tot en met J, L en N), de verlaging van de bedragen van het loonkostenvoordeel oudere werknemer (artikel I, onderdelen Ba, Bb en M, artikel 6.2a, eerste en tweede lid), de wijziging van het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer (artikel I, onderdelen C, D, E en M, artikel 6.2a, vierde lid), en enkele technische wijzigingen (artikel I, onderdelen B en K). De wijziging in het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte geschiedt een jaar eerder dan is opgenomen in de memorie van toelichting bij de wet. Hiervoor is gekozen omdat implementatie van deze voor werkgevers begunstigende wijziging een jaar eerder mogelijk bleek dan eerder voorzien.

De afschaffing van het loonkostenvoordeel oudere werknemer (artikel I, onderdelen Aa, Ab, Ka, La, Lb en M, artikel 6.2a, eerste en derde lid) treedt per 1 januari 2026 in werking. Omwille van de duidelijkheid en eenvoud treedt artikel M, artikel 6.2a, dat voor verschillende onderdelen overgangsrecht bevat, in één keer in zijn geheel in werking op 1 januari 2025.

Door tijdige publicatie van dit inwerkingtredingsbesluit is de minimuminvoeringstermijn gehaald. Ook vinden de inwerkingtredingsdata plaats op vaste verandermomenten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven